De klomperij - Een nalezing
Nederland


Terug naar hoofdmenu

Nog iets uit Nederland

Als een late geste tegenover Theodorus Hoeks uit Nederwetten geef ik hier een volledig overzicht van de gang van zaken in zijn klompenmakerij. Het was in het jaar 1950 bij de voorbereidingen voor mijn doctoraal-scriptie Nederlandse Taalkunde dat ik bij hem in de werkplaats en daarbuiten de foto's heb gemaakt die tot heden toe deel uitmaken van mijn archief. Ze hebben voor een deel op papier gestaan in het werkstuk dat ik aan mijn examinatoren heb voorgelegd, maar dat later verloren is gegaan nadat het door het schrijven van Vaktaal overbodig was geworden. De foto's werden van statief op glasplaten genomen met een mooi ouderwets toestel dat ik leende van een vriendelijke oom, Johan van Weert, die mij, armoedzaaier van een student, ook jarenlang zijn mooie rondrijders (onder zwartleren schoenen!) heeft laten gebruiken. Ik voer hier de titel Nog iets uit Nederland maar in plaats daarvan had daar misschien beter Nederwetten kunnen staan. De lezer zal begrijpen dat dat niet passend zou zijn binnen de structuur van onze Nalezing.

 
Zagen en kloven Deze foto geeft rechts boven een beeld van de situatie waar bomen tot bollen worden gezaagd. De kreupels zijn te zien waar de boom op ligt, samen met de grote zaag met twee handvatten (knavels) waarmee het karwei wordt geklaard. Men ziet ook een bol en een dunne afgezaagde schijf. In het midden staat het kloofblok met daarop een bol die gekloofd moet worden. Er staat een kloofbeitel rechtop op de bol en er ligt er een op het hakblok onder tegen de bol aan. Links ziet men de zware houten kloofhamer.
 
Bijl en Dissel Dit beeld toont links de dissel en rechts de bijl, waarmee de ruwe blokken die door kloven van de bol zijn ontstaan tot ruwe klompvormen worden gemodelleerd. De dissel wordt in het bijzonder gebruikt voor het afslaan van de vier hoeken van een reeds gaaf gemaakt blok, voor het aanbrengen van de bek en voor het inhakken van de inkeping in de zool tussen voorvoet en hak.
 
Verbijld en verdisseld Dit zijn de verbijlde klompen. De rest moet met de dissel gedaan worden. Wie geen dissel gebruikt doet ook de rest van het werk met de bijl. Het resultaat:

              

 
Verbijld en verdisseld

 
Hier de praktijk tegenover de theorie van de schematische tekening hierboven van Antoon van Bakel. Zo zien de verbijlde klompen eruit als de neus en de oren eraan geslagen zijn. Zo zijn de vormen die door het paalmes tot een nette klomp moeten gesneden worden.

 
Paalmes Hier zien we het paalmes in gebruik. De verbijlde en verdisselde klompen worden, voordat ze in de heulbank gaan ter uitholling, aan de buitenkant globaal in model gesneden. Altijd wordt een paar klompen in bewerking genomen. De andere van het paar staat altijd op de gaaibank model voor zijn wederhelft.
Avegaars

 
Dit zijn alle effers "avegaars" die in de werkplaats gebruikt worden. Ze zijn onderscheiden naar maat en dienovereenkomstig naar bruikbaarheid voor het vervaardigen van klompen van verschillende grootte. De boordoppen zien er allemaal even blank uit, wat wel iets zegt over het floreren van het bedrijf in die dagen. Het scherp houden gebeurde met de wetstek, met twee handen bewogen terwijl de effer geklemd wordt tussen de wettoppen op de heulbank.

 
 
Wettoppen, wetstek Wetten

Hier zien we dat wetten van de effer. Met de heup wordt het werktuig vastgeklemd tussen de wettoppen op de heulbank.

 

Uitdoppen

 

 

 
Het allereerste begin van de uitholling is het uitdoppen met dophamer en dopbeitel.

 
 
Boren aan de heulbank Zo gaat het boren in zijn werk. De manier waarop de klompen in de bank worden vastgezet is goed zichtbaar. Het gebeurt met klossen of klampen en een sleutelpin tot slot. Tussen de beide klompen steekt de ziel. Raadpleging van Vaktaal zal leren dat de hier gebruikte termen niet altijd uit Nederwetten stammen. Schematisch:

 
Heulbank

 

 
Zo staan de klompen in de heulbank. De tekening hierboven die de structuur volgt is naar deze foto gemaakt (door Antoon van Bakel).

 
Opdraaien

  De bewerking die hier wordt uitgevoerd is het zogenaamde opdraaien van de klompen: de randen van de bek worden bijgewerkt. Men snijdt eruit wat aan het oog ontnapte bij de werkzaamheden aan de heulbank. Het werk hoort tot het uiteindelijke afwerken, gebruiksklaar maken van de klomp.

 
Alles wat na het uithollen met de klompen gebeurt behoort tot het afwerken. Tijdens het afwerken wordt veelvuldig het schrappaardje gebruikt, dat we zullen moeten rekenen tot het alleroudste instrumentarium. Boven heb ik gesproken van Fremdkörper in de klomperij, werkbanken die er al waren voordat de klomp was uitgevonden en die niet specifiek zijn voor het klompenmakerswerk.
 
 
 
Schrappaardje Schrappen Hier zien we het schrappaardje met het tweehandige schrapmes (let op: een kruk en een recht handvat) en het bewerken van een klomp, zittend op dat werkbankje. Het mes wordt als een schrappend werktuig gebruikt. Het gaat ook met glas.
 
Trekmesjes Dit is allerlei klein gereedschap voor het aanbrengen van versieringen door insnijdingen op het oppervlak van de klomp. We zien drie trekmesjes van uiteenlopende vorm en bovendien een knopedraaier (rond met een puntje in het midden) en onderaan, niet goed zichtbaar, een koppelmes. Hiermee werden de beide klompen van een paar met een touwtje aan elkaar gekoppeld.
 
Hoge en lage klompen Hoge klompen

 

Enkele mooie paren klompen, de lage voor vrouwen, de hoge voor mannen.
 
Dit is een tot een rist samengebonden hoeveelheid klompen van 10 paren. Zo gaan ze de handel in. Vroeger was de grootte van de rist aan andere regels gebonden. Details daarover zijn te vinden in Vaktaal (76 vv.).

 

Een rist klompen

Jan van Bakel, april 2001