Jan van Bakel.



Niemand heeft het gelijk aan zijn of haar zijde

Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Terug naar Archief Entr'actes
Terug naar hoofdmenu.


De taal spreekt over alles. Anders gezegd: met de taal spreken wij over alles. Alles dat is: alle voorwerpen en alles wat een mens heeft bedacht of kan bedenken. Wat een mens bedenkt zijn ook de onderverdelingen van de voorwerpen en van alles wat een mens heeft bedacht of kan bedenken. En met die onderverdelingen doen alle theorieën en alle generaliseringen hun intrede. Zo bedekt de taal de hele wereld, dat wil zeggen de hele werkelijkheid. Maar hoewel de taal over alles van de werkelijkheid kan praten, heeft ze niet voor alles wat binnen de werkelijkheid aan categorieën en subcategorieën kan worden bedacht aparte grammaticale categorieën of zelfs maar aparte woorden. Zo zijn er bv. twee soorten bezittelijke voornaamwoorden, (laten we ze M en V noemen) die echter niet parallel lopen met de onderscheiding naar sexe binnen de menselijke (ja zelfs dierlijke) soort en waarboven geen algemene categorie verschijnt die van toepassing zou zijn waar van sexe wordt geabstraheerd.

Zoiets roept weerwerk op. Iemand van de categorie mens zou eindelijk wel eens woorden willen zien die typisch van sexe abstraheren, ofwel iemand van de vrouwelijke sexe wil woorden zien die typisch voor haar kunne zijn. Jammer, dat heeft de taal niet. De taal kent wel een mannelijk, maar zolang dat zelfs op de tepel van toepassing is - zoals Multatuli al opviel - stelt het niet veel voor. Zij heeft ook geen typisch vrouwelijke woorden. En geen typisch mannelijke achtervoegsels. Wel typisch vrouwelijke overigens. Bij voorbeeld -ster. Dat -er geen mannelijk achtervoegsel is blijkt als je signaleert dat je wel kunt zeggen: De kamer heeft tegenwoordig een vrouwelijke voorzitter, maar niet De kamer had vroeger een mannelijke voorzitster. En wèl natuurlijk: De kamer had vroeger een mannelijke voorzitter. Voorzitter is wel mannelijk in de grammaticale zin, maar niet sexueel mannelijk, zodat het slechts toepasselijk zou zijn op sexueel mannelijke mensen. Bij voorzitster is dat anders. En bij 'voorzitter' hoort 'hij', zoals bij 'voorzitster' 'zij'.

Nu ter afwissling een stukje tekst uit het tijdschrift Zenit (mei 2000)1:

Het voorjaar is voor de amateur-astronoom bij uitstek het seizoen om het universum buiten ons eigen melkwegstelsel te verkennen. Doordat we dan de hemel loodrecht op het vlak van het Melkwegstelsel waarnemen, worden we niet 'gehinderd' door het stof en gas in de spiraalarmen. Dit biedt de actieve waarnemer de gelegenheid zijn of haar telescoop op de vele sterrenstelsels aan de lentehemel te richten.

Over zoiets kun je natuurlijk niet praten zonder de taalpolitiek ter sprake te brengen en tegelijk daarmee ook het politiek correcte taalgebruik. Op het punt van dat zijn en haar hebben er veel al een helehoop geleerd. Met name ook in academische intreeredes, die ik daar altijd met veel smaak op nalees. Daar kom je dus dingen tegen als - en ik citeer gemakshalve maar uit het hoofd -: De chirurg moet in de toekomst zijn of haar mes met meer terughouding hanteren. Als ik dat stukje hierboven doorlees meen ik te proeven dat de schrijver naar "wij" vlucht om het probleem te ontlopen.

Wat betekent nu die figuur zijn of haar? Ten eerste dat de schrijver politiek correct handelt. Laten we dat vooreerst signaleren, want het is een prominente goede eigenschap. Zonder zoiets kun je zowat nergens meer komen. Maar ten tweede dat hij maar iemand napraat zonder enig eigen inzicht in of begrip van zijn moedertaal. En ten derde dat het, met alle goede bedoelingen, een volkomen zinloos en hol gebaar is.

Vooreerst het eerste, d.w.z. het tweede. 'De actieve waarnemer' is een taalvorm die niet sexueel gekenmerkt is. Het is een M-woord en daar hoort 'zijn' bij. Met zulke sexuele kronkels moeten we binnenkort zeggen: Niemand met gezond verstand zal hierover zijn of haar gelijk willen halen. Zoek maar eens iets op in het heelal dat de taal aanduidt met 'niemand' en kijk (voorzichtig) of het sexueel mannelijk of vrouwelijk is.

En ten derde. Het is een hol gebaar en een loze ritus. Waarom? Omdat er niemand in ons mooie landje is, die met meer tevredenheid dan anders zich te slapen legt, denkende: gelukkig, ik word als man of vrouw toch nog ergens serieus genomen. Beter dan de taal moet je het niet willen weten .

Jan van Bakel, 6 mei 2000.

1 Een later voorbeeld: Het valt op dat geen enkele mij bekende natuurwetenschapper of technoloog het manifest van zijn of haar collega als totale onzin afdoet. (NRC M, september 2000, 25.) Hier wordt zelfs een niet bestaande keurig als ofwel mannelijk ofwel vrouwelijk voorgesteld. En hoe gemakkelijk was het geweest te schrijven van collega Bill Joy.


janvanbakel.nl

Terug naar boven

Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.