A Monseiur Monseiur
Loudevid vercruse demeurand1
a ostrusbeck departement de la lijs arrondisiment de cortrec
A ostrusbeck sito sito sito Strasbourg
Den 20 Maerte 1809 Seer Beminden Vader ende Moeder
ende Broeders Ik laet UL: weten als dat ik nogh in
volle gezontheijd ben god lof UL is zeker verwondert dat ik
in zoo lange niet geschreven hebbe maer het heeft mij veel
pijne2 gedaen dat ik niet eeder3 de ocasie4
gehad en hebbe en met mijn voet is het nogh altijd het zelve
waer dat ik altijd mede moet in de hospitalen doolen5
ik laet UL weten als dat ik van Naemen (?) uijt het hospitael
weg gegaen zijn den 12 januwarius en van daer zijn ik in het
hospitael gegaen tot Luxembourg en ik hebbe daer geleegen 14.
dagen altijt met het ongemak van mijn voet en als ik uijt het
hospitael tot Luxembourg gekomen zijn ik zijn voor gegaen tot
Strasbourg in mijn depot6 ik daer gearreveert den
9. Februarius s' anoens7 ten 5 uren en ik zijn des
anderendags in het hospitael wederom dat voet geel8
open gegaen was en tot nu toe is 'er kleijne9 beternisse
zoo dat ik verhopen dat ik nogh altijd zal 't huijs komen maer
dat eerst nogh altijd wat zal moeten afzien10 want
in de hospitalen zij geven te letter11 om te leven
en te veele om te sterven en ik verzoeke UL als het mogelijk
is van mij twee fransche kroonen op te zenden dat togh grooten
noot hebbe want dat12 ik geen grooten noot en hadde
ik zoude nogh om geen geld geschreeven hebben ik hebbe het
UL: in mijn laetsten brief geschreven dat geen geld zoude vraegen
als ik geen grooten noot zoude hebben ik zoeke13
UL: te laten weten hoe dat het gegaen is met mijn Broeder en
of UL: dat sertificaet ontfangen heeft die ik toegezonden hebbe
waer vooren daet ik veel moite hebbe moeten doen om te krijgen
en of UL: daer voordeel mede gehad heeft dat ik togh peijzen14
dat mijn Broeder nogh 't huijs is en dat UL: mij soude laeten
weten wat Numero dat hij getrokken heeft dat ik togh peijzen
dat hij nooijt geen soldaet zal moeten zijn want het is zoo
een sleget15 staet en nu tegenwoordig dat al dat
soldaet is moet gaen vegten tegen den duijtschen Keijzer en
had niet geweest dat in het hospitael met mijn slegten voet
was ik had ook al uijt mijn depot moeten vertrekken van over
8 dagen zijn zij vertrockken den 13 dezer maer met dat16
in hospitael liggen en dat ik nog geen exercicie17
gedaen en hebbe ik peijse dat ik nogh gheel de zomer in strasbourg
zal blijven liggen ik zal altijd18 een keer op de
Route moeten zijn eerdat ik mijn conge19 zal krijgen
om dat de groote20 zoude zien dat het waer is dat
ik het niet en maeken en dat ik nogh altijd goede corasie21
hebbe en dat ik geen verdriet en maeken en Van uwen kant vader
ende Moeder en maekt ook geen verdriet hebt altijd corosie21
en pasentie22 en peijst dat het de wille gods is
al dat23 wij hier lien24 en zullen wij
hier naer mals niet moeten lien Ik Verzoeke UL: te
laeten weten hoe dat het gegaen is met de lotinge of 'er geene
ingevallen25 en zijn van kennisse en of UL: van
geen niemaeren26 en weet en Ik wenschen
UL een saligen hoogthag27 aenstaende en doet de
complementen aen patiste houdreve
den Brouwer en aen de familie en goede kennisse Waer
Mede Blijve UL: dieswiligen28 dienaer en zoon
Leonardus vercruisse
Aantekeningen Brief Nr 157 Uit de hospitalen
O 4 OOSTROOZEBEKE
1
Wonend. 2 Verdriet. 3 Eerder. 4
Gelegenheid. 5 Rondlopen. 6 Legerbestemming.
7 's Nanoens, in de namiddag. 8 Geheel.
9 Enige. 10 Pijn en ontbering lijden.
11 Weinig. 12 Indien. 13 Verzoek.
14 Denk, hoop. 15 Slechte. 16
Met dat: omdat. 17 Exercitie, eerste oefening. 18
In elk geval. 19 Congé, ontslag uit de dienst.
20 De officiers, de hoge heren. 21 Courage,
moed. 22 Patientie, geduld. 23 Alles
wat. 24 Lijden. 25 Ingeloot. 26
Nieuwtjes, nieuws. 27 Hoogdag, feestdag; wellicht
Pasen. 28 Dienstwillige.