Brief Nr 278 Uit Spanje en Portugal

N 42 PITTEM

masuer martienus dijnne tot pietthem a* vlaenderen departement de la lijs caton de thielt cietoo cietoo

en dezen berib1 is geschreven den 6 novembre

Beminde zusters ende broeders

ik laet ulieden weeten dat ik noch wel en gezond (be)n tot noetoe2 en ik verzoeke antwoorde wederom3 zoo haest ost mogellijk is en ook verzoeke ik wat gelt os mogelij(k) is wan4 wij hebben genoeg van doene5 en ook moet gilder6 schrijven al de niege niewgeden7 die er tuijs zijn en ook schrijven ik niews van dat zij in portigael geweest hebben wij zijn den tijd meije uijt portigael gekomen wij hebben ach maenden in portigael gewest van de ach maenden hebben wij onder geen dack geslapen altijd buijten alle mets8 geslapen dat waeter onder ons liep en ook van ons herten9 (?) wij hebben daer geen raesion10 niet anders dan dat wij en paken11 wij hebben allemets geweest twalf vierthien dagen geweest zonder broot geweest en ook geweest twee maenden lang geweest dat wij niet en haeden of tuijsgetaerwe12 broot dat alf vort13 was maer ook hebben wij geweest en poose in portigael wij haeden wijn te drinken zoo veel of wij wilden drinken kaffe zuijker seem14 alles damme15 wilden maer wij hebben ook twee of drij keeren wel moeten vechten mensch dat zeggelijk is odik16 Kogels daer vloogen dat agelsteenen niet diker en konen vliegen en oos17 de slag gedaen18 was wij hebben zoo bij ijgelsche19 geweest en op wach gestaen dat wij met onse boeinitten20 aen malkanders kosten steeken en ik blijve ulleden (?) de groetenisse en ulder brieb1 die g(i)lder6 schrijft moet naer Sallemak21 doen komen en wij zijn onder 66 regim(e)nt viijer22 bateljon derde compie 5 dievicion23 dearm* armee portiegael in24 ik schrijve de compelementen van jandegelder ik weet niet leeft of dat hij doot is in portigael en ook de complemente* van moeders van zijn drij z*n *or nie gez*n hebben

Aantekeningen


De brief wordt genoemd door V. Arickx, 2-9-1967; zie de Inleiding. Uit een aantekening op het adresblad blijkt dat de brief ontvangen is op 1 december 1811. 1 Brief. 2 Tot nu toe. 3 Terug. 4 Want. 5 Nodig. 6 U. 7 Nieuwe nieuwigheden, het nieuws. 8 Altemets, soms. 9 Eten; wat ons eten betreft. 10 Ration, rantsoen, toelage, loon. 11 Niets anders dan wat wij pakken, stelen. 12 Van Turkse tarwe, van mais. 13 Vort, verrot. 14 Zeem, honing. 15 Dat we. 16 Hoe dik, dicht. 17 Als, toen. 18 Voorbij. 19 De Engelsen. 20 Bajonetten. 21 Sallamanca. 22 Achtste. 23 Divisie. 24 En.


Zie de originelen     

Site van Jan van Bakel