Brief Nr 63 De Veldtochten in het oosten

N 78 MOORSLEDE

Aan Naas Cokhuit de Partement de Lalis arondissement *** Canton Passendaal (?) A Moorsleeden (?)

Wolgast1 den 13 November 1812

Beminde ouders Zusters en B(roe)ders.

ik Laet ul weten den staat van mijne goede gezondheid en hoope van ul het zelven want als het anders was het zou Mijn grootte pijn doen en den vreeden in het Huijsgezient en ik heb geschreven naer van Eulgt tot verlo2 (?) Maer ik peize dat den Brief niet toegegaan3 en is want ik verwonder mij dat ik geen antwoord gehad en heb of het zou moeten zijn dat den Brief niet toegegaan4 en is en het gelt dat gij Mij hebt op gezonden dat algelijk ontfangen want als van Eulgt5 dat Mankeert niet en had het niet geweest Met ockasie6 ik en hadde nog niet konnen schreiven want het te veel van post zeuven schenlingen7 van eenen Brief en ik en heb nog genen steuver want toen ik het gelt ontfangen heb toen heb ik Mij daar een goede broek en kouzene van gekoegt zoodat ik Maer eenig gelt heb over gehouden om een weinig toe Bak8 te koopen en wij hebben altijd Moeten Maceeren langs de zeehaave van Hamburg af en wij zijn in Grifswalt9 gekoomen daar heb ik gezien een zout Makerij van zee water en dat water dat worde gepomt met de wind Moolens en om dat al te schreiven hoe dat algaet dat is te lang om uit te drukken en wij zijn hier in de noorde zoo wijt aan de zee en daar is het zoo kout dat het onverdragekijk is en van het Nieuws en kan ik bezonder anders niet veel van schreiven als dat de spraak10 hier heel veel is dat het vreede is met de Russchee en ik schreiven u nu ook dat ik het soldaaten leeven niet gewent en kan worden want ik kreiger al lenken11 al meer droefheid in want die zijn vader en Moeder vermoort heeft die is nog te goet om soldaat te worden en ik bidden u dat ul op mij zult peizen12 in de kerke en op anderre plaazen en zijt zoo goet Lieven Ouders van mij wat Gelt op te zenden want ik en zal meschien in geen Half jaar ockasie13 meer hebben van (te) konnen schreiven en gij moet niet ongerust zij(n) dat ik een Duit zal uitgeven zonder Mijnen noott en wij hebben in zes maanden geen Duit gelt meer getrokken en wij zijn n(og) niet te verwagten en ik heb lang in groot verlangen geweest om eenen brief van ul te hebben en ik en hebbe genen ontfangen en ik verzoek van ul al het Neeuws dat daar js want gij hebt mij den Laasten keer mij niet geschreeven en de complementen aan u Vader en Moeder zusters en Broeders en verder aan alle mijne vrienden en goede kennisse
Adres Aan Lowie Cokhuit grennedier onder 8 Resiment en 4 Bateljon infantrie de Line in Wolgast in Zweeds pommern

en hier Mede blijf ik uwen beminde Zoon

Lowie Cokhuit

Aantekeningen
1 Wolgast, ten noorden van Berlijn. 2 Bedoelt misschien: Ik heb naar U (Eulgt) vanuit Venlo geschreven. 3 Aangekomen. 4 Aangekomen, nl. bij mij. 5 Als van Eulgt: wat U betreft. 6 Goede gelegenheid, gelukkig toeval. 7 Schellingen. 8 Tabak. 9 Greifswald, ten noorden van Berlijn. 10 Gerucht. 11 Allengs. 12 Denken. 13 Gelegenheid.


Zie de originelen         

Site van Jan van Bakel