Jan van Bakel.



Onbehagen in de filosofie

Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Terug naar Archief Entr'actes
Terug naar hoofdmenu.


Als u deze titel leest denkt u misschien dat ik de 'boekbespreking' over het boek van Jolle Nauta (De Groene Amsterdammer, 7 okt 2000) ga overdoen, maar dan vergist u zich. Ik heb het wat moeilijk met die recensie zelf (dat interview beter gezegd) en ik geloof dat ik er wat over mag zeggen ook al heb ik Nauta niet gelezen. De interviewer Rob Hartmans beweert zelf natuurlijk niet veel maar laat vooral Nauta spreken. De citaten kunnen volgens mij heel wel op zichzelf beoordeeld worden. Om maar eens wat te noemen. Een vooraanstaand analytisch filosoof heeft eens aan zijn adres gezegd: Ja, luister eens mensen, het gaat in de filosofie toch om het goede, het ware en het schone? Dus wat wil Jolle eigenlijk? waarop Nauta reageert met: Alsof ook maar in de verte bekend zou zijn wat het goede, het ware en het schone betekenen. Daar val ik bij stil en ik peins: alsof ook maar iemand kan denken dat het goede, het ware en het schone zelfstandige grootheden zijn die onafhankelijk van mensen zouden kunnen bestaan. Of bedoelt Nauta dat we die woorden gebruiken zonder dat we eigenlijk weten wat we ermee bedoelen? Maar dan is het toch niet een taak voor de filosofie om dat raadsel op te lossen?

En iets anders. Hartmans citeert Nauta die over een eerder stuk in De Groene (23 september 2000) opmerkt: Wat een treurig stuk. (...) Het had mijns inziens in een progressief weekblad nooit gepubliceerd mogen worden. Citaat recht uit de mond van een filosoof. En weer val ik in gepeins. Progressief? Maakt dat dan verschil als het om waarheid gaat? Filosofie is toch geen maatschappelijke of levensovertuiging? Nauta heeft volgens Hartmans vanaf de jaren zestig midden in het filosofische en politieke debat gestaan, maar ik had wel graag gezien dat die beide sferen uit elkaar gehouden worden. Een politieke uitlating krijgt toch geen grotere waarde als het een filosoof is die het zegt? Ik kan het ook steeds maar weer niet volgen als gesuggereerd wordt dat het in de filosofie er ook om gaat wat op zeker moment de overheersende mening onder de mensen is. Dat iets door niemand meer wordt aangehangen, dat de vraag wordt opgeworpen met wat voor vraagstukken de mensen zitten, dat is toch allemaal filosofisch irrelevant? Wat Kant geschreven heeft wordt toch ook geen onzin als de mensen het niet meer geloven? Ook toen Bolkestein het had over de verlichting kreeg je zulke dingen te lezen.

En zelfs bij een simpele boektitel als Wees blij dat het leven geen zin heeft krijg ik dat rare gevoel: wie is er nou gek? Nauta voegt eraan toe: Dat is een bekend en goed verkocht boek, als in een uiterste poging om iets in het midden te brengen wat er helemáál niet toe doet. Welke filosoof kan binnen zo korte tijd het woord zingeving gebruiken (dat wil zeggen: zin ontstaat doordat hij gegeven wordt) en zonder commentaar zo'n boektitel laten passeren? Of is het hier weer de politicus die spreekt?

Mijn krabbeltje van vandaag zou een lang verhaal kunnen worden. Ik zal me inhouden en alleen nog een paar citaten geven. Eentje van Nauta over Heidegger: ik houd zijn invloed tegelijkertijd voor buitengewoon gevaarlijk. Mijn vraag: filosofie gevaarlijk? En nog een: Dergelijke filosofen creëren in de samenleving een eiland waarop hedendaagse problemen niet besproken kunnen worden. Moet dat dan? En doen ook de wiskundigen dat dan niet? En nu de laatste, ook weer van Nauta, thans over rationaliteit: Bij de uiteindelijke beslissing is er ruimte voor een antwoord waarbij niet alleen het verstand maar ook de emoties en overtuigingen een rol spelen. Over onbehagen in de filosofie gesproken. Ik laat u wel eens weten als ik het allemaal begrijp.

Jan van Bakel, 11 oktober 2000
janvanbakel.nl

Terug naar boven

Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.