|
Modeltheoretische semantiekVorige Entr'acte Pilatus wist niet wat waarheid was. Nou, dat had ik hem wel kunnen vertellen. Waarheid is een eigenschap die kan worden toegekend aan een uitspraak. Als de rechter je vraagt om de waarheid te spreken bedoelt hij dat je geen uitspraken moet produceren die die eigenschap missen. Uitspraken kunnen nog wel andere eigenschappen hebben. Ze kunnen schokkend zijn of onnozel of vunzig of ontwapenend en nog wat van die dingen meer, eigenschappen die ook toegekend kunnen worden aan andere dingen die een betekenis hebben: gebaren, foto's, beelden, clips. Maar deze laatste dingen kunnen niet waar zijn. Een ware foto, een waar beeld, een ware clip? Nee, dat kan niet. Maar wat is een uitspraak dan, als tie waar is? Daarvoor moet je te rade bij de filosoof, de logicus, de taalkundige. Zij allemaal beweren om beurten dat ze de waarheidswaarde van een uitspraak kunnen berekenen. Je moet achterhalen of er een waarheidsrelatie is met de werkelijkheid. Niet met de ogen knipperen voor de circulariteit. En even weten wat de werkelijkheid is. Dat is datgene wat volgens de ware uitspraak zus of zo en niet anders is. Kun je dus niet zeggen welke uitspraak waar is als je niet weet wat de werkelijkheid is? Je weet wat de werkelijkheid is als je weet wat WAARHEID is. Zo heb je er een metatalige term van gemaakt. We zullen er een pragmatische betekenis van hanteren. De werkelijkheid is niet gemakkelijk te vatten en daarom bouw je er een model van. Zeg maar: je neemt kiezelsteentjes waarop je schrijft JAN en MARIE. En je maakt draadjes waaraan je kaartjes hangt als HOUDEN-VAN. En zulke draadjes span je tussen de kiezels waartussen die relatie bestaat. Zo kun je dus aan de hand van het model UITREKENEN of de uitspraak, waar met kleine letters de namen van die stenen en de inhoud van de kaartjes in voorkomen, waar is: Jan houden-van Marie. Zo eenvoudig is dat. En dat wist Pilatus niet. Wat een ventje eigenlijk. Jan van Bakel janvanbakel.nl Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.
|