Brief Nr 289 Kustverdediging en vloot

H 112 WOUMEN

au citoijen Jacobus pauwels tot woomen canton dixmude partiment de La Lis a flanderen sito sito

Op Den 4 Janewarius 1801

Seer beminden vader Ende moeder zusters Ende broeders

jck en laet u niet van Eelck Een goe geluck en zalig neijw jaer te wenschen en aen mijn peiter1 en jck Laet uL weten als dat jck in de staet van volle gezonheijd ben maer ik ben nog Eens op Een sligte weg te weege om te swille2 wij zijn nog keer op het water om naer jmirica3 te gaene en ik hebt jn mijn Laste brieft vernomen als dack4 zou weeg Lopen maer het was onmogelick want in het te hebber nog weg geloopen maer zij mosten tussen de wachten krupen en te waeren nog heniste5 die gij schoten6 waeren van de wachten wij zijn van daer naer brest vertrocken en heel slcht wire7 te werden maeken wij en hebben ton niet gekon8 maer ik en ben niet benauwt dan9 wij zun10 vertricken want de Eengelsche zijn alle daege voor de raede11 van brest en jck versocke als gij den brieft aenfangt12 Dat gij zoude sito wederom schreijven hoe dat tus13 al gaet en wij seggen stief14 dat vride15 met den keijzer is en ik ben nog in het selue lision16 maer ick sijn van de sesde compagnie in de Eerste compag(nie) gekoomen gij moet schrijven naer de Eerste in het Eerste battillon

Joannes baptieste pauwels

uwen oodmoedig toenigen17 zoone

Aantekeningen
Vergelijk de brieven 144, 145 en 287 van dezelfde schrijver. De brief is van de hand van Gabriel de Crock; vgl. brief 287. De brief is gepubliceerd in Biekorf; zie de Inleiding. 1 Peter. 2 Hierom. 3 Amerika. 4 Dat ik. 5 Enige. 6 Geschoten, neergeschoten. 7 Slecht weer. 8 Wij hebben toen niet gekund, niet kunnen vertrekken. 9 Dat. 10 Zullen; hij bedoelt: we zullen vast niet vertrekken. 11 Rede. 12 Ontvangt. 13 Thuis. 14 Stijf, voortdurend. 15 Vrede. 16 Hetzelfde legioen. 17 Toegenegen.


Zie de originelen       

Site van Jan van Bakel