A Mousieur mousieur Vanlerberge a miennen Demuert au Gran
marge De partement de la Lijs a Meennen sito sito seer beminde moeder zusters Ende broeders
jk Laet uE weten als Dat jk Den 16 novembre jn Lorient
gearriveert ben jn vulle gezondheijd En tot Dat jk wel plaisieren
hadt1 heeft op mijne rotte2 En wij trekken
voor onze preij3 Een halven stuijver En Een pond
En half brood En Een half pond vleesch Daegs En wij moeten
alle Daege voor Den noene4 twee uren ExErseren En
naer Den noene Drie uren En jk ben jn het zevenEnveertig resijment
t' hel(f) compaie5 tweede battilion En van soo Dat6
jk mijne ExErsijsie konnen jk zal uijtvercosen zijn voor gernardier7
En jk bidde uw moeder zusters Ende broeders En Dat jk verzoeke
Dat gij moeder zusters Ende broeders het beste zoude willen
Doen om mijne Der uijt helpen gelijk als gelijn8
gezeijd heeft, want het En js niet Leventlijk9 En
jk En verlange maer om tusch10 te worden En als
wij vertrokken zijn uijt brugge wij wij waeren met honderd
En zeventig conerijs11 En als wij gekomen zijn binnen
rijssel wij En waeren maer met vierEnDertigen meer En De zee
slaet tegen De meuren van ons cartier12 En wij zien
De Engelschen alle Daege En jk vraege De benedictie13
moeder zusters Ende broeders Loriens jn bretaien Den
18 novembre Dat jk verzoeke om antworden wederom14
sito sito sito sito 1806
martinnus van coillie En wij hebben gemarsiert
187 uren wij moeten weten den naeme van uwen kapetin
ofte cornel maer ghij mout uw selven daer proberen15
Aantekeningen Brief Nr 300 Kustverdediging en vloot
N 132 MEENEN
Vergelijk brief 301 van dezelfde
schrijver. De brief is gepubliceerd in Biekorf; zie de Inleiding.
1 Gehad. 2 Route. 3 Als soldij.
4 Na de middag. 5 Elfde compagnie. 6
Van soo dat, zodra. 7 Grenadier. 8 Gijlieden,
gij. 9 Niet om te leven, niet uit te houden. 10
Thuis. 11 Conscrits, dienstplichtigen. 12
Kwartier. 13 Zegen. 14 Terug, aan mij.
15 Deze zin is waarschijnlijk niet van de auteur
afkomstig.