Brief Nr 252 Uit Spanje en Portugal

N 76 GELUVELD

A monsijur p j. Plancquel a gheluvelt contons Jpres departemant de la lijs ans flandres cijto cijto

bour*os1 Desen 24 septembre 1809

bemijnden vader

Naer ul: gegroet te hebben laet ick ul: weten als dat ick in goede gesonteijd ben maer in grote verlangen om antworde te verkrigen het is 2 maenden geleden dat ick geschreven heb en ken2 krig geen antwoorde daerom versoeke ick u:l: dat gi mij antwoorde sout senden en geldt als het mogelick is want ick hebbe het geheel vandoen3 ick hebbe verre in spannien gehavancert4 geweest maer wij hebbe achterwars geslagen geweest ondert5 uren verre voordien hadden wij gewerkt om een fort te maeken in ick was meester6 hier moeste een schoone poorte gemakt sijn en niemand en durfde die aennemen7 ick hebbe het gedaen den prinse was daer allen dag dien heeft drie mij 3 dobbel geneen8 gegeven en k' had nog veel verspaert geldt van daghueren de spansche en de portegalsche die hebben mij prisonier9 genomen alles afgenomen gelt kleeren fisike10 saebel sack saberren11 alles naer 14 dagen bij under12 geweest te hebben in het preson bijnaer sonder eten den slag is dan alweer begin en si hebben moeten vluchten dan ben ick weer bij het selve volck13 gekomen de franschen moeten altijd verliesen sij en sullen van hulder leven spannen bliven houden de spansche die sijn veel te hertnakkig de boeren die staen ten allen kanten14 op en die maeken een leger onder un15 en die vichten tegen ons en als sij verliesen si loopen alle in sijn huis het is boos volk als si een liek begraeven sij kleen hun geheel in het niuw soo schoon als het mogelick is een ider naer sinen staed

Zeer bemijnden vader ende moeder susters en broeders vrienden altegader waermede ick blive in afwachtinge van mij vraege volbragt te worden16 en blijve ul moetwilligen17 dienaer en soon

Pieter Joannus Plancquel

uw adris a monsijur p.j. plancquel Dan la premiere de pioniers ans bourgos larmes de Spanne18

Aantekeningen


Vergelijk de brieven 100, 156, 241, 250 en 257 van dezelfde schrijver. De brief is gepubliceerd in Biekorf; zie de Inleiding. 1 Burgos. 2 Ik en. 3 Nodig. 4 Geavanceerd, voorwaarts gegaan. 5 Honderd. 6 En ik was opzichter. 7 Dat werk aan te nemen. 8 Dubbele guineën; een guinje is een rekenmunt ter waarde van 21 schellingen. 9 Gevangen. 10 Geweer. 11 Onduidelijk; vergelijk twee overeenkomstige woorden in de brieven 174 en 177. 12 Hen. 13 Dezelfde mensen, hetzelfde onderdeel. 14 Aan alle kanten, overal. 15 Onder hen, tezamen. 16 Dat mijn wens volbracht wordt. 17 Bedoelt wel: ootmoedig, dienstwillig. 18 "...In het eerste regiment (?) pioniers in Burgos, het leger van Spanje."


Zie de originelen         

Site van Jan van Bakel