De klomperij - Een nalezing |
De Klomperij in LitouwenOver de klomperij in Litouwen, zoals die zich manifesteert uit de gegevens van Jurate Skrebyte waarop Jan Michael Rynning mij heeft geattendeerd - die te vinden zijn op deze Litouwse website maar die ook op op onze eigen site staan - heb ik mij van meet af aan ten zeerste verbaasd. Ter verklaring moet ik de lezer uitnodigen de hier afgebeelde foto met klompenmaker J. Paulauskas even in detail te bezien.De eerste vaststelling is dat het inderdaad gaat om gewone holle klompen. Ze zijn niet al te fraai van vorm en ze worden - zie rechts vooraan - op een voor ons onorthodoxe wijze tot paren samengebonden, maar ze zijn hol en hebben een mooie, grote schulp. Vooal het exemplaar dat in z'n eentje prominent vastgeklemd staat in een of andere werkbank laat de kwaliteit van de vorm duidelijk zien. Die werkbank is, voor zover ze niet atypisch is, volkomen vreemd in vergelijking met alles wat we aan werkbanken waar dan ook hebben aangetroffen. Hoewel de positie van de klomp de gedachte wekt dat in de getoonde situatie de uitholling plaats heeft, is er geen sprake van een heulbank. In dit opzicht kunnen we zeggen dat de inrichting van de werkplaats enigszins primitief is. Het gereedschap dat we te zien krijgen op de foto is een povere collectie. Eigenlijk zien we alleen een soort van avegaar met een dwars geplaatst handvat of kruk. Wat de klompenmaker in de hand heeft laat geen duiding toe en verder zien we aan de wand een grote reeks kleine instrumenten die niets anders kunnen zijn dan mesjes voor het aanbrengen van versieringen: ritsmesjes, denk ik, en knopendraaiers. Ook dit zijn zaken die we van nergens anders kennen dan uit de brabantse Meierij (vergelijk de foto uit Nederwetten). Verder zien we geen gereedschap, behalve opgehangen aan de wand: een paalmes. Het heeft een zwaar houten handvat, geplaatst in de lengterichting van het mes, waarvan naar boven toe alleen onzichtbaar blijft het deel met de gekrulde haak - die gesmede krul waarmee het mes onder de kram op het blok of de paal (blokmes, paalmes, krammes) wordt vastgehaakt. Er zijn twee redenen om hierbij aan een paalmes te denken eerder dan aan een bodemmes (waarmee de uitholling van de klomp wordt afgewerkt): de lichte knik in het mes vlak boven het handvat en het feit dat een instrument niet kan worden opgehangen aan een snijblad en wel aan een gesmede krul. De conclusie moet zijn dat de Litouwse klomperij niet past in het verspreidingspatroon van gereedschappen en technieken dat we inmiddels hebben kunnen waarnemen van de Spaanse grens tot in Denemerken en Zweden. Het is niet gewaagd te veronderstellen dat de klomperij op andere wijze dan door grotendeels willekeurige ontwikkeling en verspreiding in Litouwen is terechtgekomen. Jurate Skrebyte zegt : It was a French and the Swiss who brought clogs to Lithuania at the end of the 18th century. Het lijkt de vermelding van een welbekend historisch feit en suggereert dat het een gebeurtenis was die berustte op een weloverwogen initiatief, iets heel anders dus dan de bekende wijze waarop volksgebruiken en -technieken hun geografische verspreiding vonden. Rynning, die zich ook bezighield met de kwestie, onderscheidt die tradtionele wijze van verspreiden van een andere, die hij karakteriseert als migratie en beschrijft als volgt:
Jan van Bakel, 14 september 2001. |