Jan van Bakel.



poppetgom

(Terug naar hoofdmenu)


Op woensdag 4 juni 1969 (volgens informatie van Fiona Hannaart) zond de Nederlandse televisie in het programma Eigentijds het totaal-kunstwerk Poppetgom uit met teksten van Lucebert. Het programma werd ingeleid met de volgende tekst.

    «Goedenavond dames en heren. Dit is Eigentijds. Een van de opmerkelijkste ontwikkelingen in de eigentijdse kunst is wel het vervagen van de verschillende begrenzingen vanuit de verschillende kunstvormen. Dat wil zeggen dat de kunstvormen niet langer zozeer geïsoleerd blijven leven maar dat zij veel meer gaan samenwerken. Voorbeelden hiervan zijn bij voorbeeld de tentoonstellingen in het Stedelijk Museum in Amsterdam of het Van Abbe-museum in Eindhoven en in vele particuliere galerijen waarin u zingende of sprekende beeldhouwwerken ziet. Termen als totaal-theater, totale poëzie, totale muziek vindt u steeds weer terug in de kunstbeschouwing van vandaag en wij hopen door Eigentijds misschien eens te komen tot totaal-televisie.
    De uitzending van vanavond is een uitstekend voorbeeld van deze huidige ontwikkeling. De groep Scarabee bestaat oorspronkelijk uit een aantal mensen die verwant zijn met de beeldende kunst en daarin werken en de groep wordt aangevoerd door de Haagse kunstschilder Adri Boon. Zij hebben een zaalvoorstelling gemaakt die gebaseerd is op beeld, beweging, tekst en muziek. En zij hebben een aantal schilderkundige composities gemaakt waarin de acteurs als het ware geen rol spelen maar een onderdeel zijn van de composities zoals decor en requisieten. Fred Bosman heeft van deze zaalvoorstelling een televisie-interpretatie gemaakt, dat wil zeggen hij heeft televisie als het ware ondergeschikt gemaakt aan wat er gebeurt door het kader van uw toestel te gebruiken als lijst en u te vragen om door te blijven kijken alhoewel er geen shot-veranderingen komen. Dit om ervoor te zorgen dat u, zoals u trouwens een schilderij zou bekijken, de schilderkundige compositie die zich langzaam evolueert in alle aspecten kunt ondergaan.

    Het verhaal Poppetgom is gebaseerd op een verhaal van George Louis Borkes. Het is het verhaal over een auteur. De man staat voor een vuurpeloton. Dat komt helaas teveel voor met auteurs. Hij hoort de bevelen, ziet de geweren op zich richten, de arm van de sergeant gaat omhoog. Dan is er geen beweging meer, geen geluid, geen tijd.

    Poppetgom is niet exact een verbeelding van dit korte verhaal maar geeft een beeldenreeks die eraan terug doet denken. Er is een familietafereel, er is een angstdroom, er is een controverse tussen de hoofdfiguur Airwick en Poppetgom en er is het meisje.

    Poppetgom, dames en heren, is een voorbeeld, een pogen, een experiment om een schilderkundige compositie in het medium televisie te laten zien door het in zijn eigen waarde dit wil zeggen in zijn eigen omlijsting te laten. Poppetgom is geen woordverhaal, het geeft beelden die elkaar aanvullen en verdringen, versterken en relativeren.»

Zoals men ziet ontbreekt de naam van Lucebert in deze inleiding. Ik kan niet meer nagaan of die misschien in de aftiteling wel te zien was. De teksten beneden beginnen en eindigen met fragmenten van Lucebert's tijdtafel en geslachtstabel Het fragment dat ik dialoog met het meisje noem bestaat uit citaten naar Lucebert's aldus belde ik de welbekende dolores hawkins op. liefde wijkt van het origineel af door de herhaling van de eerste drie regels. De fragmenten welke genomen werden uit mijn gedicht staan niet in de originele volgorde. In het uit mars, een executie genomen fragment zijn twee regels weggelaten. Ook de wals de soldatenmoeder, in de uitvoering gezongen door de Zangeres Zonder Naam, vertoont een aantal verschillen met het origininele aldus getitelde gedicht. Onder elk fragment beneden wordt de plaats binnen de Verzamelde Gedichten (Amsterdam 2002) genoemd.

