Titel "Modernistisch"? (Theologische term sinds Pius X)
2. Voorwoord - Waarom alleen drie katholieken genoemd?
4 titels volgens afspraak cursiveren zonder aanhalingstekens!
7 In Frankrijk stond de raison altijd hoger aangeschreven dan in Duitsland.
10 "vasthouden" (typisch voor Jan van Bakel) vóór een uiteenzetting
van het object, waaraan U wil vasthouden! Waarom niet onderstellen, aannemen,
uitgaan van of zoiets, waardoor het hypothetische blijkt?
Is uw enge begripsbepaling van expressionisme geen oorzaak
van de noodsprong naar die ondeugdelijke naam "modernistische poëzie"?
Het staat U vrij, de nadruk op de levensbeschouwing dus op de strekking te leggen,
maar welk recht hebt U om de vorm en de andere elementen, die U persoonlijk
minder aantrekken, uit te sluiten? Dat is volstrekt apriorisme. U begint met het einde.
12/3 gevaar van subjectieve keus!
13 Elke kunstperiode, vooral elke stijlrichting uit de nieuwe, nog moeilijk
overzienbare tijd maakt een erg ingewikkelde indruk, waarbij het niet licht valt
de voornaamste kenmerken te onderscheiden. Denk eens aan de romantiek, waarvan
het expressionisme in veel opzichten een soort nawerking of herleving lijkt.
Inzóver is Uw term "modernistisch" begrijpelijk, dat de algemene drang
revolutionair was, brekend met het verleden, zoals de futuristen uitdrukkelijk
bekenden. Daarom metrum en strofe losgelaten en alle grenzen
van ruimte of voorstelling doorbroken.
14 Zou U bij Der Ausflug niet verwijzen naar de opkomst van de jeugdbeweging?
"Der Wandervogel" ontstond niet toevallig midden in de asfaltcultuur van Berlijn.
Deze "entschiedene Jugend" maakte zich radikaal van ouderen en zelfs
van de ouders los. Als U het niet-individualistische van deze poëzie vooropstelt,
mag U de samenhang met de gelijktijdige verschijnselen op
maatschappelijk gebied toch niet vergeten.
23
"Das Ich schaft sich die Welt" vat de kenleer van de idealistische filosofie samen.
24
Zijn de verzen op deze bladzij niet wat met zoveel ophef "kosmisch" werd genoemd?
26
paradox!
30
Het gedicht tegen de machine heel anders dan de mechanische, technische, vooral electrische beelden,
die expr. dichters zo graag gingen gebruiken.
35/6
Het lijkt kenmerkend voor Uw geest om tamelijk
grote gedichten, die op zichzelf beoordeeld willen worden en voor zich
zelf moeten spreken, in een eigen zin in te lijsten, alsof het
allereerst op Uw program aankwam en niet op Uw gegevens.
Ook het verwijzen naar U zelf ("hierboven hebben wij gezegd")
is typerend. Als U door dik en dun de indruk wil maken,
iets met geweld waar te maken, doet U op deze manier goed. Anders niet.
41
Over de vorm, waardoor de kunst zich wezenlijk onderscheidt, schijnt U
heen te glijden. Met alle aandacht voor het gehalte mag U toch wel
belangstelling voor het vers als vers hebben. Welnu, de retoriek is van
die poëzie af te scheppen en de demagogie erbij. We horen Goebbels
al aankomen. Maakt U bezwaar tegen de term -Sprachbarbarei" (39),
die treffend juist is, dan wil U tenminste wel erkennen,
dat het een flarden- en schervenpoëzie voorstelt, niets dan
de "kreet", om een wachtwoord van de heren zelf te gebruiken,
waarvoor het woord schreeuw raker zou zijn. Niet toevallig
was de negerplastiek onder de leus van het primitieve of het elementaire
toen in de mode evenals de negerdans (step, tango enz.)
en de negermuziek (jazz), waarvan trouwens verschillende name (? JvB)
naar de poëzie overwaaiden.
Dat U de gedichten e mente auctoris wil verstaan
en verklaren, pleit voor de zuiverheid en objectiviteit
(laatste twee woorden doorgehaald JvB) van Uw methode.
Alleen mag U zich bewust blijven van het gevaar, door die
ideologische Duitsers het hele geval, ja ieder vers op zichzelf,
te zwaarwichtig op te nemen. Wat is er van al die omwentelingsplannen tot redding
van de mensheid gekomen? Zou ik een titel nodig hebben voor hun bloemlezing,
het zou eenvoudig Kaput! zijn, want stukslaan, met te name de poëzie stukslaan was
de, wel door de wereldoorlog versterkte, wellust van die dichterlingen.
