a monsieur piere
soenen a bousseg1 canton Dalverdenge arondissement
D ipre Departement De la Lijs Dezen
24 october 1806 jk ben geherveerd2 tot
parijs jk zoude geijren, handwoorde krijgen ik zijnder geel
tegen mij gemoed3 seggen hoe dat tuijs al gaet en
hoe hooge datse zijn in de nombers4 En al de nieuwigheijd
van de proghije5 wij hebben al vele afgezien6
ons haer is al afgesneden alla7 buijten js (?) het
is kout tegen den wijnter jk En vrage niet anders als dat gij
En twaer8 avijs9 zoude vragen om dies
wille als gij gekleed zijt tis voor te leven of tander ter
zijnder in onze conpanie die schaes10 gaen konnen
tis nu En tijd zij moeten der al naer toe den hoorlooge is
groot wij hebben het lastig had sigten11 dat ik
van tuijs vertrokken ben wij hebben alle dage negen heuren
gedaen ik hebbe moeten schoen koopen van mijn geld a(n)ders
de preij12 En is maer twee hortiens13
daegs en brood is zoo letter14 wij hebben duer gebergten
waer dat de molon15 groeijt Ende serken groeijen
daer ook16 het is niet schijvelijk17
wat ik hebbe gezien al de steen18 waer ik hebbe
geslaepen tot rosselaere, meenen, rijssel, leijns, haras, dola(n)
hamijens, bre(te)*uij, Clermon(t) Lusars19, Engel
soenen jk vrage zeere havijs9 ten
konte niet haest zijn Aantekeningen Brief Nr 93 Her en der in Frankrijk
N 70 BOEZINGE
vader En moeder ik vrage zeere weder handwoorde wat ik mag
doen blijven of niet blijven20, anders als gij gekleed
word ten is geen Eijnde meer, loopen met de kleeren is dijsers21
voor vijf iaer en gij moet goei weder22 senden ik
zijn in de heerste conpanije in twaelfste rezement het derde
batlijon sasuer te voet
ange albert
soenen ilet arivee a paris dans Les premiere compagnie
douzieme Regiment troisieme batillion husaer a pied23
Vergelijk brief 23 van dezelfde
schrijver; vergelijk ook brief 22. 1 Boezinge. 2
Gearriveerd. 3 Tegen mijn zin. 4 Nummers,
t.w. van de requisitie. 5 Parochie, dorp. 6
Ontbering doorstaan. 7 Interjectie: alla, enfin.
8 Ergens. 9 Raad. 10 Schaars,
nauwelijks; die nauwelijks kunnen lopen. 11 Sedert.
12 Soldij. 13 Oordjes. 14
Luttel, weinig. 15 Molen, molensteen? 16
Bedoelt misschien: waar molenstenen en zerken gevonden worden.
Elders (brief 132) wordt voor dezelfde streek gesproken over
arduinbergen waaruit molenstenen worden gewonnen. 17
Schrijfbaar, te beschrijven. 18 Steden. 19
De beschreven route is: Roeselare, Meenen, Rijssel, Lens, Arras,
Doullens, Amiens, Breteuil, Clermont, Luzarches, Parijs. 20
Hij vraagt raad of hij moet deserteren of niet. 21
De ijzers, de boeien; soldatentenu betekent gevangenschap.
22 Mooi weer. 23 "Hij is gearriveerd
te Parijs in de eerste compagnie twaalfde regiment derde bataljon
huzaren te voet;" deze alinea is van een andere hand.