Van de uitzending heb ik een geluidsopname bewaard. Op deze plaats wil - en kan - ik alleen de Nederlandse teksten verantwoorden. Na de scene van de terechtstelling gaat de voorstelling verder met het Duitse muzikale nummer Adieu mein kleine Gardeoffizier, waarna de volgende teksten, alle gevat in muziek en op tal van plaatsen bewerkt door geluidsvervorming. De muziek was van Bruno Maderna (1920 - 1973). Gedetailleerde gegevens over het werk zijn (waren!?) te vinden op dit internetadres

tijdtafel en geslachtstabel

    en gudrun gewon baldur
    en baldur gewon menhir
    en menhir gewon mathilde
    en mathilde gewon micky mussolini
    en mussolini gewon airwick
    en airwick gewon evert wegenbouwer
    en evert wegenbouwer gewon may west
    en may west gewon onan

    en zo was het goed en zo werd alles lekker

    daardoor alweer gewon
    generaal hallelujah pepsicola palimedes poppetgom
    en poppetgom andermaal gudrun
    en gudrun traditiegetrouw baldur en menhir
    wederom micky maar airwick werd gekidnapt en vermoord

(Verzamelde gedichten 2002, 363).

dialoog met het meisje

    hallo

    hallo, mijn jufvrouw
    luister hier is een zeg
    krijg hem op je koptische schouder
    kom
    jij bent mijn ogenblikkelijke duif
    je bent mijn langzame loupe
    ik kijk naar je uit
    je luistert?

    ja

    daarom ben ik bij je
    als een bim bam ben ik bij je
    om dag en nacht te zeggen
    en ochtend en avond
    en kijk
    jij bent de zeer zachte draad van mijn denkkracht
    jawel jawel ik hemel je op
    je bent mijn ...
    ...
    ...
    en mijn zuivere kennis

(Verzamelde gedichten 2002, 213).

liefde

    ik droom dus ben ik niet

    ik droom dat iemand de deur intrapt
    niet voor de grap maar voor een politieke moord

    ik droom dat ik niet ben

    ik droom dat ik dood ga
    niet voor de grap maar voor niets

    ik droom dat er een ik is

    ik droom dat ik eet en drink
    voor de grap maar ook voor jou

    ik droom dus ben ik niet

    ik droom dat iemand de deur intrapt
    niet voor de grap maar voor een politieke moord

(Verzamelde gedichten 2002, 369).

in de hitte

    er kwam een gescheurde officier
    wat water halen
    voor zijn kleine magere
    doodvermoeide wonde
    maar wij waren in een zaal
    vol slechte remmen en rijpe
    vlammen met een oorvol as
    en ik zei
    als het wintert wil ik je wonden wel bevriezen
    met een mond spooksel

    nu is het winter
    nu kan ik vliegen met messen en krissen als veren
    hoor maar ik rinkel
    hij rinkelde en rimpelde als een mank vliegwiel
    ik nam zijn aangeschoten wiek
    luister wij willen weten waar de valse
    voorwendselen vandaan komen

    het is eerst een ei
    dan is het een gaatje in het aangezicht
    ik heb ze in mijn lange leven zien doodbloeden
    leegstromen als vechtende veeverkopers
    geen heeft een ster
    wees gerust geen geeft een streep

(Verzamelde gedichten 2002, 63).

