Ontbijt

 
Met het gelovig volk ga ik ter kerke.
In eikehouten banken kniel ik neer.
Ik zing ''Treed in'' en ''Gode zij de eer''.
Ik blaak van ijver voor de goede werken.

Ik lees je naam op afgesleten zerken.
Wij worden een als ik communiceer.
Ik bid, maar ik vertwijfel des te meer:
Heer ik geloof, kom mijn geloof versterken.

Het orgel overstemt het boers gezang.
De postcommunio duurt niet zo lang.
Het Ite missa est verzet de zinnen.

Dan kom ik thuis en ruik reeds op de gang
koffie en brood. Als ik mijn jas ophang
hoor jij mijn eindeloze dag beginnen.

 
Jan van Bakel.