Brief Nr 44 De Veldtochten in het oosten

H 69 OOSTKAMP

A monsur monsur gulilmus de geijter * oescam Canton de bruge departemend de la lijs cito cito a flandre

neijstad1 den 7de septemben 1809

Zeer beminden vader en moeder

ik laet ul weeten als dat ik nog in voolle gezonteijd zijn en ik laet ul weeten als dat wij vertrocken zijn den 12 van meij naer weenen en over weenen hebbe ik in de groete batalle die heft gedurt drie daegen lang zonder daer wijt te koemen en ik laet ul weeten als van den dat wij uijt passou2 vertrocken zijn hebben wij onder den blouwen heemel moeten slaepen wel 6 weeken lang om reeden het was al in brade3 geschooten dat ter was en hebbe wij megenen4 dag gewest dat wij gen broet gezijn en hebbe en adden wij anders niet te heeten als perdevlesch te heeten zoo gij kan wel dinken hoe dat het gegaen is en wij hebben over de doen gerin gelik over de kalzijn5 ik laet ul weeten als dat wij hier in ongerland6 bij de boeren *en waer dat de joeden baerden draegen die tot aen den naeffel van hunder buick koomen ik verzoike de zoude wellen7 de complementen doen van Joannus Keesebelk en ik presemert8 dat pieter wontergen doet is zij hebben te gaere in batalle gewest en wij verwagten alle daege het order om te moeten vertrekken naer de slag gij moet de complementen aen Charolus bultijnck zijn vader en aen zijn susters en aen zijn broeders en ik ben den 5 van deze maend bij hem gekoemen en hij is nog in volle zonteijd en ik verzoike dat gij zonder foute9 zoude wellen antworde wellen schrijven wat nijuws datter tot oeskam10 is en gij moet schrijven onder wat Koer11 dat mijn broeder is zonder foute

mijn adris is aen monsuer pieter de Cloet saldat dutrin 11 bateljon princepal 2 copa dartellerie a la gran parek la aermeij ditallen12

pieter de Cloet13

gij moet de complementen doen van ferdinandus de geijter aen zijn moeder en aen broeder en hij is nog in volle gezonteijd en hij ligt in mijnen het h*** mijn gedogt14 dat ik mijn couzijn gezijn15 hebbe Joseeves porguir

Aantekeningen


De brief is gepubliceerd in Biekorf; zie de Inleiding. 1 Märisch-Neustadt, nu Unschov, in Tsjecho-Slowakije; aldus J.D.S. in Biekorf. 2 Passau, in Beieren, aan de Oostenrijkse grens. 3 Versta: brande. 4 Menigen. 5 "Wij hebben over de doden gereden als over de straatstenen." 6 Hongarije. 7 Willen. 8 Présumer, vermoeden, menen; ik vermoed. 9 Zonder foute: zonder mankeren. 10 Oostkamp. 11 Corps. 12 Het leger in Italië. 13 Volgt een driehoek, de handtekening van de afzender die niet kon schrijven. 14 "Het is mij voorgekomen." 15 Gezien.


Zie de originelen         

Site van Jan van Bakel