Terug naar hoofdmenu
Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Archief Entr'actes
Mijn boeken koop ik natuurlijk in de enige fatsoenlijke boekhandel van de stad.
Dat was vroeger De Oude Mol, dat is nu Roelants. Daar leggen ze hun voorraad aan
niet louter op basis van wat de markt wil dat er verkocht zal worden, maar eerder
van wat wenselijk is met het oog op wat beschavingspolitiek zou kunnen heten.
Zodat je er wel eens iets vindt wat niet verkocht wordt. Of is.
Zoals wat oudere afleveringen van het Tijdschrift voor Filosofie, die 50% worden
afgeprijsd tot 7 euro 50, waarvoor ik ze dan meeneem.
En zo lees ik een dikke honderd bladzijden over Kwaad, Goed en Vrijheid (65e jaargang
nr. 1) en een groot deel van een bundel zonder thema, waarin gelukkig het schitterende
opstel van Ciano Aydin over De betekenis van Muller-Lauters Nietzsche-interpretatie
(64e jaargang nr. 4). Vooral dat eerste is mij zwaar tegengevallen. Het lijkt er voor mij
hoe langer hoe meer op, dat de waarde van de filosofie tot een dieptepunt daalt zodra de
wetenschappers zich ermee gaan bezighouden. Natuurlijk moet alles geïnterpreteerd worden,
dat weet ik ook wel. Maar vasthouden aan oude waarheden louter en alleen uit respect voor wat
belangrijke schrijvers vroeger hebben beweerd, dat gaat niet aan. Als het
om goed en kwaad gaat zal iedereen moeten inzien dat die hun bestaan aan niets anders
danken dan aan het menselijke intellect. Buiten het bestaan van redelijke wezens zijn die
geheel en al ondenkbaar. Goed en kwaad bestaan doordat de mens die categorieën heeft bedacht.
De mens maakt uit wat goed en kwaad is. Het goede noch het kwade hebben iets mysterieus dat
zou kunnen voeren tot de gedachte hoe God het kan hebben geschapen. God heeft helemaal geen
kwaad geschapen. Hij heeft op zijn best een natuur geschapen zodanig dat een levend
wezen een tijdelijk en kwetsbaar karakter heeft. Het is wel een probleem waarom de mens dit - en met
name de dood - een kwaad vindt. Ja, ik heb zelfs ooit een katholiek theoloog horen zeggen
dat de dood een
onrecht is. De mens heeft aan de basis van zulke oordelen een besef omtrent het "goede" van
sommige dingen en je moet je afvragen
hoe hij aan die categorie komt. Voor mijzelf denk ik dat alles wat overeenkomt met de
levenswil goed gevonden ("genoemd") wordt en alles wat daarmee strijdig is kwaad.
Dat komt dicht bij de opvattingen van Spinoza, die Carlos Steel, tegen wiens bijdrage
Het kwaad: een foltering van de filosofie
ik bezig ben te opponeren, uitvoerig recht doet - en onder wiens
standpunt hij verderop in zijn opstel met veel kunst en vliegwerk vandaan kruipt -
en ook bij de scholastische these: Omne agens agit propter bonum.
Steel voert tegen dit laatste aan:
Maar in zo'n interpretatie wordt het 'goed' dat iemand nastreeft zo formeel inhoudloos
bepaald, dat gelijk wat dan als een goed kan worden voorgesteld, zelfs het plezier dat
men nastreeft in de wreedheid. Zou men dan niet beter dit axioma opgeven?
U ziet dat zelfs in een Filosofisch tijdschrift een onhoudbaar apriorisme niet uitgesloten is.
Als we de vraag opwerpen waarom dit of dat "goed" gevonden wordt, dat wil zeggen
gewaardeerd wordt als overeenkomende met de levenswil, hebben we te maken met een
cultuurhistorisch probleem dat mijlenver afstaat van de vraag waar het "goed" of het
"kwaad" vandaan is. Mensenoffers zijn in sommige culturen goed. Ideeën over mensenrechten
verschillen van cultuur tot cultuur.
Met de vraag naar de zin van het leven is het al niet anders gesteld dan met die omtrent goed en
kwaad. Ook hier geldt dat het redelijk wezen er de bron van is, niet alleen van de vraag maar
ook van iets als de zin. Zonder redelijke wezens geen zin in de kosmos. Zin immers is per definitie het
resultaat van een interpretatie. Vragen naar de zin van het leven is vruchteloos. Niet vruchteloos
hoeft het te zijn het leven een zin te willen géven.
Jan van Bakel, 30 juli 2003
janvanbakel.nl
Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.
Terug naar boven