Brief Nr 148 Uit de hospitalen

H 115 KORTEMARK

aen monsieur Joannus de vos tot cortemarck departement de lalijs ronddijssament van brugge canton de torrot1

saint brieuc den 11 iulius in het iaer 1806

hinricus devos tot saint brieuc in het 86 Regiment 7 compagnie 2 bataillon

beminden vader ende moeder broeder en susters

ik laeten hunlieden2 weten als dat wij den 29 meij tot Saint brieuc ben gehervert3 en wij verhopen van daer eenigen tijd te bliven en wij zijn met vele vlaemijngen bij malkanderen zijn en ik zal der 2 conschrin4 noemen dat gij zeker wel weet dat zij zijn opgekomen zijn carolus ramout van de commune van torrot1 hij heeft geschreven om geld en hij heeft er hontfangen 5 frans en hiellewaere van ligtervelde heeft er hontfangen 3 kroon die twee zijn in mijn companie en een van dieksmuide5 cornelus en 2 van rosselaere en 3 van corterike en als wanneer dat er hijemant6 zoude zijn die het niet gelooven en wielt dat sij maer en moeten naer thorrout en gaen om te vraegen ofse zoo vele geld niet op gezonden hebben aen carolus ramout en aen illevaere van liegtervelde hindericus devos verhoopt datter geene meer en zullen zeggen dat ik gedishadtert7 ben en als den brif zal thus komen en dak8 geel verwondert9 ben wien datter dat zoude zeggen en offer zijn die mij heeft hoore hof lesen10 op de kerke steen11 menschen dagge glere12 zoo zeker tegenwordig in helle laege gij en zoude nooit meer mogen hopen op de hemelsche gloorie want ge waere glere13 voor eeuwig want ik ben geel oncontent omdat zij zeggen dak weggeloopen ben ik belaste14 u mijn heere dat gij voor mijnen ik belaste u mijne heere vande poorte meijer meire15 tot cortemarck ik verhope dat gij voor mijne broeder wel zult zorgen dat hij inden lasten nomber gesteld word16 zeer bemienden vader wilt De goedheijd hebben van dezen brif te draegen naer mijn heere van de poorte maerre meier tot cortemarck en dat hij in de lotijnge zoude zeggen tegen de provect17 dat hij eenen broeder in de soldaeterije heeft en dat18 geen luegen en zijn dat het zeker is dakker in ben en ik verhopen dat het al zoo zal gebueren en dat hij niet en zal mankkierren van zijne beste te doen voor mijnen broeder bernardus devos tot cortemarck in het iaer 15 den vader Joannus devos de moeder francisca vervenne en als gij wederom schrift gij moet naer saint brieuc schriven naer het hospetael departement des costes du nord19

zij zeggen stijf dat vrede is met den hingelsman20 omdat hij vele of zent21 die hij genomen heeft op het water in het tis waer dander22 vele of komen23 want ik hebbender al vele gezien maer ten zijn maer die niet dienen con24 het er al stijf diere in ingellant want zij zeggen dat het brood 8 stuvers geld25 het pont en het vleesch gelter 10 stuvers het pont en vele maer daer wij zijn 1 stuijver het pont en een goed ***lijk land gij wilt tog wel vooren zorgen (Den) brief te draegen naer de meijer van cortemarck

hindericus devos

geschreven door mij tot saint brieuc In het hospetael

ik laete hunlieden weten als dat mijnen brief niet en koste onderteekent zijn want dat ik in het hospetael was als mijn regiment vertrok naer saint brieuc en als ik tot saint brieuc kam mijn compagnie was percis vertrokken nog 22 huren voorder naer en heijland26 in zee en de groote27 zijn al in de ste28 gebleven hindericus de vos d. bij in het hospital tot saint brieuc ik gaen een pruffe29 medegeven eenen knop van mijne habit30 om dagge glere13 niet meer en soude twijffelen daer han

saint brieuc den 12 iulius in het iaer 1806

hindericus de vos tot saint brieuc in het 86 Regiment 7 compagnie 2 bataillon

beminden vader en moeder broeders ende susters

ik late unlieden31 weten als dat ik in het hospetael ben tot saint brieuc en als gij unlieden wederom schrift zoo moet gij schriven Naer het hospetael tot saint brieuc ik ben geel kwaelijk hof32 om danse33 zoo valschelijk liegen ik verhuigen34 mijn om dat wij in een goed catholijck land zijn en den naem van het land is britons35 beminden vader of broeders wilt de coppelmenten doen aen mijnen vrienden en goede kennisse en aen van36 de voordens en aen Joannus de wulfs en aen van den bergens wij zijn 200 uren van vlaenderen ontrent en wij hebben de ingelsche ende fransche zien vegten op het water en zij difvendeden37 hulder van weder katen38 wel en zij hebben molkanderen weinig hinder gedaen en zijn alzoo gescheit39 maer zij hebben eenigste eenite daegen daer naer in een heijlant26 weest en zij hebben 2 boeren hofsteen40 in brande geschoten en zij hebben vele graen opgekogt en zijn daer mede voortgetrokken

hinricus de vos

maria de moeder gods bit voor ons

Aantekeningen
Vergelijk brief 84 van dezelfde schrijver. 1 Torhout. 2 U. 3 Gearriveerd. 4 Conscrits, dienstplichtigen. 5 Diksmuiden. 6 Iemand. 7 Gedeserteerd. 8 Dat ik. 9 Zeer benieuwd. 10 Aflezen, mijn naam afroepen. 11 Kerksteen, stenen blok bij de kerk, traditionele plaats voor openbare bekendmakingen. 12 Dat gulder, indien U. 13 Glere, U. 14 Draag U de zorg op. 15 Meier, maire, burgemeester. 16 Geplaatst wordt à la fin du dépôt. 17 Prefect, departementsambtenaar. 18 Dat het. 19 Département du Côte du Nord. 20 Engelsman, de Engelsen. 21 Afzendt, terugstuurt. 22 "En het is waar dat er..." 23 Afkomen, terugkomen. 24 Niet dienen kunnen, niet nuttig zijn. 25 Geldt, kost. 26 Eiland. 27 De officieren. 28 Stad. 29 Preuve, bewijs. 30 Een knoop van mijn kleren. 31 U. 32 Kwalijk af, er slecht aan toe. 33 Dat ze. 34 Verheug. 35 Bretagne. 36 Het blad is hieronder afgescheurd; het is onduidelijk hoeveel tekst ontbreekt. 37 Defendeerden, verdedigden. 38 Van weerskanten. 39 Gescheiden. 40 Boerenhofsteden, boederijen.


Zie de originelen             

Site van Jan van Bakel