A Monsieur Monsieur rogier De Smet Demeurant a warmarde
Arondissement Du courtrai Departement Du La Lijs En flander
Sinte Maria dezen 22 April 1810 Beminde
Vader ende Moeder Susters ende Broeder en geheel mijne Familie
Ik en kan niet nalaten van naer Ul. te schrijven en
van Ul. te wenschen een geluk zaligen hoogtijd van Paeschen
die aenstaende is en ook om ul. te laeten weten de staed van
mijne gesontheijd jk ben het God lof noch en jk verope als
dat gij lieden het zelve zijt Het is nu langen tijd dat ik
niet geschreven en hebbe jk en hebbe geen ocasie1
gehad daerom versoeke als dat2 gijlieden zoude willen
zoo goed zijn van sito antword te schrijven want jk ben in
groot verlangen om te weten hoe het met ul. gesontheijd noch
al gaet Jk hebbe vernomen uit den brief van Petrus
van den Broeke van Kerckhove als dat het slegt gaat
in Vlandre met de recruten Jk ben ook in groot verlangen om
te weten hoe het met mijnen broeder Petrus
gaet of hij gelot3 heeft ofte niet Het is ontrent
twee jaer dat wij in Spaenden zijn wij en hebben bijna noch
anders niet gedaen als geloopen en gevochten dag en nacht en
wij liggen nu voor een stad die genaemt word Cadix die stad
die staet ontrent een halve ure verre in het waetre en de zee4
En het is nu al ontrent twee maenden Dat wij voor Die zelve
stad Liggen en wij konnen er nog wel vier maenden zijn Daer
word Dagelijks geschoten met De canonen De engelsche Liggen
'er rond in het waetre met ontrent acht hondert volle orlog
schepen endaer zijn schepen in waer 'er hondert stukken Cannon
op staen en men zegt Dat men Den eersten van meij De stad gaet
in Brande schieten als zij hun niet over en gheven en wij veropen
van Die stad ook te winnen het is De zeste stad van spaenden
als Die stad over5 is gheel spaenden is ovre en
Dat6 het niet en waere van7 De engelsche
wij zouden er haest8 in zijn maer wij zullen zij
Doch met al hun schepen te gronde shieten en wegens van9
mandemak(er) Ambros Die is geblesseert
geweest in De Bataille van tallevera10 an Die is
van zijn Blessure gestorven en wegens van mes(eeuw)
het is nu al ontrent twee jaer Dat jk hem niet gesien hebbe
Die is voor zeker ook Dood en veele andre van Daer in het ronde
En zijt zoo goed van De compelmenten te Doen aen De
weduwe van van stienbruge En
aen Baptiste viaene als Dat
zijnen soon ook noch in goede gesontheijd en sijt zoo goed
van te schrijven om te weten hoe het met zijnen Broeder is
of hij gelot3 heeft of niet en zijt zoo goed van
te schrijven Bijtbiers tot huijs
gekomen is ofte niet Die is ook geblesse(ert) geweest in zijn
hand uL: genegenden Dienaer
Louis De Smet Aantekeningen Brief Nr 259 Uit Spanje en Portugal
O 185 WAARMAARDE
De brief is gepubliceerd in Biekorf; zie de Inleiding.
1 Gelegenheid. 2 Als dat: dat. 3 Geloot,
ingeloot voor de dienst. 4 In onze verzameling
ontbreekt een foto van het eerste blad van de brief; tot aan
dit punt werd de tekst overgenomen uit Biekorf. Daarbij werd
de y als ij gespeld en werden de leestekens verwaarloosd. 5
In Franse handen. 6 Als. 7 Om. 8
Spoedig. 9 Wat betreft. 10 Talavera.
11 "...eerste legercorps van het leger 2e divisie
in het kamp te Sta. Maria in Spanje." In een andere hand is
op het laatste blad toegevoegd: "Geantwoord den 27 meije 1810."