a monseur monseur vuijlsteker tot corterijk woonende
honder het houd halleken1 om te bestellen aen ludovicus bonte woonende langs Den
steenweg van doornik departemend d' la ijs conton van corterijk
sito Mons Dezen 18 augustus 1813
zeer beminden vader Ende moeder susters Ende broeders
jk En kan niet mankieren2 van ul Den staed van
mij te Laeten weten jk Laet uw weten als dat jk jn volle gezonheijd
zijn En jk verhope van uw het zelve En jk Laet uw weten als
dat jk jn het prijson mijlitere3 zitten tot mons
En jk verzoeke aen ul dat gij zoude willen de goetheijd hebben
van te gaen naer ludovicus bonte
En vraegt aen hem of hij niet En zoude willen de goetheijd
hebben van te gaen naer de meijer4 En te vraegen
of hij niet En zoude willen de goetheijd hebben van Een brief
te schrijven naer den commecaerus5 van mons om dat
jk zoude mogen naer mijn dipo6 vertrekken af7
als het mogelijk js jk zoude wenschen van te mogen honder de
soechur8 gaen met mijn cammeraede pietrus
franciscus ponzeele waer mede jk doen de complementen
aen Ludovicus bonte En zijn
suster En jk doen ook de complementen aen Ul self zeer beminde
houders suster Ende broeders waer mede
jk blijve Ul kortgezeten9 zoone
franciscus malfait Brief Nr 221 Gestraften en Krijgsgevangenen
N 141 KORTRIJK
1 De oude halletoren. 2 Nalaten.
3 Prison militaire, militaire gevangenis. 4
Burgemeester. 5 Commissaris. 6 Depot,
legerbestemming. 7 Of. 8 Chasseurs, jagers.
9 Kortzittend: in gevangenschap (of zonder geld).
Malfait, Petrus Franciscus, geboren te Kortrijk-buiten
(het plattelandsgedeelte van de parochie Kortrijk) op 15 november
1791 als zoon van Petrus Josephus (zoon van Joannes, geboren
te Kortrijk) en van Maria Joanna Wyme (dochter van Gerardus,
geboren te Bellegem) (Doopakte). Petrus Malfait was "domestique"
(knecht).