Terug naar hoofdmenu
Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Archief Entr'actes
Moet iedereen een cultuur hebben? Of moet je de vraag opwerpen: heeft iedereen een
cultuur? Ik denk dat je onder een cultuur moet verstaan: een binnen een bepaalde
sociale groep geldende en in het algemeen aanvaarde en gevolgde verzameling van
gedragsregels, gedragen en ondersteund door de algemeen gedeelde overtuiging
dat het zo en zo moet binnen de als "de onze" begrepen groep.
Dit inzicht had ik graag teruggevonden in het stuk van Mirjam Siesling en Jeroen ten Voorde
over Eerwraak en het strafrecht (NRC 2-6-'07, 25). Daar speelt een
zekere zwakte van knieën als het erom gaat of bepaalde daden, gepleegd - kennelijk -
binnen een bepaalde cultuur en dus op grond van bepaalde opvattingen die daar leven,
zwaarder of eerder coulanter moeten worden beoordeeld als ze, bijvoorbeeld, door de
strafrechter (uit een andere cultuur!) worden behandeld.
De aarzelingen in het oordeel van de auteurs berust natuurlijk weer op de politiek
correcte eerbied tegenover culturen die de onze niet zijn.
Zodra je niet een bepaalde cultureel gekenmerkte groep van mensen - zoals je o.a. de
verzameling Nederlanders moet beschouwen - en hun cultuur, zoals zoëven gekenmerkt,
als uitgangspunt neemt, wordt je oordeel een wolk van onzekerheid.
Zodanig dat ieder sociaal-cultureel oordeel evenwaardig wordt aan dat "Nederlandse".
Er is nu eenmaal geen ander oordeel over wat dan ook inzake het menselijk gedrag
mogelijk dan dat "culturele", andermaal: zoals gedefinieerd.
Wanneer iemand beweert dat religieuze dingen een extra status hebben, moet dat
vastgelegd zijn binnen de formele uitspraken die de gangbare cultuur kenmerken,
vastleggen, definiëren.
Niemand zal binnen het Nederlandse rechtsgebied welke culturele overwegingen van vreemde
herkomst dan ook accepteren ter excusering van b.v. kannibalisme of lustmoord.
Iets als eerwraak moet eenvoudig ofwel aanvaardbaar ofwel onaanvaardbaar zijn
binnen onze cultuur. Het kan nooit een zwakte zijn, want dan staat de familieeer niet
meer centraal.
En dus beslist de situering binnen het ene cultuurgebied of het
andere over de aard van het oordeel. Als iets niet zo erg is als we vroeger dachten
omdat de mensen dat ergens anders en binnen een andere cultuur, die de onze niet is
(zie de wet), niet zo erg vinden, ja integendeel juist goedkeuren, dan is onze
cultuur kennelijk veranderd en moet de wet gewijzigd worden. Een strafrechter
die zulk inzicht huldigt treedt uit zijn ambt. En een journalist die in gewetensnood
komt omdat die vreemde inzichten over eerwraak toch bij zulke (politiek!) respectabele mensen
worden aangetroffen, moet zeggen dat hij wetswijziging wenst.
En zeker niet beweren dat de schuld ligt bij de cultuur. Wie de eerwraak billijkt
en pleegt is niet alleen schuldig aan moord maar bovendien aan de (instandhouding van een)
verwerpelijke cultuur.
En wanneer iemand zou willen pleiten voor een zeker cultuurrelativisme, laat hij
dan een politieke partij stichten. Dat zal Wilders trouwens ook nog leuk vinden.
Dat de discussie dan niet tot eerwraak beperkt kan blijven zal spoedig aan het
licht komen. En dan zullen we nog ergere dingen moeten aanvaarden dan drieduizend
naakte medemensen, dansend en springend tussen eerwrekers en kerkgangers.
Gelukkig, zou men denken, is het leven maar van korte duur.
Jan van Bakel, 4 juni 2007
janvanbakel.nl
Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.
Terug naar boven