Sonnet

 
Het ijs is weerom water en het sneeuwen
is langzaamaan in regen voortgegaan.
Reeds krijsen in de bomen vroege spreeuwen
en zwermen meer in grote vluchten aan,

Nog loeien 's nachts de winden langs de deuren
en wielt door zwarte wolken een orkaan.
Nog kreunen oude bomen, dat ze scheuren
en kijkt het jonge lover zo ontdaan.

Hoe lang, o Lente, zullen wij nog wachten
op bleke en rose bloesempracht, op nachten
die zacht en vruchtbaar zijn en maanverlicht?

Strooi kwistig witte lissen in de grachten
en lok de bloemen uit, die nu versmachten
in regenwind, zon geef ons zonnelicht,

 
Jan van Bakel.

Het Carillon, Orgaan voor de studenten der Poësis en Rhetorica,
onder redactie van Jan van Bakel en Joh. van Kessel,
Seminarie Beekvliet Sint Michiels-Gestel 1945