A monsieur pierre
ofsee a moen conton D' avelgem Departement De Lijs
Cito Cito ragon1 Den 5
Decembre 1808 beminden Vader lieve moeder broeders
En zuster naer ul van herten gegroet te hebben Laet
ik ul weten als dat ik nog in volle gezondheijd Ben god zij
geloofd En ik verhope van ul de zelve En ik Laete ul weten
als dat ik domistique2 Ben van onzen capitein onder
de canoniers En dat ik Geheel content Ben geheel wel van Eten
En drinken En van kleedinge mijn ordonnantie3 En
draege ik niet ik gaen al t zelve gekleed gelijk Eenen borger
En van geld En manquierd4 mij geene Waer het t'
zaeke dat ik zeker waere dat het zoude arriveren ik zouder
u afzenden want daer zijn tegenwoordig groote troubels5
in Spaegnien Want Wij hebben altijd gemarceert van de Eene
stad naer d' ander maer Wij En Vonden niemand daer in de borgers
En boeren zijn al gevlugt naer De Stad Sarago6 En
zij vechten tegen Wij hebben al Drije slagen gewonnen maer
den derden slag iser veele volk gebleven En ook bij duijzend
gekwetze7 wij hebben drije oploopen8
gedaen maer Wij hebben het maer konnen inporteren9
den derder keer Wij hebben ook 40 Duijzend krijgsgevangen
genomen En hondert stukken genomen En al de borgers Ende boeren
die met de Spansche troupen vechten die wij konnen krijgen
maeken wij al capot maer de soldaeten Laeten wij Leven En stieren10
die naer het fransche En het is nu al Een maend dat wij Sarago
belegeren En hebben al drije keeren uijt de Stad geslegen
geweest En wij Liggen nu gecampeert vier uren van Sarago in
de Stad rangon1 Daer de Spaniaers ook al naer Sarogo
gevlugt zijn maer hebben ook veel kooren En meel gevonden En
onze overheden hebben hebben t zeffens de molenaers En bakkers
uijt de rigementen getrokken om brood te bakken En wij Drinken
wijn gelijk de koeijen water uijt de bakken ter oorzaeke dat
de borgers al weg vlugten Wij mogen het al plunteren dat is
Wij breken de Wijnkelders open daer stukken11 in
Liggen van 30 tonnen12 daer 30 a 40 Stukken in Eenen
kelder Liggen De complementen
baptiste *** En huijbregt Seuijs
theresia Simmarten mijn alderliefste
petrus Kekelbout
(?) Jfouwegie13
Door order van UL oodmoedigen Dienaere UL oodmoedigen dienaer Brief Nr 249 Uit Spanje en Portugal
O 188 MOEN
petrus ofsee doet zijn complementen aen vader En zuster
En aen geheel de familie En goede kennissen En ik ben god zij
geloofd in volle gezondheijd En ik verhope van ul de zelve
maer de kogels hebben door mijn habit14 gevlogen
En door mijnen brouck De complementen aen Joannus
taels En wij ver*oeken ul antwoorde compten Joseph florin15
1 Wel Alagón aan de Ebro (FdT). 2 Huisknecht,
oppasser. 3 Teken van mijn rang. 4 Mankeert,
: ontbreekt. 5 Troebelen, onlusten. 6
Onbekend. 7 Gekwetsten, gewonden. 8 Stormlopen.
9 Fra. emporter, winnen. 10 Sturen. 11
Vaten. 12 3000 Liter. 13 Waarschijnlijk
de naam van de schrijver die in opdracht handelt; niet goed
leesbaar. 14 Kleed, jas. 15 Dit slot
van de brief is van dezelfde hand als het voorafgaande. Men
zou tweemaal dezelfde naam verwachten van de schrijver die
in opdracht werkt.