49
Is de écriture automatique niet verwant met de gelijktijdige
psycho-analyse, de dieptepsychologie ("zijn diepste ik"), die zoveel
aan droom en instinct toeschrijft? Deze onderstelling wordt versterkt
door het feit, dat Breton en Aragon psychiaters waren (wat U 51 herhaalt)
[Ik zie dat U het op 51 opmerkt].
57
Zou U Frans en Engels dooreen citeren, nog wel om een Frans boek te kenschetsen?
59
noot 144
Liever uit de eerste hand citeren!
Vergelijk het gedicht van Reverdy nu eens met Verlaine,
Chanson d'Automne (Choix de Poésies p.27). Dat is een middel om boven Uw
materiaal uit te komen en een eigen, nieuwe bijdrage te leveren,
die bovendien meer direkt het hart van de poëzie raakt.
Het expressionisme valt trouwens alleen te kennen door
vergelijking met het impressionisme. "De la musique avant toute chose",
waarmee Verlaine's Art Poétique begon, blijkt niet meer
te gelden voor dit vrije, bijna onberijmde vers; maar met dat al
houdt het nieuwe met het oude nog de nodige verwantschap.
Beide gedichten zijn en blijven in de grond stemmingen, indrukken.
[ U kan Reverdy desnoods ook vergelijken met Goethe's
Über alle Gipfeln ist Ruh]
60
Zou Mallarmé met het symbolisme niet naast Rimbaud
verdienen genoemd te worden? Nijhoff zegt op zijn beurt:
"de woorden loszingen van hun betekenissen".
Het aangehaalde gedicht van Soupault raakt weer aan het kinderlied
(vgl. ook de Nijmeegse diss. van Tjaard de Haan).
Uitersten van individualisme hangen dus als tegenpool
samen met de volkspoëzie. Daarom heeft Uw uitspraak
op de volgende bladzij een keerzij.
Tenslotte mag de sensatie, de reclame in het expressionisme
van alle soorten onderstreept worden. Echte poëzie zoekt geen
marktlawaai of boulevarddrukte. Een nieuw bewijs, dat
het expressionisme de retoriek nader staat dan de poëzie.
66
Hoe kwam van Ostayen aan Marinetti? Las hij Italjaans
of vertalingen in het Frans en wel in een bepaald orgaan?
71
Zou U de apodictische vonnissen over Maurits van de Moortel
en vooral over Karel van den Oever niet terloops toelichten?
72
Voor het constructivisme vgl. de afstotende kruisiging,
door de niet-katholieke Ravesteijn (?) met toejuiching van Jan Engelman
in De Gemeenschap ontvangen en in De Maasbode door
Jan Niewenhuis afgewezen.
74
Is Chasalle niet iemand, die in Holland optrad?
Zeg dan niet "een zekere", wat als een bewijs van onwetendheid
tegen U kan uitgespeeld worden.
Zijn Verveling lijkt met een bepaald soort schilderkunst samen
te hangen (surrealisme? Zie het boek over die modes
op het Kunsthistorisch Instituut)
75
Laat Uw persoon er liever buiten ("wij")!
78
Als het humanitaire en kosmische de kern is van het expressionisme
dan sluit U de later poëzie van Paul van Ostayen daarvan uit!
Dat is het gevolg van Uw eng doctrinaire opvatting,
U zelf de weg af te snijden.
Dit breekt heel de gang van Uw verhaal, als
U eerst van Ostayen laat doodgaan en dan zijn hele werk
nagaat. Waarom het een niet met het ander illustreren?
Dat is veel organischer en genetischer.
82
omslachtige stijl
84
"De huizeslakken en hun toonprojeksies,
die zijn de afstand tussen hen en mij"-
deze regel bevestigt het abstracte van het cerebraal cubisme,
zoals een volgende regel pantheistisch aandoet.
85v.
Blijkbaar vervangt de Musichall voor hem de kerk,
want hij ziet die profane zaal geestelijk, dat over
de lelijke vormen en grove liederen heengekeken wordt.
Duidelijk is deze verbinding van spiritualisme
(dat telkens in sensualisme omslaat, vgl. 92 met labiel evenwicht)
en optimisme verwant aan Whitman. Het wijst in
pantheïstische richting.
88
De vreemde woorden zoals farandool, re(...? JvB), gigolo
mogen wel opgemerkt worden èn als teken van kosmopolitisme èn als
bonte vormen. Ook opvallend is het annexeren en sekulariseren
van bijbelwoorden (b.v. 89). Allemaal grootspraak, zich overschreeuwen!
