Brief Nr 219 Gestraften en Krijgsgevangenen

N 88 GULLEGEM

A Mon Sieur Monsieur Lodevicus Daene commune gulleghem canton a moijseele1 Departement De la Lis per courtre2 cito cito

paris Den 19 Julius 1813

Seer Beminden vader Ende Susters Ende Broeders

Dit dient om u te Laeten weeten den staet van Mijne gezondtheijd als dat ik god lof Nog gesond ben en ik verhoepe van uwen kant het selve dat3 het anders waere het en soude Mij geen gr(oo)d plaisier doen Maer ik soude Mij nog Contenter4 houden haed gij mij waet meer geld op gesonden Maer gelijk ik was blij dat ik soo veele hade door de groote aermoede die ik hade had jk het niet gekregen ik hade moeten sterven ongersnood5 en daer om lieve ouders ik versoeke dat gij mij weederom soud thien fransch6 op senden gij en moet niet vervaard7 sijn dat het niet ten rechten8 en sal koomen van9 het komt hier al ten rechten van het Eerste tot het Laaste lieve ouders ik versoeke dat gij dat soud Doen sonder faute10 ik en vraege sonder nood dat3 ik het noodig en hade ik en soude het niet vraegen en doet het tog sonder faute als gij mij soo veele op send ik en sal in lange niet meer schrijven en als gij mij geen geld op en send Gij en Moet niet weeder schrijven met Eenen Brief sonder geld en hebbe ik niet als gij mij geen geld op en send ik mo(e)t sterven van aermoede wij en hebben hier maer Eens dags11 teeten en nog ons goeste12 (?) niet gij kont weel dinken hoe het gaed met ons al te gaer dat gij mijn strek13 waerd gij soud ook weel spreken van aermoede en ik ben hier bij bendictus alvoet van Ludivicus van daele petrus tulens van hulle en om te weeten waer dat Joanes de grieze is ik hebbe het gevraegd in mijnen anderen brief en gij en hebt het Mij niet gesijd14 en om te weeten hoe het gaed met de vruchten der aerde en met de niewigheden15 van het land schrijf het tog of ik verlange om dat te weeten en gij moet de coplementen doen van Jacobus alvoet als dat sijnen broeder zijn geld ontfangen heeft als ook de Coplementen van geheel Mijn famielie en kennesse en ik ben op den 13 deezer maend het consul16 gepassert en ik ben in lieberteijd17 maer sette18 weederom in het kot voor Eene maend of twee ik en weete niet hoe Lange en daer mee sluijte Ik den brief

u onderdaenigen Soone

bruno daene

en gij moet voor mij Lesen sooveel als het mogelijk is en te Messen19 gaen voor mij ik en hebbe niet te Missen geweest seder over eene weeke thien of twaalf het doet mij grood heert (?) seer20 dat ik geenne Misse en kan hooren en bid voor Mij ik sal voor ulder21 bidden en gij moet de nieuws af schrij(ven) sonder faute
Dit is Mij addres a Monsieur Monsieur Bruino daene grenadier hilaleur de La garde imprieaele a la preson Muliteere Montagu pres de ponton a paris22

Aantekeningen


Vergelijk brief 141 van dezelfde schrijver. 1 Moorsele (N 87). 2 Kortrijk. 3 Indien. 4 Tevredener. 5 Hongers nood: de kwelling van de honger. 6 Francs. 7 Bang. 8 Terecht, op de juiste plaats. 9 Want. 10 Zonder mankeren, beslist. 11 Een keer per dag. 12 Goesting, bekomst. 13 Mijn strek; van mijn strek (eigenlijk: strekkende lengte): waart gij in mijn omstandigheden. 14 Gezegd. 15 Nieuws. 16 Conseil, krijgsraad. 17 Vrijheid. 18 Zit. 19 Naar de mis. 20 Hartzeer, verdriet. 21 U. 22 "...grenadier tirailleur (infanterist) van de keizerlijke garde in de militaire gevangenis Montaigu bij het Panthéon te Parijs."


Zie de originelen         

Site van Jan van Bakel