Brief Nr 106 Her en der in Frankrijk

N 91 HARELBEKE

Monsieur m. Antonie callens tisserand1 a la commune de *** a aerlebeke Arrondisseme de Courtraij depertame de la lijs

bourdeaux den 18 junius 1808

Beminden vader en moeder zusters en broeders

naer ul van herten gegroet te hebben laet weten den staed van mijne gesontheijd en verzoeke het selve van ul als dat ik ben moeten vertrekken gelijk de andere en dat wij uijt brugge vertrokken zijn den 24 april naer rijssel en alsoo zijn wij voort gemarseerd van de Een stad tot de andere tot dat wij in bourdaeux gekomen zijn den 31 meij en mijn been is tegenwordig genesen ik hebbe al dikwels keure2 gehad om in het hospetael te gaene en ik en zochte3 het niet ik peijsde als ik in mijnen depoux4 kome het zal veel beter gaen om mijn konse5 te krijgen als hier maer hier en hebbe ik geenen keure2 meer konnen krijgen en het is mij stijf leed dat ik in de hospetaelen niet gegaen en hebbe beminden vader en moeder ik verzoeke dat gij mij wat geld zout opsenden want het is al lange dat ik geen meer en hebbe en wij en trekken hier geen geld niet als teten6 en dat noch niet half genoeg om twee keeren te eten op Eenen dag daerom als gij weet mijnen nood ik hope dat gij noch ter Eer7 zult opzenden want ik hebbe het groot van doene8 en als heijst9 dat ik dat10 niet gedaen en hebbe ik hope dat gij daarom op mij niet gram en zult zijn en ik versoeke dat gij antworde zout wederom schrijven zoo ligt11 als dat gij mijnen brief ontfangt en ik versoeke dat gij zult daer in zetten hoe dat noch al gaet met uw12 vader en moeder en ik versoeke dat gij de compelementen zout doen aen mijnen broeder Joannes callens soldaet in het 66 resement tot bourdeaux en ik peijze dat wij hier in onsen depouw4 niet lange en gaen mogen blijven dat wij gaen moeten vertrekken naer portugael

Joannes callens soldaet in het 66 resement tot bourdeaux mijnen brief is geschreven den 8 junius 1808 en in den post gesteken;

het is nu tijd want ik13

en wij moeten 7 uren dags exeseren en wij konnen het al bij14 en hoe dat noch al gaet met mijn gebrurs dat gij dat ook zout wederom schrijven

Aantekeningen


Vergelijk brief 153 van dezelfde schrijver. 1 Wever. 2 Medisch onderzoek. 3 Wilde. 4 Depot, legerbestemming, lichting. 5 Congé, ontslag uit de dienst. 6 Het eten, de kost. 7 Des te eerder. 8 Nodig. 9 Is het; ook al is het zo. 10 Bedoelt misschien: in het hospitaal gaan. 11 Zoo licht, zodra. 12 U. 13 Staat los van de context en is omgeven met sierlijk getrokken lijntjes. 14 Al bijna.
Callens, Petrus Johannes, geboren te Harelbeke op 6 september 1789, als zoon van Antonius Franciscus, geboren te Waregem, en Maria Catherina Van de Buerie, geboren te Deerlijk. Voornoemde echtelieden trouwden te Harelbeke op 1 mei 1782. Uit dit huwelijk werden geboren te Harelbeke: Barbara Theresia op 8 maart 1783; Petrus op 15 april 1786; Petrus Johannes op 6 september 1789; Petrus Xaverius op 8 januari 1792. Petrus Johannes is vermoedelijk de Jan Callens van de beide brieven (106 en 153). Zijn broer uit brief 153 is waarschijnlijk Petrus, die in het leger van Napoleon werd ingelijfd op 10 april 1807 en tengevolge van koorts is gestorven in het hospitaal van Sint Sebastian op 23 januari 1809.


Zie de originelen       

Site van Jan van Bakel