N 141 KORTRIJK a Monsieurs prijnggirs
Beert boussuer1 dan la rue pereque a Courtraij
en flander departemant de la lijs sito sito
Metz den 20 Juni 1813 Zeer Beminde honkel2
ende tante Jk laete ul: weten als dat ik in goede gezoonheijd
ben, en ik hope van ul het zelve en ik hebbe ul: geeerden3
ontfangen op date van den 16 Juni op mijne roete naer majanse4,
waer uijt ik verstaen als dat gij lieden van mij maer kennisse5
gehad en hebt uijt den brijef van Joannes
chevallier mijn slapcamerad6, het gone7
mij grooetelijk verwonder want ik hebbe la twee brijeven geschreven
uijt mijnen depo8, en ik hope dat den derden wel
zal hariveren9, en dat aengaet10 van
mijn vertreken uijt parijs het heeft geheel hastig gekoomen
ik en hebber ul: geen kennisse konen van geven, want wij waren
naer gewonte op de manneuvers en daer heefd een hoorder11
gekomen dat wij seffens12 naer het quartier mosten
gaen om pak en zak gred13 te maeken om van s' aenderdags
smorgens voor den 4 hueren de revuie te paseren14
in het hoof15 van den keijzer, en ons den zelven
dag op de reijze te begeven, en wij hebben dagen gehad dat
wij 8 a 10 hueren dags gemarseerd hebben en daer is een groot
getal van ons volk in de hospitalen moeten gaen lans de roete
door den slegten wegt want wij hebben bergen gepasseerd van
twee a 3. hueren16, maer parteguelierelijk17
in Champanen18 wij hebben daer daegen Gehad dat
wij 4 a 5 hueren gedaen hebben zonder mech19 of
huijs te zijn20, gij koond concidreren21
als wij daer toevielen22 geheel ons regiment van
24 honder mannen dat er niet veel te knappen nog te bieten23
en was, maer wij hebben der al ons sangren24 gepasseerd
met er den wijn te drijnken aen 4 frasche soun25
de flassch tot in metz in loreinen, daer hebben wij reusdag26
gehad, en had ik daer eer konen hariveren9 ik had
er peterus pringers gevoonden
die ok naer majanse4 vertrokken is, maer ik hope
hem daer wel te vinden als hij nog naer de grooete harmeije
niet vertrkken en is, maer ik hebber Jan
Delobel gevonden die daer in den depo werk het gone7
mij groot plezijer gedaen heeft, want hij heeft zijn werk
laeten staen om te saemen te gaen, al den tijd dat ik daer
geweest hebbe, en wij hebben malcanderen vertroost tusschen
de flassche en het glas, en het gebrat27 en was
er niet te koort, maer droufheijd genoug gehad om van mallekanderen
te scheijden hij heeft mij de conduite gedaen28
een half heure buijten de stadtspoorte, en hij met zoo veel
droufheijd wederom gekeerd, als dat ik gehad hebbe om voor
te gaen, naer dat wij malkanderen kommels29 hadden
met de traenen in d' ooggen, warschinelijk voor den laesten
keer, als ik in majanse zal ik zal ul beter satisfactie30
konen geven van mijnen stad31 wan wij hebben geheel
aestig geschreven waer mede jk ul: groete Beminden honkel ende
tante ul: onderdanigen dien(aer) J: Delobel
Mijneer prijnggers Beert
jk verzouke ul: van te laeten weten aen mijn ouders, als mijn
broeder zoude koonen profiteren van eenen dipo8
door den staed die ik tegenwoordig bekleed, als dat zij zouden
willen een sertificat doen maeken, wel op zegel en mij ofzenden,
ik zal het doen onderteijkeen van al de gedeputerde van regiment,
terwilen dat ik nog in den dipo ben, want ik verwagte ok van
te moeten voors34 gaen voor meester schoenmaeker
van de 7e compannie; waer mede ik ul: groete
Mijnheer preijnggirs ul: dienaer J:B: delobel
Brief Nr 140 Her en der in Frankrijk
de complementen aen mijn lieve Moeder en beminde zusters,
en aen al ons kennesse maer volgens dat wij hooeren vele en
zijnder niet meer van de garde nacionnal33;
Vergelijk de brieven 67 en
316 van E. Beert. 1 Boucheur, slager. 2
Oom. 3 Geëerde brief. 4 Mainz.
5 Bericht. 6 Kamergenoot, bedgenoot;
vgl. brief 67. 7 Hetgeen. 8 Legerbestemming.
9 Arriveren. 10 Wat betreft. 11
Order, bevel. 12 Onmiddellijk. 13 Gereed.
14 De revue passeren: gemonsterd worden. 15
Hof. 16 Een helling van 10 tot 15 kilometer lang.
17 Particulierlijk, vooral. 18 Champagne.
19 Mensch. 20 Zien. 21 Considerer,
bedenken, inzien. 22 Kwamen binnenvallen. 23
Te eten noch te bijten. 24 Chagrijn, verdriet. 25
Franse stuivers. 26 Rustdag. 27 Gepraat.
28 Uitgeleide gedaan. 29 Omhelsd. 30
Voldoening, bevredigend bericht. 31 Staat, toestand.
32 Schrijft Delobel, in opdracht van Romanus Beert,
nadat zij van elkaar afscheid hebben genomen? 33
Garde nationale. 34 Verder.
De Lobel, Joannes
Baptista, geboren 16 september 1790, zoon van Joannes Baptista
uit Beselare en Maria Josepha Derobaix uit Ardooie (Kerkregister
Sint-Michiels-Kortrijk, nr. 80, f0 63 r0).
Het militieregister van de lichting 1790 vermeldt: Delobel
J.Baptista, geboren te Kortrijk op 16 september 1790, wonende
in Kortrijk, vrijgezel, "bottier" (laarzenmaker), zoon van
J-Baptiste, "bottier", en van Marie Deroubaix (Modern Stadsarchief
Kortrijk, voorl. nr. 710). François Pringiers, 41 jaar,
gehuwd met Marie Therese Beert, 54 jaar, woonde volgens het
bevolkingsregister van 1815 Rue des Perroquets 61 (de huidige
Papenstraat) (Modern Stadsarchief Kortrijk, voorl. nr. 5671,
blad 110).