masuer
martienus dijnne tot pietthem a* vlaenderen departement
de la lijs caton de thielt cietoo cietoo
en dezen berib1 is geschreven den 6 novembre
Beminde zusters ende broeders ik laet ulieden weeten
dat ik noch wel en gezond (be)n tot noetoe2 en ik
verzoeke antwoorde wederom3 zoo haest ost mogellijk
is en ook verzoeke ik wat gelt os mogelij(k) is wan4
wij hebben genoeg van doene5 en ook moet gilder6
schrijven al de niege niewgeden7 die er tuijs zijn
en ook schrijven ik niews van dat zij in portigael geweest
hebben wij zijn den tijd meije uijt portigael gekomen wij
hebben ach maenden in portigael gewest van de ach maenden hebben
wij onder geen dack geslapen altijd buijten alle mets8
geslapen dat waeter onder ons liep en ook van ons herten9
(?) wij hebben daer geen raesion10 niet anders dan
dat wij en paken11 wij hebben allemets geweest twalf
vierthien dagen geweest zonder broot geweest en ook geweest
twee maenden lang geweest dat wij niet en haeden of tuijsgetaerwe12
broot dat alf vort13 was maer ook hebben wij geweest
en poose in portigael wij haeden wijn te drinken zoo veel of
wij wilden drinken kaffe zuijker seem14 alles damme15
wilden maer wij hebben ook twee of drij keeren wel moeten
vechten mensch dat zeggelijk is odik16 Kogels daer
vloogen dat agelsteenen niet diker en konen vliegen en oos17
de slag gedaen18 was wij hebben zoo bij ijgelsche19
geweest en op wach gestaen dat wij met onse boeinitten20
aen malkanders kosten steeken en ik blijve ulleden (?) de
groetenisse en ulder brieb1 die g(i)lder6
schrijft moet naer Sallemak21 doen komen en wij
zijn onder 66 regim(e)nt viijer22 bateljon derde
compie 5 dievicion23 dearm* armee portiegael in24
ik schrijve de compelementen van jandegelder
ik weet niet leeft of dat hij doot is in portigael en ook
de complemente* van moeders van zijn drij z*n *or nie gez*n
hebben Aantekeningen Brief Nr 278 Uit Spanje en Portugal
N 42 PITTEM
De brief wordt genoemd
door V. Arickx, 2-9-1967; zie de Inleiding. Uit een aantekening
op het adresblad blijkt dat de brief ontvangen is op 1 december
1811. 1 Brief. 2 Tot nu toe. 3
Terug. 4 Want. 5 Nodig. 6
U. 7 Nieuwe nieuwigheden, het nieuws. 8
Altemets, soms. 9 Eten; wat ons eten betreft. 10
Ration, rantsoen, toelage, loon. 11 Niets anders
dan wat wij pakken, stelen. 12 Van Turkse tarwe,
van mais. 13 Vort, verrot. 14 Zeem, honing.
15 Dat we. 16 Hoe dik, dicht. 17
Als, toen. 18 Voorbij. 19 De Engelsen.
20 Bajonetten. 21 Sallamanca. 22
Achtste. 23 Divisie. 24 En.