89
"gefärlich Leben" is door Mussolini als leus voor de jeugd
overgenomen van Nietzsche, die achter al dat geweld spookte.U wil het landverraad van de
activisten, die later òns land ook probeerden te verraden,
toch niet goedpraten? De hemel beware!
91
Zou U de assonanties en tussenrijmen ("het spelemeien van der tijen...") niet eens verzamelen en
beschouwen in deze zg. rijmloze poëzie?
Is het mogelijk, dat "mijn blauwe ziel" aan de blauwe paarden van Marc herinnert,
die U vroeger vermeldde? Kristus en Loreley in één adem!
Chaos, uw naam is expressionisme. Het zou een rampzalige scheur in Uw werk zijn,
de nadruk te leggen op de geest als het wezenlijke van het expressionisme,
zonder die geest tot de grond te peilen.
Een Nijmeegs proefschrift kan zich allerminst buiten de levensbeschouwing
van de dichter houden,hoe vaag en ijl die ook mag zijn.
Daarbij komt de grote paradox, dat Paul van Ostayen het leven boven
de kunst beweert te stellen, maar feitelijk één en al literatuur is
en zich op grote woorden laat drijven.
92
Die instinctief (hislogische JvB?) kijk is weer met Whitman verwant.
93
U dreigt opnieuw met een schema!
101
Al eerder is gebleken, dat U evenmin de betekenis als
de spelling kent van het woord weids, vermoedelijk naar analogie
van het paar groot en groots door U gecontamineerd met wijd.
103
Beeldspraak van Moens weerspiegelt een heel andere geest dan bij Van Ostayen.
"... voor de God onzer jeugd
die een blijde God is!"
Vgl. "ad Deum qui laetificat juventutem meam".
Alle frazes van Whitman over gemeenschap verzekeren niet
deze direkte voeling met het Vlaamse volk als zo'n
eenvoudige weerklank op de eredienst. {Persoonlijk moet ik
bekennen te herademen bij Moens na zoveel zwoele
dikdoenerij bij de door U sterk overschatte Van Ostayen,
die wel de eerste in tijd, maar daarom niet altijd de beste
in rang is geweest].
104
Wordt de geliefde dynamiek niet bij voorkeur in auditieve
beelden gezocht? Hoe dreunender een geluid, hoe liever.
Gong is een mode-instrument in die davermuziek van
expressionisten, die van claxons, saxofonen, klewangen (Kuyle)
jazzband (...) aaneenhangt. Hier ligt een verschil met het meer
visuele impressionisme. Geef ons feiten, feiten, feiten!
U maakt misbruik van onderwerpzinnen, die beginnen met dat.
noot 189 Is dat wel verantwoord?
noot 191 "moeilijk"- goed, maar des te nodiger is een studie,
die zich speciaal op de probleem richt. Overigens is het niet
elegant om een gedicht te onderbreken voor zo'n voetnoot en
niet logisch om een fundamenteel vraagstuk terloops af te doen.
[Tussen twee haakjes: er bestaat geen enkele reden om
alle tijdschriften in Uw bibliografie onder de T te zetten,
waar niemand ze zoeken zal].
109
Psalm van nieuw geluk'
Wordt dit gedicht ook al uitgesloten van het expressionisme
zoals dat op bl. 108? Vooreerst is de beginstroof met die
redenering het tegendeel van impressionistisch (wat toch zoveel
als expressionistisch wil zeggen); verder is het verspringen
van de beelden (water, station, kralen, dorpen, boten, haa(? JvB),
weer water, kinkhoorn, zoutkristal)
vol van de onrust, die een kenmerk blijkt te wezen; en eindelijk is een beeld
als ranzige boter ondenkbaar in poëzie vóór het expressionisme.
110
"Orthodox" betekent hier evenals 127 wel orthodox-expressionistisch?
U hebt het in een bladzij over Karel van den Oever gebruikt in de zin van
orthodox-katholiek, wat verwarrend werkt.
113
"De nederige en liefderijke gevoelens van het expressionisme" -
dat is voor mij de kraste paradox, omdat het expressionisme
voor anderen dan U een heel ander, veel ruimer type vertoont
waarin de harde, bonte, schreeuwerige elementen overheersen.
[het woord "schreeuwerig" meen ik me ook van U zelf te herinneren].
116
Wat een vreemde kronkel moet er in Uw hersens zitten, als U
Van den Wijngaart in de geest van Moens zou willen wringen!
