Terug naar hoofdmenu
Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Archief Entr'actes
U weet dat ik een tijdje terug met betrekking tot God tot de conclusie moest komen dat het onmogelijk is
zich bij of in hem gedachten voor te stellen. Vandaag sloop de vraag door mijn hoofd
hoe de gelovige - en dan bedoel ik de waarlijk gelovige gelovige, dwz iemand die de voorstellingen
is trouw gebleven die in het streng-roomse onderwijs in de jaren dertig tot
vanbuitenkennis toe aan de kinderen werden onderwezen - hoe die tot de overtuiging kan komen
dat God goed is. Dat kwam natuurlijk doordat ik weer liep te peinzen over wat we daaronder
eigenlijk moeten verstaan: goedheid. Feitelijk is dat niet zo'n groot probleem, hoewel
het aan de wortel ligt van alle ethiek en moraliteit, toch zaken waarover nogal gewichtige en
wijdlopige verhandelingen worden geschreven. In principe is het zo - en ook dat heb ik al eens
eerder bedacht en dus ook neergeschreven, want u weet hoe dat gaat - dat alleen daar waar
reflectie of althans reactie ontstaat op iets in de kosmos wat er is of gebeurt, iets kan ontstaan als
een doel dat moet worden nagestreefd, vooreerst het eigen welzijn, dat wil zeggen minimaal
het voortbestaan. Goedheid is nu eenmaal, simpel gezegd, gerichtheid op welzijn voor zichzelf of voor
anderen. Zolang er zulke reflectie of reactie niet is, bestaan er geen doeleinden
en dus geen beantwoording aan het beoogde. Geen goedheid, geen boosheid, geen goed en geen
kwaad. Ik praat niet over wat er met zulke concepten gebeurt in de geschiedenis van (b.v.) de
menselijke cultuur. Ik beperk me tot het wezenlijke en dat is hiermee uitgedrukt.
Het is niet moeilijk in te zien dat er buiten de tijd, dat wil zeggen daar waar geen
ontwikkelingen plaatsgrijpen, geen goedheid denkbaar is. Dat vergt niet eens uitleg.
Het is al te vanzelfsprekend. God moet natuurlijk het hele heelal dat wij kennen
hebben geschapen. Het heelal heeft een begin gehad, want als dat niet zo was, zou
het oudste feit een oneindig aantal jaren vóór ons hebben plaatsgehad en dan kon het moment dat wij
leven nog niet zijn aangebroken. De tijd is dus tijdelijk en als die door God geschapen is
moeten God en tijd elkaar uitsluitende, dus onverenigbare grootheden zijn. Omdat volgens onze conceptie -
en wat hebben we anders tot onze beschikking? - iets alleen goed kan zijn als het voert tot
verwezenlijking van wat wij nastreven, en omdat zulks bij God ondenkbaar is, daar hij het
oneindige, onveranderlijke NU is ("Ik ben Die ben"), is er bij God geen goed.
Noch voor hem noch in hem.
Ook ondenkbaar binnen het aldus geponeerde of geconstateerde NU is dat er voor God een
doel zou bestaan. Hij streeft niets na, want daar is tijd voor nodig en het onderscheid tussen
iets waar het gewenste wél en iets waar dat níet bestaat.
Indien hij de wereld met zijn tijd en veranderingen
veroorzaakt is dat het best voor te stellen zoals Spinoza dat
heeft gedaan: als de redeloze en doelloze natura naturans. Waar wel goedheid en doel een
plaats vinden zodra die rede er maar is.
Ik heb in etymologische woordenboeken nageplozen of je aan de
geschiedenis van de woorden enigszins kunt achterhalen hoe in de menselijke voorstellingen
het doel is ontstaan. Als je ziet dat in het latijn doel en mislukking elkaar
ontmoeten in het woord "finis", ben je voor het Nederlands niet optimistisch en
verwacht je misschien verwantschap tussen
"doel" en "dolen". Maar zo erg is het niet. "Doel" heeft als
oorspronkelijke betekenis "een hoop zand". Ook weinig verhelderend. Je krijgt in de etymologie
trouwens vaak de indruk dat woorden oorspronkelijk vooral ter aanduiding van concrete dingen
worden gebruikt en dat 'n abstract denken zich op basis van die concreta
maar zeer langzaamaan heeft ontwikkeld. Maar hoe het ook zij, wat wij ons voorstellen
bij het nastreven van een doel is tamelijk helder: er is iets dat gewenst wordt en dat
zal moeten blijven of, als het niet bestaat, gerealiseerd worden. Uiteraard in de
toekomst. Iets dus wat uitsluitend denkbaar is binnen de kosmische geschiedenis.
God denkt niet - zie de vorige les - en God heeft geen doel. Goedheid is een
concept dat onbestaanbaar is waar Hij bestaat. Maar over dit laatste kunnen we geen
zinnig woord zeggen en daarover moeten we dus zwijgen.
Jan van Bakel, 14 maart 2007
janvanbakel.nl
Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.
Terug naar boven