Brief Nr 41 De Veldtochten in het oosten

N 139 WEVELGEM

A Monsieur Monballieu chez mr Deneikere Boucher1 à Wevelghem près De courtraij Dept de la lijs

strasbourg Den 16 Junij 1809

Beminden vader ende Broeder

Jk hebbe ul: Brief wel ontfangen het Doet mij plaisir Dat gij noch in goede gezondheijd zijt maer ik Ben zeer verwondert dat maertens van Brugge ul: zoolang komt chagrinieren2 over De ses kroonen Die ik hem geleent hebbe ul: mag staenfastig aenhouden dat hij mij maer zoo veel geleent en heeft in alle justien ende wetten3 hij heeft geschreeven aen twee van mijne vrienden Dat ik zoo en slegt jongen was, maer hij spreekt geheel contrarie4 het is Den slegsten mensch Die ik kenne, hij schrijft of waer Dat5 het hem hondert kroonen zoude kosten dat hij het zal vervoeren6 ende mij in het kot7 te Doen steeken, ik ben Daer niet benauwt8 van, hij schrijft ook Dat Den capitain van Brugge geschreeven heeft aen mijnen capitain, maer het is een mensch die redens verstaet9, ik hebbe eenen vriend die hem De zaeke zal uijt leggen gelijk zij is en Die zal zeer wel hem Doen verstaen de Deugenieterie die hij ons gedaen heeft, hij en moet niet schrijven Dat ik zoo slegt ben, en Dat ik onder Den weg met geene kroone en konde geraeken10, het is geheel gemakkelijk om het te gelooven als wanneer Dat ik hem niet en vraegde daegelijks om te eeten ende drinken aen eene schoone tafel hij beloonde ons met een slegt logement, ende ook als ik mij bedwongen gevonden ben van mij te Doen voeren in eene voiture met verscheijde van mijne cameraden hij was altijd bij ons, Den heer en was niet content met een kleijn maer altijd van het alderbeste, en noijt in Den zak om te betaelen

van gelijke hij schrijft ook in het vertrek van strasbourg Dat hij mij eene kroone gegeeven heeft, het en was maer een franc, ul kont Denken wat voor en capoen11 het is.

om De zaek niet lang te maeken ik zal ul: Doen kennen op De maniere12 Die hij ons gehandelt heeft, van Betaelinge ende Broot, hier Bekomt gij in zaeke van noot13 differente signaturen14 van mijne cameraden hoe groot Dat hij ons bestoolen heeft, hij moeste ons Daegelijks geeven elf stuijvers en een alf Broot, wij hebben ses en twintig Daegen op Den weg geweest, en Daer is een groot nombre15 Die niet gehad en hebben, en Daer zijnder die thien sous16 gehad hebben de aldermeeste zijn vijftig sous onder geheel de voijage en Bijnae noijt Broot, tot het teeken Der waerheijd in cas van noot17 ik zende ul: De aenteekenen18 hier onder waervan ul: kont bedienen, en gelooft mij staenvastelijk

ul Dieswilligen En getrouwen zoon

La marque de + Pre monbaillieu

p.s. De complimenten aen alle mijne vrienden
Mijn adres is monsr Monballieu chasseurs a cheval Du 7 regiment 9e compe. au Depot a strasbourg



           Defranc         mistiaens       garemijn        holvot
           daess(?)        havet           maerkies        ***
                                                           ***
           Drijver         petrus debal    Ekelsbeke       Denijs
           De wachter      Rate            Brigadier       M de Stoop
           Costijn         Kicken*                         Storm

in cas van noot Daer zijn er Differente Die niet en konnen schrijven maer Die zouden konnen getuijgen De waerheijd

Aantekeningen


1 Slager. 2 Lastig vallen. 3 "Volgens alle beginselen van het recht." 4 "Hij zegt het tegenovergestelde; hij draait de zaken om." 5 Of waer dat: indien. 6 Volvoeren. 7 Gevangenis. 8 Bang. 9 Voor rede vatbaar is. 10 "Niet aan een kroon genoeg had." 11 De Bo: deugniet, schurk. Vl. kapoen, deugniet, schurk. 12 De manier waarop. 13 In geval van nood. 14 Handtekeningen. 15 Aantal. 16 Stuivers. 17 In geval van nood. 18 Handtekeningen.
Deneikere moet waarschijnlijk zijn Deneckere.


Zie de originelen         

Site van Jan van Bakel