Brief Nr 249 Uit Spanje en Portugal

O 188 MOEN

A monsieur pierre ofsee a moen conton D' avelgem Departement De Lijs Cito Cito

ragon1 Den 5 Decembre 1808

beminden Vader lieve moeder broeders En zuster

naer ul van herten gegroet te hebben Laet ik ul weten als dat ik nog in volle gezondheijd Ben god zij geloofd En ik verhope van ul de zelve En ik Laete ul weten als dat ik domistique2 Ben van onzen capitein onder de canoniers En dat ik Geheel content Ben geheel wel van Eten En drinken En van kleedinge mijn ordonnantie3 En draege ik niet ik gaen al t zelve gekleed gelijk Eenen borger En van geld En manquierd4 mij geene Waer het t' zaeke dat ik zeker waere dat het zoude arriveren ik zouder u afzenden want daer zijn tegenwoordig groote troubels5 in Spaegnien Want Wij hebben altijd gemarceert van de Eene stad naer d' ander maer Wij En Vonden niemand daer in de borgers En boeren zijn al gevlugt naer De Stad Sarago6 En zij vechten tegen Wij hebben al Drije slagen gewonnen maer den derden slag iser veele volk gebleven En ook bij duijzend gekwetze7 wij hebben drije oploopen8 gedaen maer Wij hebben het maer konnen inporteren9 den derder keer Wij hebben ook 40 Duijzend krijgsgevangen genomen En hondert stukken genomen En al de borgers Ende boeren die met de Spansche troupen vechten die wij konnen krijgen maeken wij al capot maer de soldaeten Laeten wij Leven En stieren10 die naer het fransche En het is nu al Een maend dat wij Sarago belegeren En hebben al drije keeren uijt de Stad geslegen geweest En wij Liggen nu gecampeert vier uren van Sarago in de Stad rangon1 Daer de Spaniaers ook al naer Sarogo gevlugt zijn maer hebben ook veel kooren En meel gevonden En onze overheden hebben hebben t zeffens de molenaers En bakkers uijt de rigementen getrokken om brood te bakken En wij Drinken wijn gelijk de koeijen water uijt de bakken ter oorzaeke dat de borgers al weg vlugten Wij mogen het al plunteren dat is Wij breken de Wijnkelders open daer stukken11 in Liggen van 30 tonnen12 daer 30 a 40 Stukken in Eenen kelder Liggen

De complementen baptiste *** En huijbregt Seuijs theresia Simmarten mijn alderliefste

petrus Kekelbout (?)

Jfouwegie13 Door order van UL oodmoedigen Dienaere
petrus ofsee doet zijn complementen aen vader En zuster En aen geheel de familie En goede kennissen En ik ben god zij geloofd in volle gezondheijd En ik verhope van ul de zelve maer de kogels hebben door mijn habit14 gevlogen En door mijnen brouck De complementen aen Joannus taels En wij ver*oeken ul antwoorde compten Joseph florin15

UL oodmoedigen dienaer

Aantekeningen
1 Wel Alagón aan de Ebro (FdT). 2 Huisknecht, oppasser. 3 Teken van mijn rang. 4 Mankeert, : ontbreekt. 5 Troebelen, onlusten. 6 Onbekend. 7 Gekwetsten, gewonden. 8 Stormlopen. 9 Fra. emporter, winnen. 10 Sturen. 11 Vaten. 12 3000 Liter. 13 Waarschijnlijk de naam van de schrijver die in opdracht handelt; niet goed leesbaar. 14 Kleed, jas. 15 Dit slot van de brief is van dezelfde hand als het voorafgaande. Men zou tweemaal dezelfde naam verwachten van de schrijver die in opdracht werkt.


Zie de originelen       

Site van Jan van Bakel