Filosofie van de leunstoel


Terug naar hoofdmenu
Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Archief Entr'actes

Thijs Wöltgens had er in De Groene van deze week (16 augustus 2003, 16-17) maar twee bladzijden voor nodig, maar hij wist in dat kleine bestek de plank toch grondig mis te slaan. Een gewichtig artikel, dat zich als zodanig manifesteert doordat het breed in twee kolommen per pagina is gezet. Ik geloof dat ik het helemaal begrepen heb. Op die illustratie van Milo na dan, maar ja, die staat ook op z'n kop. Het opstel heet Theologie van de leunstoel, een suggestie - als ik het goed begrijp - dat het allemaal maar een beetje gemakkelijk-weg wordt gezegd. En dan gaat het natuurlijk over dat debat rond het ietsisme. U hebt het natuurlijk allemaal wel gevolgd. Wat Wöltgens in het midden brengt komt erop neer dat de moderne Hollandse wijsgerige stroming onder die naam volgens hem niet de afkeer en de afkeuring verdient die ze door al die rationalisten krijgt toegemeten. God is niet niks luidt de slotconclusie, en dat komt rechtstreeks op die ietsisten d'r kredietzijde. De voornaamste grond voor die gevolgtrekking is Wöltgens gedachte dat er een absolute waarheid moet zijn, wat op zijn beurt voortvloeit uit de evidentie dat iedereen het met iedereen erover eens moet zijn dat het niet kan zijn dat er geen waarheid bestaat. Voelt u 'm? Wat een vondst, nietwaar?

Ik ga nou niet het hele betoog van Wöltgens voor u draad voor draad ontrafelen om u precies te laten nagaan hoe het in zijn hoofd toegaat wanneer hij in die leunstoel zit. Beter pluk ik wat kleine bloempjes. Bijvoorbeeld dit: Het agnosticisme heeft het zoeken naar de waarheid opgegeven: we zien wel wat er uiteindelijk uitkomt. Wöltgens woont in een wereld die ergens - maar we weten natuurlijk niet precies wààr - de waarheid herbergt. De ietsisten willen die nog wel zoeken en vinden, maar de agnosten keren zich vol afschuw af. We zullen later wel eens zien, denken die. Wat Wöltgens kennelijk niet weet is dat alles wat er bestaat wel werkelijkheid is, maar geen waarheid. Wie gaat hem eens vertellen dat "waarheid" een eigenschap is van een bevinding of uitspraak van een menselijk wezen, en niets anders of meer dan dat. "Absolute waarheid" is dus per definitie een onzinnig concept. De agnosten weten wel dat de ratio een zodanig ontoereikend gereedschap is dat we moeten vrezen dat we nooit van onze raadsels verlost zullen worden. Ze zijn er evenwel mordicus tegen dat iemand de indruk wekt dat er betere instrumenten zijn dan je goeie gezonde verstand, intelligentie en denkvermogen om tot acceptabele uitspraken te komen. Iets waar agnosten zich absoluut niet aan schuldig maken is het overschatten van de betekenis van de menselijke ratio. Dat is een armoedig instrument, maar iets beters hebben we niet.

Het ietsisme heeft aleen zin, zegt Wöltgens, als je gelooft dat er een waarheid is. Een waarheid wel te verstaan die buiten het bereik van onze intellectuele vermogens ligt. Ziet u wat we Thijs Wöltgens dus aan het verstand moeten peuteren? Dat de enige plaats van oorsprong van enige waarheid onze intellectuele vermogens zijn. En dus niet onze onderbuik, onze hoed of onze leunstoel. En misschien kan hij dan daarna eens proberen uit te leggen wat dat woordje er betekent in een zinnetje als ik geloof dat er iets is. Als dat volgens hem niet is tussen al datgene tezamen en in z'n totaliteit wat er (!) allemaal bestaat, wat is het dan?

Jan van Bakel, 17 augustus 2003

janvanbakel.nl

Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.

Terug naar boven