U begint de engste maatstaf te bedenken en verwondert U dan
dat alles er niet aan beantwoordt. Als U eenvoudig beschrijft,
in plaats van voor te schrijven, als U vormen waarneemt,
eer U normen vaststelt , dan alleen is Uw studie objectief en vruchtbaar.
Moet Van Ostayen met geweld voor genie uitgeroepen worden?
Dat zijn temperamentsuitingen, gevoelsindrukken zonder meer. (vgl. 140)
117
Het opnemen van gedichten in Uw eigen zinsbouw loopt belachelijk dood,
waar een vraagteken eenzaam achteraan komt slepen.
121
Zou Vanuit de grond kunnen samenhangen met La Charogne uit Les Fleurs du Mal
van Baudelaire? In ieder geval ermee te vergelijken.
123
Als U Nietzsche en zelfs Marinetti (?JvB) "anti-expressionistisch" noemt,
gaat U de uiterste dogmatiek nog te buiten, ongeneselijke doctrinair!
En dan Mussche uitsluiten is puur subjectief
122
Kwartet lijkt gewoon dronkemanstaal. Zet dat nu eens naast het
subliem simpele versje, dat Gezelle naar aanleiding van
Beethoven's Septet dichtte: "Er viel 'n bladjen op het water".
Dat is muziek, die poëzie wordt, of poëzie, die muziek is.
124
De rooie papaver, die 't al eerder moest doen, is mogelijk uit Mei.
129
"verdommen" is een woord dat door Marsman overgenomen zal worden
(in het gedicht Toren van Babel).
137
U zegt de dingen soms zo òneenvoudig mogelijk.
"elke buitenlyrische belangstelling binnen de lyriek" heeft geen zin dan deze:
"elke belangstelling buiten (het) lyrische (van de) poëzie".
Of bedoelt U iets heel erg diepzinnigs?
Openbaar het mysterie dan of zwijg erover.
141
Waarvoor zulke pleidooien pro domo dienen?
Qui s'excuse s'accuse.
144
Als die poëzie zich "extatisch" noemt, is het gooien met grote woorden
en daarmee de devaluatie van de taal afdoende bewezen.
Die Melopee wijst in de richting van Engelman's vocalise,
waarmee stilzwijgend Van Ostayen's werking op het Noorden
aangetoond wordt. Een beetje geschiedenis hoort er bij.
146
De lezer vraagt naar het beloofde expressionisme, niet naar wat U ("wij")
op het hart heeft.
Moet de verhouding van V.O. tot Gezelle niet onderzocht worden?
Ik heb daarover een brief van M. Gilliams met een persoonlijk getuigenis.
150
U vervalt meer en meer tot het peil van een feuilleton,
ofschoon een studie, een onderzoek wordt gevorderd in plaats
van zulke losse ontboezemingen of uitvallen.
Van ontleding, dieper, fijner doordringen is geen sprake meer.
159
U had tenminste een schets van de problematiek met voorbeelden
kunnen uitstippelen, maar U rijdt U vast in Uw eigen kringetjes.
De lezer is ook gedrongen om een
besluit te formuleren. Uw werk gaat meer in de breedte dan in
de diepte, zoals niet verwondert, omdat U vooral met bibliografen
voeling hebt gehouden en elke ontmoeting met geesten als Westerlinck,
Sobry, Baur, die de beweging beleefd hebben als tijdgenoten
en beoordelen als katholieke literatuurkenners, angstvallig
of liever hardnekkig vermeed. Zo is Uw studie tussen twee grenzen
gekrompen: aan de ene kant een op loffelijke volledigheid gerichte
kennis van de Vlaamse literatuur, die ongelukkig niet tot de
Noord-Nederlandse werd uitgebreid, en aan de andere kant een
subjectieve, vrij dilettantische waardering, waaraan moeilijk
de naam van inzicht, laat staan van filosofisch begrip, gegeven
kan worden. Door die opsluiting moest U wel eenkennig blijven
en Uw energie verkwisten aan het waarmaken van een vooropgezette
theorie, n.l.: expressionisme = optimisme en deemoed (159 voor
de zoveelste maal gehandhaafd). Wilt U dàt als het beste,
U persoonlijk liefste expressionisme uitkiezen, ga gerust Uw
gang. Maar niet exclusief ten koste van andersoortige, dikwijls
volstrekt tegenstrijdige elementen. Bewaar Uw voorkeur voor
Uw slotbeschouwing en geef in de loop van Uw verhaal (dat dan
werkelijk een verhaal, een stuk geschiedenis kan worden) al
de wisselingen, die U ontwikkeling of ontaarding mag noemen,
in chronologische volgorde, waarmee vanzelf een organische samenhang
verzekerd is. Laat de stof uitkomen, sta die niet voortdurend
in het licht, zie uit Uw gegevens alles te halen wat er in zit,
schrijf een zakelijk en bondig boek waarin niet zó veel
gedichten van a tot z aangehaald hoeven te worden, houd de hoofdlijn
geregeld in het oog, waardoor het geheel de delen ordent, overwin
het absolutisme van alles of niets, dat louter simplisme is,
en leer de wetenschap dienen met de betrekkelijkheden van het
kleine, waarin Uw edele wachtwoorden optimisme en deemoed te
verwerkelijken zijn.
