Jan van Bakel



Goedheid en doel


Terug naar hoofdmenu
Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Archief Entr'actes

U weet dat ik een tijdje terug met betrekking tot God tot de conclusie moest komen dat het onmogelijk is zich bij of in hem gedachten voor te stellen. Vandaag sloop de vraag door mijn hoofd hoe de gelovige - en dan bedoel ik de waarlijk gelovige gelovige, dwz iemand die de voorstellingen is trouw gebleven die in het streng-roomse onderwijs in de jaren dertig tot vanbuitenkennis toe aan de kinderen werden onderwezen - hoe die tot de overtuiging kan komen dat God goed is. Dat kwam natuurlijk doordat ik weer liep te peinzen over wat we daaronder eigenlijk moeten verstaan: goedheid. Feitelijk is dat niet zo'n groot probleem, hoewel het aan de wortel ligt van alle ethiek en moraliteit, toch zaken waarover nogal gewichtige en wijdlopige verhandelingen worden geschreven. In principe is het zo - en ook dat heb ik al eens eerder bedacht en dus ook neergeschreven, want u weet hoe dat gaat - dat alleen daar waar reflectie of althans reactie ontstaat op iets in de kosmos wat er is of gebeurt, iets kan ontstaan als een doel dat moet worden nagestreefd, vooreerst het eigen welzijn, dat wil zeggen minimaal het voortbestaan. Goedheid is nu eenmaal, simpel gezegd, gerichtheid op welzijn voor zichzelf of voor anderen. Zolang er zulke reflectie of reactie niet is, bestaan er geen doeleinden en dus geen beantwoording aan het beoogde. Geen goedheid, geen boosheid, geen goed en geen kwaad. Ik praat niet over wat er met zulke concepten gebeurt in de geschiedenis van (b.v.) de menselijke cultuur. Ik beperk me tot het wezenlijke en dat is hiermee uitgedrukt.

Het is niet moeilijk in te zien dat er buiten de tijd, dat wil zeggen daar waar geen ontwikkelingen plaatsgrijpen, geen goedheid denkbaar is. Dat vergt niet eens uitleg. Het is al te vanzelfsprekend. God moet natuurlijk het hele heelal dat wij kennen hebben geschapen. Het heelal heeft een begin gehad, want als dat niet zo was, zou het oudste feit een oneindig aantal jaren vóór ons hebben plaatsgehad en dan kon het moment dat wij leven nog niet zijn aangebroken. De tijd is dus tijdelijk en als die door God geschapen is moeten God en tijd elkaar uitsluitende, dus onverenigbare grootheden zijn. Omdat volgens onze conceptie - en wat hebben we anders tot onze beschikking? - iets alleen goed kan zijn als het voert tot verwezenlijking van wat wij nastreven, en omdat zulks bij God ondenkbaar is, daar hij het oneindige, onveranderlijke NU is ("Ik ben Die ben"), is er bij God geen goed. Noch voor hem noch in hem.

Ook ondenkbaar binnen het aldus geponeerde of geconstateerde NU is dat er voor God een doel zou bestaan. Hij streeft niets na, want daar is tijd voor nodig en het onderscheid tussen iets waar het gewenste wél en iets waar dat níet bestaat. Indien hij de wereld met zijn tijd en veranderingen veroorzaakt is dat het best voor te stellen zoals Spinoza dat heeft gedaan: als de redeloze en doelloze natura naturans. Waar wel goedheid en doel een plaats vinden zodra die rede er maar is. Ik heb in etymologische woordenboeken nageplozen of je aan de geschiedenis van de woorden enigszins kunt achterhalen hoe in de menselijke voorstellingen het doel is ontstaan. Als je ziet dat in het latijn doel en mislukking elkaar ontmoeten in het woord "finis", ben je voor het Nederlands niet optimistisch en verwacht je misschien verwantschap tussen "doel" en "dolen". Maar zo erg is het niet. "Doel" heeft als oorspronkelijke betekenis "een hoop zand". Ook weinig verhelderend. Je krijgt in de etymologie trouwens vaak de indruk dat woorden oorspronkelijk vooral ter aanduiding van concrete dingen worden gebruikt en dat 'n abstract denken zich op basis van die concreta maar zeer langzaamaan heeft ontwikkeld. Maar hoe het ook zij, wat wij ons voorstellen bij het nastreven van een doel is tamelijk helder: er is iets dat gewenst wordt en dat zal moeten blijven of, als het niet bestaat, gerealiseerd worden. Uiteraard in de toekomst. Iets dus wat uitsluitend denkbaar is binnen de kosmische geschiedenis.

God denkt niet - zie de vorige les - en God heeft geen doel. Goedheid is een concept dat onbestaanbaar is waar Hij bestaat. Maar over dit laatste kunnen we geen zinnig woord zeggen en daarover moeten we dus zwijgen.

Jan van Bakel, 14 maart 2007

janvanbakel.nl

Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.

Terug naar boven