Corot

Toen 't begon te lichten
en de hanen kraaiden
bij de verspreide keten
werden de huizen - omringd
door ijle populieren
wier gele blaadjes men
hoorde vallen -
werd een stompe toren op een kerkhof
met aarden wal en beukenheg,
werd alles als de
allermooiste
Corot.

Vincent, bladzijde 208.