Liefde en dood

 
Wij zullen nooit ontkomen aan de dood
maar leven desondanks als reeds ontkomen;
die onbezonnenheid van wilgebomen,
straks legt het jaar ze tot hun botten bloot.

En nu wij samen vol verlangen dromen
boven het leven in je ronde schoot
vergeten wij wat reeds is ondernomen
tegen dat lichaam door de wrede dood.

Al je gedachten keren zich naar binnen.
Je voelt zijn kleine leden in je bloed
langzaam bewegen en het doet je goed.

Maar wat kunnen gelieven nu beginnen
als elk gebaar waarin men zich beleeft
de dood bewijst dat men zich overgeeft.

 
Jan van Bakel.
Roeping, 30e jrg. (1953).