a monsur monsur jan amand de wolf la comun de oostrobeke
condon1 de oostrosbeke arondesemend du cortrck2
departemend du la lijs oostrosbeke sito sito
majanse3 den 10 september 1808 zeer bemende
vader en de moeder broeders ende zuijsters naer alle
liefde en hertelijke groetenessen laet ik u.L. weten den staed
van mijne goete gezontheijd verhopende van u.L. het zelve zal
mijnne brief u.L. venden ik laet u.L. weten als dat ik vertrokken
ben van schelestatt4 naer stradsborg en wij hebben
daer ontrend de 6 weken stelle5 gewesd en wij zijn
nu naer maijanse getrokken en wij moeten nu naer berlin dat
is de hogstat6 van prusen en wij moeten nog ontrend
200 vuftig huren maceren eer dan wij daer zijn dog ik verhope
van van u.L. nog in did leven nog te vinden in volle gezondheijd
maer ik versoke van uL dat gij voor mij zoude bidden ik zal
voor u bidden want het is zer sligd onder de troppen alhowel
wij nu tegenwordig niet en conen klaggen want wij eten ende
drijnken genog hebben vel beter dan wij in gaerneson laegen
maer men zegd zoo dan wij over den rijen7 zijn daer
wij nog gelt nog brood en hebben niet anders dan van de boeren
of borgers daer wij logeren aengande van jgnatius
gekiere8 wij weten wel dat sij in verwonderinge
zijn9 van zijn certefecaet voor zijnen broeder het
en is zijn faute niet wan10 hij heft wel van de
6 weken dat wij de stradsborg gelegen hebben 5 daer van in
het hospedael gelegen met een zer and11 ende haden
wij daer nog mugen 5 dagen blijven hij hat gehad12
ok verzoeke jgnatius gekierre
dat zij zouden de compllemenden doen aen jgnatius
cokuijd van joannus daeveloese
(?) dat hij nog in volle gezontheijd is ok laet ik
u.L. weten als dat daer wel 70 duijsend maenen13
af comen en wij gaen daer naer toe van daer dan14
sij comen en men en zegd anders niet als dat het daer goet
leven is ik en verzoeke gene antword te hebben ik zal
schrijven zoo ast15 als ik zal stele leggen16
mij geschrijfde17 en gelijkd niet vele maer ik en
ha(d)de de geleg(enheijd n)iet van een ander de doen schrijven
uL zoen Joannus
baptistam De Wolf Brief Nr 38 De Veldtochten in het oosten
O 4 OOSTROOZEBEKE
1
Canton. 2 Kortrijk. 3 Mayence d.i. Mainz (FdT).
4
Sélestat. 5 In rust. 6 Hoofdstad.
7 De Rijn. 8 De schrijver van brief
105. 9 Zich bezorgd maken. 10 Want. 11
Een gewonde, pijnlijke hand. 12 Hij zou het, nl.
het certificaat, gehad, gekregen hebben. 13 Mannen.
14 Daarnaar toe vanwaar (daarnaar toe vanwaar dat).
15 Haast, spoedig. 16 Stil, in rust liggen.
17 Geschrift, schrijfsel. Uit deze opmerkingen blijkt,
dat niet alle in opdracht geschreven brieven door analfabeten
gedicteerd zijn.