Jan van Bakel



Het verschil


Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Terug naar Archief
Terug naar hoofdmenu


Wij moeten ons natuurlijk wel realiseren dat al dat gevloek op oude communisten die zich een geloof hebben uitgekozen in een belachelijke poging om hun broosheid te verdonkeremanen en met twee handen aan de mond vreemde en abstracte zinnen schreeuwen die de indruk moeten wekken dat er een overtuiging in steekt, terwijl het alleen de twijfel is om het eigen vertrapte bestaan en de vrees niet voor vol aangezien te worden - wat is er beter dan opgaan in een menigte van stoer kijkende broeders en zusters die ergens iets zien dagen en die daarvoor, omdat juist al die anderen daar zo onheilig in lijken te geloven, wel bereid zijn het offer te brengen van het kleine burgerlijke levensgeluk en zelfs nog wel iets meer dan dat, niet van henzelf wel te verstaan maar van die anderen, ik vraag: wat is er beter dan dat - en ik zeg: wij moeten ons natuurlijk wel realiseren, als we zo weer netjes stoer en stevig naast elkaar staan in ons rijtje en naar links en rechts kijken om te zien welke van al die neuzen de duidelijkste weg van identiteit wijst waarvoor wij ons toch graag sterk zouden willen maken ook al weten we niet zo precies hoe zich dat zou moeten verhouden tot ons beroep, ik zeg andermaal: realiseren, dat nergens die communisten zo gehaat en gevloekt worden als door ons en dat al dat gevloek niets duidelijker aan het licht brengt dan dat het beste wat we ons van onszelf herinneren tot in de diepste duisternissen van de tijden toen de pausen nog Pius heetten weinig anders is dan een belachelijke poging om onze broosheid te verdonkeremanen, toen we in de economische neergang van onze beschaving, de opkomst van een nieuwe rechtlijnigheid, verdieping des geloofs, verroomsing van al ons doen en laten, vergroting van de christelijke gezinnen, het oefenen voor het misdienaarschap om op te gaan tot het altaar at de-oem koewie letiefiekat joeventoetem me-am, de teder gekoesterde wens in het reine jongenshart onmiskenbaar groeien wisten om eenmaal een soldaat te zijn voor christus koning in een priesterlijk gewaad, en daarvoor - en we beten op onze lippen - meenden te zullen kunnen lijden, jazeker wijzelf en niet die anderen, zelfs niet die schapen die niet van deze schaapstal zijn, hoewel toch ook wel schapen, ik zeg: dat moeten wij ons natuurlijk wel realiseren.

Jan van Bakel, 3 juni 1992

janvanbakel.nl

Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.

Terug naar boven