Brief Nr 267 Uit Spanje en Portugal

O 179 ZWEVEGEM

A Monsieur Monsieur Winnacus de Blauwe Grand aubergiste Dans Longe rue de pier a Courtraij30 pour Remettre a pierre Johoma Coucke Deumurant a la Comunne swevegem Departement De la Lijse Canton Courtraij1

Tolosa Den 19 febriarius 1811

zeer Beminde Vader Ende Moeder Susters En Broeder

Naer Ul. hertelijk Gegroet te hebben kan niet Mankieren2 van te antwoorden op ul brieven Daete Den 3 (?) janiarius 1811 En Den lesten van daete 12 Der selver maend waeruijt ik Verstaen hebbe als Dat ul noch al in Goede Gesondheijd zijt het welk mij Groot plasier Gedaen heeft En aengaende van Mijne gesondheijd Die is ook noch Geheel goed Maer uwen Brief Van Daete Den lesten heeft Mij al Eenen kant Geen Groot plasier Gedaen of diswille dat3 ul den raed gedaen heeft Van Den post Meester van cortrijk Dat ik verstaen Dat hij zegt Dat Men Daer Geen Geld En kan bekomen Maer Was Dinkende Dat Den post Meester meer verstant als dat hij En heeft4 of mogelijks moet het ul zijn Die Mij zoo Eene leugen komt op te schrijven want om ul te laeten weten als dat 'er Bij ons zoo dagelijks woord5 Geld Gegeven aen die hune Brieven Van hun familie Bekomen maer moet ook Eene Reconisence6 Van Blauw papier zijn of anders is het Gelijk Den post Mester zegt van wit papier kant 'er niet mede doen maer van Blauw papier van dage onsen Brief morgen ons Geld Daerom Ben verhopende als ul mij desen keer Eenig Geld zult opsenden Voor Den lesten keer van mijn leven mogelijks Dat ik ul zal schrij(ven) Want als wij Eenen voorder7 in spanien zullen zijn zullen wij mogelijks niet meer konnen schrijven En Mogelijks Dood zijn Eer langen tijd zoo Dat niet En twijffele of ul trachten te vooldoen aen Mijn versoek voor desen keer En Mogelijks Den lesten keer van ons leven voorders hebbe verstaen uijt ul Brieven als Dat mijn peter dood is als ook Leersnijder van cortrijk en verschelde8 van binnen cortrijk En mere van de Maele9 En hebbe ul niet meer te schrijven voor desen keer En verhope van antwoorde cito cito

zijn Beminde vader En moeder susters En broeder

ik blijve ul dienaer En sone

petrus joseph coucke

Maer ul schrijft mij niet van Mijn broeder of zij Gelot10 hebben ofte niet En versoeke te weten hoe houd11 Dat ik Ben En Belaste12 als ul schrijft van ider Brief op zijn Eijgen te schrijven Mijn adres Gelijk het hier vogt13 a Monsieur pierre joseph Coucke soldaet au 50em Regiment De Ligne 3em Bataillon 1er Compagne En Garnison a tolosa En Espagne
Joannes Caplux

Die Dagelijks Bij Mij is Daer op Dat ul mag Gefondert14 zijn Want hij tegenwoordig onder de Gernadiers15 is door zijne Groote16 hij heeft verstaen uijt mijnen Brief als Dat zij suster Gecondemneert17 Geweest heeft voor het prison18 het welk hem Groote pijne19 Gedaen heeft maer heeft ook verstaen naer het ontfangen van Den brief van pierre Coucke Dat Den MijEr20 verlost21 het welk mij Groot plasier gedaen heeft voorders komt hij zijne susters te versoeken op alle Liefde En Vriendschap van Mij Eenig Geld te willen opsenden om Mij wat te helpen in mijnen nood En twijffele Geensins of ul zult trachten te voldoen aen versoek voor desen keer En versoeke als dat ul zoude De Complimenten Gaen doen Lapoutre van Banhoud en vraegen of hij noch niet vergeeten En heeft van het Gone22 hij tegen mij Geseijd heeft tot Brugge Dat moste schrijven naer hem Dat hij op mij zoude Gepeijst hebben En voorders7 versoeke te weten hoe Dat het met mijn Lief Gaet Die ik lest hebbe moete verlaeten En voorders versoeke te weten of ul Daer Geene onkosten En heeft van Gecomdenneert zijn voor het prison En moet het mij op schrijven voorders laete ul weten als ul moet Eene Blauwe Reconicense6 in Den Brief sluijten of anders zoude ik Mijn Geld niet konnen Bekomen En doen de complimenten Jan Lavens En zijn huijsvauwe En al de Gebeuren

Zeer Beminde susters En Ben ul Broeder tot de dood het adres van Caplux hier volgt

+ 23 jan Caplux

Jean Caplux Grenadier au 3em Btlon du 50em Regt En garnison a tolosa En Espagne a tolosa
petrus joseph coucke

Laet weten als Dat het al te Nasten Bij 3 weeken is dat (ik) Van jan Cotenier niet Gesien En hebbe maer van prinse(t) van harelbeke tot24 hij Content is in zijne zone want is Onder het 43 regiment En Cotenier ook maer zijn Gelijk ik En Caplux Cotenier die is ook onder de grenadier En princet ook onder de Eerste Copagnie maer die ligen 3 steen25 voorder Eene stad Genomt Victoria ul zoud mogelijks verwoonderd zijn waer om dat zij niet En schrijven het is om Dat zij niet En konnen dat26 zij Geene cameraeten En hebben die konen schrijven maer zoo haest dat27 wij noch Eens te saemen komen zullen wij te saemen schrijven

Petrus Joseph Coucke

Voorders laete ul weten als dat vercotre onder die voltisurs28 En dat hij noch Goed En Gesond is

En dat ik Bij francois verhust Geweest hebbe als paseeren29 En Goed de complimenten aen zijn vader En Moeder En was onder het 82 Rigement

Aantekeningen


1 "Groot herbergier in de Lange Steenstraat te Kortrijk om te bezorgen aan P.J.C. wonende in het dorp Zwevegem departement van de Leie Canton Kortrijk." 2 Nalaten. 3 Hierom dat. 4 Ik dacht dat hij er meer verstand van had dan hij heeft. 5 Wordt. 6 Reconnaissance, wissel. 7 Verder. 8 Verschillenden. 9 Van de male, deze keer. 10 Geloot, voor de dienst. 11 Oud. 12 Draag op. 13 Volgt. 14 Gefundeerd, verzekerd. 15 Grenadiers. 16 Vanwege zijn lengte. 17 Veroordeeld. 18 Gevangenis. 19 Verdriet. 20 Burgemeester, bestuurder van het canton. 21 Vrijgelaten. 22 Hetgeen. 23 Coucke schrijft mede voor Caplux. 24 Dat. 25 Steden. 26 Omdat. 27 Zodra. 28 Voltigeurs, infanteristen. 29 Al passerend, in het voorbijgaan. 30 De Lange Steenstraat in Kortrijk.


Zie de originelen         

Site van Jan van Bakel