A Monsieur Jean
de Cam 'a moorselede canten d' Jperen de partement
de Lalijs Par Bruges a moorselede 'a Vlanderen1
Le 15 meije 1811 Beminde Moeder,
en Broeders, Deezen om hunlieden2 telaeten
weten den staed van mijne gezondheijt, den welken nog heden
seer goed is, en van hunlieden kome ik het selve te verhopen,
Dus Beminde Moeder en broeders, ik ben zeer verwondert
als dan ik van hunlieden geene handworde en ontfange, en nogtans,
hebbe ik hunlieden al twee brieven toegezonden, den Lesten
was gedagteekent uijt Caporosa a navarr en Espagne3;
waer in ik hun hebbe laeten weten den staed van mijne gezondheijt,
alsmede quame ik hunlieden Eenig gelt teverzoeken en waer op
ik tot nu toe nog geen handworde en hebbe ontfangen, waer
in ik zeer verwondert zijn, Alsook beminde moeder en
broeders, zijt zoogoed, van mij handworde teschrijven op het
spoedigste, op dezen brief, en mij telaeten weten den staed
van hunlieden gezondheijt, als mede, mij wat Gelt mede tezenden,
als het hunlieden belieft, want ik nu heden in groote armoede4
zijn, jmmers ik hade nooijt gelooft dat een mensch zoo veel
armoede konde uijtstaen gelijk wij uijtstaen alle dagen, als
ook ik ben seer verlangende om van hunlieden eenen brief teontfangen,
als ook laet mij weten wie er al gelet5 is van mijne
prochie6, als ook laete ik hun weten als
dan ik op den 23 en 26 van de maend maerte in groote bataillie7,
hebbe geweest tegen, de bregandase8, en wij hebben
van weder kanten veel volk verloren, maer toch ik hebbe het
geluk gehad van niet geblesseert9 te werden Beminde
moeder nuheden zijn wij alle dagen in prijkel10
van gevangen te worden van de brigandaze, maer beminde moeder
en broeders leest en bid voor mij, dat ik er niet van gevangen
en worde, want sij worden vreedelijk gedood, Dus,
als hunlieden een sertificaet noodig hebt zijt zoo goed van
mij het telaeten weten, maer het moet mij vijf frans kosten
D(us) waermede Blijve in afwagtinge van handworde
met haeste11, en met de complementen aen alle mijne
goede kennisse Beminde Moeder en Broeders,
u D: W: zoone
Pieter de Kam Doet de complementen aen ***
van zijnen Joseph die ik hebbe
gevonden in de stad tudela12 in Spaenden fris en
gezond, en Jan paezens van slijp
molemaker van stiele13, en doet de groetenisse ae(n)
zijne ouders, Le voisla mon adris a Monsieur pierre de kam cha(sseur) au 15me Regement
d' infanterie Legere 2em(e) bataillion 4em compagnie 2eme Regement
provisoir 'a garnisoen en tudela 'a navarre en Espagne14
Geschreven door mij Willem
bij order van15 Pierre de
cam Aantekeningen Brief Nr 271 Uit Spanje en Portugal
N 78 MOORSLEDE
als hunlieden mij gelt op zend, de connisa(ntie)16
moet van blauw papier zijn of anderzins en saude ik mijn gelt
niet cennen ontfangen in Spaenden en wagt geenen dag van teschrijven,
1 Bijgeschreven door
een andere hand: woenagtig tegen het dorp. 2 U.
3 Caporosa (?) in de Spaanse provincie Navarra.
4 Ontbering. 5 Geloot, ingeloot voor
de dienst. 6 Parochie, dorp. 7 Veldslag.
8 Brigands, guerilla-soldaten. 9 Gewond.
10 Gevaar. 11 Met spoed. 12
In Navarra aan de Ebro. 13 Beroep. 14
"...Jager in het 15e regiment lichte infanterie 2e bataljon
4e compagnie 2e voorlopige regiment in garnizoen in Tudela,
Navarra, Spanje." 15 In opdracht van. 16
Reconnaissance, wissel.