A Monsieur joseph Brij a albeke Caton de Cortrij(k)
Departement de la lijs Lijs a flandre *andelus1
Dezen 30 janewarius 1810 Zeer Beminden Vader Ende Moeder
Naer ul: gegroet te hebben En te laeten weeten den
staet van mijn gesontheijt jk zijn nog wel te passe2
en ik ver hoopen3 van u het zelve te laeten zoo
haest als gij mijn Brief ontfangen heeft lieven vader jk laete
ulieden weeten, alsdat ik al twalft dagen is dat jk in Spannien
zijn En alle dage moeten wij vegten met Spansche Maer het
js het Erste Die soldaten4 Maer het is het gemeente5
Die opstaet tegen ons zijn zijn in de gebergen, want het zijn
al bergen jn dat lant en wij verliezen geel veel volk lieven
vader ik hebben uw al drij briefven geschreven En gij En heef
mijn geen antwoord geschreven Maer mogelijk hebbe gij mijn
Briefven niet ontfangen lieven vader ik hebbe doore parijs
gepaseert maer wiste waer dat wijn jn6 gingen Zoo
niet jk hadde ulieden geschreven hier Mede Eijndegen
jk Mijn brief En blijvende uwen onderdanigen zone
joseph Brij Aantekeningen Brief Nr 256 Uit Spanje en Portugal
N 144 AALBEKE9
lieven vader alles dat jk ook verzoeken dat gij de complementen
aen alle kennesse dat jk nog wel fris en weltepasse zijn als
dat jk noijt geweest8
1 Andalusï? 2 Goed gezond. 3
Verhoop, hoop. 4 Hij schijnt te bedoelen: maar de
soldaten, dat is tot daaraan toe. 5 Het volk. 6
Heen. 7 "...kanonnier in de 11e compagnie, 8e artillerie-regiment
te voet in het 8e legercorps in Spanje eerste divisie." 8
Even kloek en gezond als ik ooit geweest ben. 9
Correctie volgens Debrabandere.