Hoe meer ik Uw theorie (even eenzijdig
als die van het nihilisme in de Amsterdamse dissertatie, die
U afwijst, maar nog minder gegrond) nadenk, hoe meer bezwaren
er in blijken te liggen. Welke stijlrichting is met één
karaktertrek getekend? Is b.v. de romantiek geen bundel tegenstrijdigheden?
Waarom zou nu juist het expressionisme tot één
type te herleiden zijn? U weet toch dat bij zulke labiele naturen
als dichters het optimisme evenals de deemoed stemmingen zijn,
die telkens in hun tegendeel omslaan, ja dat tegendeel ook onderstellen.
Ook kan U zelfs Uw model Paul van Ostayen niet eens onder die
formule vatten; en wanneer hij dus geen zuiver beeld levert,
wie moet het dan wel doen? Zo raakt U aan alle kanten vastgeboord
in Uw doodlopende consequentie, waarmee U geen sterveling zal
overtuigen. U deduceert uit een stelling en zou eenvoudig moeten
lezen wat de feiten vertonen. Welnu, de leus expressionisme
is opgekomen als reactie op impressionisme. Begin dus
met dit laatste aan concrete voorbeelden te laten zien en beschrijf
dan naar diezelfde verschijnselen het daarvan afwijkend, daartegen
ingaand expressionisme.
[Een van de eersten om het expressionisme
bij ons te signaleren was de zelf impressionistische Albert
Verwey in zijn bespreking van Franz Werfel (De Beweging, 1915
IV 209 vv.]
Het leerzame boek van Louise Thon Die Sprache
des deutschen Impressionismus (München 1928) geeft
telkens bij wijze van kontrast teksten van expressionisten,
om de stijlkenmerken te laten uitkomen. Werk dit boek door (waarin
alle voorbeelden niet gespeld hoeven te worden) en vorm Uw methode,
als U die van de schrijfster niet weet te verbeteren, aan de
hare. Voor expressionisme zie het register i.v. 'Ausdruckskunst'.
Het werk zal U meteen leren inzien, wat de analyse van de vorm
allemaal betekent voor het begrip van een stijlrichting. Ook
zal U blijken, hoe de verschillende stijlen soms in elkaar overlopen.
Maar b.v. het verbale van het expressionisme tegenover het nominale
van het impressionisme is karakteristiek voor het welbewust
dynamische, luidruchtige, op het stampvoetend nationaalsocialisme
uitlopend, met de schreeuwerig ''harde'' Nietzsche verwante
expressionisme.
Als dat verschil eenmaal vaststaat en de
lezer duidelijk voor ogen komt, ga dàn filosoferen zoveel
U wil; en concludeer desnoods aan het slot, dat het oorspronkelijkste,
echtste expressionisme dit of dat bepaalde soort is geweest.
Op die manier alleen schrijft U geschiedenis. Om die methode
te begrijpen, kan U naar een glashelder boek grijpen als Italien
und das deutsche Formgefühl van Heinrich Wölfflin,
waarin het onderscheid tussen twee typen afdoende vanaf de eerste
bladzijden, die voor U volstaan, uit concrete gevallen wordt
afgeleid; of, als U een litteraire studie wil, het in Wölfflin's
geest opgezette en naar zijn werk Kunstgeschichtliche Grundbegriffe,
dat renaissance en barok vergelijkt, maar voor oningewijden
wat moeilijk is, gevormde Klassik und Romantik. Vollendung
und Unendlichkeit van Fritz Strich, soms wel zwevend maar
toch leerzaam. Impressionisme en expressionisme zijn twee grootheden,
die U onpartijdig dient af te wegen. Uw recht is op de geest
meer in te gaan dan op de vorm. Alleen de vorm, de stijl en
dus de stijlanalyse weg te laten, zoals U doet en ook de nawerking
van het expressionisme, ja zelfs het doordringen tot Holland
te vergeten zou voor Uw diss. onmogelijk zijn.
Kaart Brom 23-6-51
Klik voor vergroting...