a monsuers
martin sijes aen de wedeuwe a ardoie departement de
lalijs in de mortelstrate tot ardoie a vlandre Lougrouren1
(?) dezen 16 juni 1811 Zeer beminden vader Ende moeder
en broeder Jk Laete ul weten als dat ik nog (in) goede
gezondheijd en ik laete ul weten als en ik verhope van ul het
zelve en ik als gij Een sertificaet no(dig) had voor mijn
broeder gij mout2 cijto wederom ik zal zijto Een
opsenden en wij hebben ook drie maenden lang bij den vieand
gelegen waer dat wij alle daege nacht mosten buiten slaepen
en al bij3 geen brood om te leven waer dat wij alle
daege den vieand zaegen en mosten daer tegen vegten waer dat
er alle dage veele dood bleeven maer godelof ik ben niet geblesert4
waer over ik god lof en danke en wij zijn nu al 70 uren afgekomen
wij zijn nu in Een beter stercke5 daer dat het wat
beter gaet maer het is al gelijk Een dier leven want spanen6
is aal geel7 Een arremoede Land (ik) verzouke als
het Eenigzins mogelijk dat gij zoude wat geeld opzenden want
ik ben groote arremoede want hent8 is ommogelijk
van te leven zonder geld en ik hebbe ook geweest bij jean canniet tot palusia9
(?) en tot valladolic10 en hij is mogen afgkomen
naer vrancrik om Een ander peerd want hij heeft zijn peerd
verloren in den slag en gij moet mij wederom schrijven als11
mijn mijn broeder al gelot12 heeft en wat numero
dat hij getrokken heeft en wie al daer in gevallen heft13
van mijne kennisse en als10 zij al zijn moeten oggen14
in15 en in Spanen den snieuw die liegt geele16
jaeren in spanen want daer ligt zijn brgen17 als
gij daer tusgen gaet dat men nog zonne nog maene en ziid18
daer (da)t eer geen menschen konnen opgen19 en tusschen
de bergen is het zoo heijd is dat het niet herdelijk20
enis en op bergen is het zoo koud dat niet herdelijk en is
g en gij moet de coplementen doen aen
Julij koulerliers en dat zij moet de coplementen wederom21
schriven en ik ben grootelijks verwondert om te weten hoe
het gaed (e)nde kinderen van versten
muelaers ik hebbe hooren zeggen dat hij dood is waer
mede ik sluite mijn brief
francus sies uwen zoen en gij moet Eene blouwe
collisane22 in den brief steeken mijn addris a monsuers
francis sijes soldaet du la
garde jmperiaele volliguer du 2 regement 3 companie 1 batalion
a spanen a lo**grora23. Aantekeningen Brief Nr 273 Uit Spanje en Portugal
N 41 ARDOOIE
1 Wellicht Logrono. 2 Moet. 3
Al bij: bijna. 4 Geblesseerd, gewond. 5
Streke, streek? 6 Spanje. 7 Algeheel,
geheel en al. 8 Het. 9 Palencia? 10
Valladolid. 11 Of. 12 Geloot, voor de
dienst. 13 Wie erin gevallen is, wie ingeloot is.
14 Opgaan. 15 En: hebben. 16
Hele. 17 Bergen. 18 Ziet. 19
Opgaan. 20 Te harden, uit te houden. 21
Terug. 22 Reconnaissance, wissel. 23
"...Soldaat van de keizerlijke garde, infanterist van het 2e
regiment 3e compagnie 1e bataljon in Spanje te L."
De
naam Sijes te lezen als Seys. De straatnaam Mortelstrate is
niet terug te vinden in de registers van Ardooie. Jean canniet
is wel Jean van Canneyt.