Brief Nr 210 Gestraften en Krijgsgevangenen

H 37 KOOLKERKE

A (G)ilihelmus van der Henst woonende aen koolkerke tegen de damsche vaert het Canton van damme Dep(art)ement de la Lies

Landercij1 den 17 1809

Zeer wel beminde Vaeder ende Moeder zuster ende broeder

ik laet uL weten als dat ik noch fris en gezond ben en ik hope uL van het zelve en ik verzoek wat geld want de armoede is te groot en als ik te Landercij gekomen ben in het prezon2 zijn ik doodelijk ziek gewoorden als dat ik meijnde dat ik niet meer gezond zoude gewoorde hebben en ik staen verwondert als dat mijne zwaeger mij niet heet komen bezoeken in Bruggen en ik zoude geire weten wat antwoord dat dien baes gegeven hebt als gij mijne kleere gehald hebt en waer mijne Broeder is tegenwoordig is en ik hope van deze weke uijt het prezon te komen en gij moet sefens3 wederom te schrijven hoe dat al gaet daer mede doen ik u de complementen beminde ouder vader ende moeder zusters ende Broeders en aen alle mijne beste vrinden

geschreven door Petrus van der henst

Dat is mijn adres Petrus van der Henst tot Landercij van het 25 regement Departement du Nord a Landercij

Aantekeningen


1 Landrecies in Noord-Frankrijk. 2 Gevangenis. 3 Seffens, onmiddellijk.


Zie de originelen       

Site van Jan van Bakel