kinderliedje

    personen die tijdens parades de kreet slaken:
    'leve het leger!' moeten onverwijld worden
    geëxecuteerd.
    het zijn saboteurs die er op uit zijn
    het moreel der troepen te ondermijnen
    het leger is er immers niet om glorieus
    of hoe dan ook te leven, maar om voor het vaderland
    koelbloedig en op afdoende wijze te sterven
(Verzamelde gedichten 2002, 376)

mijn gedicht

    ik ben de grote chaos na de brand
    ik ben het huisraad dat druipend
    nog nasmeult ik ben het handenwringen
    en een bittertje drinken in de klamme nacht

    ik ben zijn hond
    ik huil als ik mensenvlees ruik
    maar ik heb in jaren dit genot niet meer gesmaakt

    ik ben het schrikbeeld een blik
    op het gevulde ei van mijn verdriet
    en de vogel die zijn nestjong
    te pletter laat vallen

    ik ben het meisje dat ik in mijn herinnering
    op een heuvel vol bloemen ontmoet

    ik spreek tot haar zo zacht als de zomerwind
    tot de genezende zieke doet
    zij is zeer bleek en gelijk een herinnering

(Verzamelde gedichten 2002, 292)

het meisje

    men heeft gezegd:
    voor 3 doden krijg je een gezicht ik zei nee een
    onbeschilderd gezicht wil ik niet dat is mij te grijs
    Goed dan leggen we er een dubbeltje op. Er is nog groen
    nog geel wat paars. Geen rood. Ik vroeg. Zeg wat denk je
    wel, rood, rood ben je gek geworden. Ja, Antwoordde ik.
    Dat hadden we wel gedacht. Er komt een leger. Zo plotseling? Er komt een vleespret ...
(Verzamelde gedichten 2002, 55-56).

lied van airwick

    evenwel zoals de ouden later zongen
    airwick is nog geen perverse jongen
    ook al besmet hij steeds de prilste bronnen
    kan geen bloempje laten staan
    en geen koekje laten liggen
(Verzamelde gedichten 2002, 498).

mars, een executie

    - het is zo volstrekt stil deze ochtend dat wij u nu neerschieten
    nee
    het is zo stil in ons en wij denken niet meer
    daarom hebben wij besloten u neer te schieten
    (het is al geschied) en het zal geschieden -
    en vluchtig opende zich het magazijn: gij zult bestaan
    maar jij bent dood.
(Verzamelde gedichten 2002, 262).

de soldatenmoeder

(U kunt het ook beluisteren! - 4.6 MB)
    zij heeft haar zonen in de krijg verloren
    zij haat de Roden nu die ziet ze overal
    zij wonen in haar huis onder de vloeren
    zij voelt hoe ze haar dagelijks beloeren
    oh mensen, is dit niet een naar verhaal?

    refrein:
       zij hebben haar haar hart geroofd
       haar lichaam leeg en ook haar hoofd
       zij slaapt met stenen in haar bed
       zij hebben haar haar hart geroofd
       haar lichaam leeg en ook haar hoofd
       zij slaapt met stenen in haar bed
       en als ze opstaat is ze als dood

    de Roden komen binnen in brood verborgen
    en in de nacht zij richten op haar knie een straal
    zodat die rood en pijnlijk op gaat zwellen
    terwijl haar buik, haar rug, haar hand vervellen
    oh mensen, is dit niet een naar verhaal?

    refrein

    een prooi der Roden verliest zij alle zinnen
    soldatenmoeder was zij nu een lichtekooi
    als Amerikaanse moet zij nu wel haten
    maar geeft zich toch aan de Vietcong-soldaten
    oh mensen dit deden de Roden uit hanoi

    refrein

(Verzamelde gedichten 2002, 481).

tijdtafel

    de grote weters zullen het nooit weten
    hoe iwan de verschrikkelijke albert schweitzer gewon
    hoe zo'n groot huis steeds bescheten door een idioot
    zaterdags vol bloeddorstige meiden en wulpse moordenaars
    zondags toch een huis van betere zeden heet
    dat op elk beeldscherm zal verschijnen en voorgoed gedijen
(Verzamelde gedichten 2002, 364).


Beluister de gehele uitvoering (maar zonder het Televisiebeeld !) gesplitst in vier delen:

Inleiding

Eerste deel

Teede deel

Derde deel

Jan van Bakel, 27 september 2002
janvanbakel.nl
Terug naar boven