Jan van Bakel.



De stiekeme spellingcorrector

Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Terug naar Archief Entr'actes
Terug naar hoofdmenu.


Ja, hoe zit een mens in elkaar? Ikzelf heb de gewoonte om altijd te kijken hoe een tekstverwerkend programma omgaat met het probleem van het afkorten van woorden. Ik bedoel natuurlijk niet afkortingen die het woord werkelijk korter maken, maar afkappingen, afbrekingen: een streepje zetten op de plaats waar een woord afgebroken moet worden als het niet in zijn geheel op de regel past. Als je kranten met goede afbreeksystemen erop nakijkt blijken ze bijna uitsluitend nog moeilijkheden te ondervinden met samenstellingen, zoals vuurwerkramp tegenover sperwerkrop. Dat is logisch ook. Je zou in zulke gevallen een woordenboek moeten raadplegen om vast te stellen waar de grens ligt. En een woordenboek raadplegen is iets triviaals voor iemand die een regel wil formuleren. En dat streeft een goede programmeur of informaticus typisch na. Maar soms vallen ze door de mand.

Ik geef u een opsomming: ge-ft, oudeja-rsavond, to-naarden, stimule-rt, perso-nlijk, dra-gt, bewe-gt, to-naangevende, vo-rstander, vo-ral, vre-mde, geïnspire-rd, o-it, no-it, bo-ks (Engels!), la-tst, dra-iboek. Dat zijn allemaal afkortingen die ik voor U verzameld heb uit De Groene Amsterdammer nr. 20, 20 mei 2000. Het zijn typisch resultaten van een dom programma. Vooreerst moeten we vaststellen dat een tweetal heel eenvoudige regels erin geschonden worden. Te weten: 1. een woord kan niet beginnen met bepaalde groepen van consonanten en zulke groepen mogen daarom nooit staan na een afbrekingsteken; 2. het woorddeel na een afbrekingsteken moet altijd een vocaal bevatten. Maar het ridicule steekt in de spellingscorrectie die bij het produceren van de gegeven voorbeelden wordt toegepast. De gedachtegang is kennelijk: wanneer door de afbreking een open lettergreep met een dubbele vocaal verschijnt moet die vocaal verenkelvoudigd worden. Belachelijk is die regel omdat hij de uitdrukking is van waanwijsheid: veel weten, maar niet weten hoe het functioneert. Er is immers een regel die zegt: een dubbele vocaal staat in een gesloten lettergreep en het woord mag daarachter nooit worden afgebroken? Dat is het uitgangspunt.

Laten we eens kijken hoe het zit. Iemand die Nederlands leert spellen leert de regel: de klank lange aa wordt geschreven met een dubbel teken, behalve als die staat in een open lettergreep. Zo krijgen we laat naast late en laten. Wat een open en wat een gesloten lettergreep is is niet een gevolg van de spelling maar een van haar oorzaken. Dat wil zeggen: de toestand die door zulke regels wordt geschapen is niet meer ter discussie als het om woordafbreking gaat. De woordafbreker is werkzaam op iets dat volgens de regels gespeld is. Hij heeft daarin niets te veranderen. Behoudens woordsplitsing met een streepje. De ongetwijfeld nieuw in dienst getreden jonge informaticus kent bovengenoemde spellingsregel, denk ik. Hij ziet na analyse dat die geen deel uitmaakt van zijn programma en voegt hem toe tussen alle rommelachtige ad-hoc-formuleringen van zijn pakket om vanuit een mooie verbeterde theorie eindelijk eens correcte resultaten te krijgen. Typisch waanwijsheid. Kunnen ze in die opleidingen de jongens en meisjes niet beschermen tegen zulke flaters? Of zijn ze zelf ook al niet wijzer?

Nog gekker zou het zijn - maar je weet nooit, je moet met alles rekening houden - dat ze bij De Groene een spellingscorrector hebben laten lopen nadat de woordafbreker had gewerkt. Hoewel, daardoor zou de plaats van de afbrekingsstreepjes toch niet kunnen veranderen? Als U ja zegt, dan is dat dus de tweede afbreker die alles nog verder en thans definitief afbreekt.

Samenvatting en moraal. We moeten een aantal zaken onderscheiden. Vooreerst de morfologische regels van de taal die bepaalde consekwenties hebben in de schrijfwijze of spelling van woorden. Deze regels zorgen voor laat, laten, word, wordt, worde, worden. Vervolgens zijn er de chaotische spellingregels. Deze berusten op politieke keuzes en moeten dus bij wet worden vastgesteld. Ze zorgen voor al die gekke dingen die in het Groot Diktee der Nederlandse Taal aan de orde komen en voor dingen als kippenveer, koninginnensoep en koninginnefeest. Allemaal zaken die zeer geschikt en geliefd zijn in spelletjes die even beneden het niveau van Lingo liggen. En tenslotte hebben we de afbrekingsregels. Afbrekingsregels behoren ofwel niet tot de spelling ofwel het zijn spellingsregels van de tweede graad. Met de genoemde spellingsregels van het Nederlands hebben ze niets van doen. Wel kunnen ze in termen daarvan typische omgevingen definiëren waarin iets kan of niet kan. Het zijn misschien voor een deel harde regels, maar ze kunnen zeker niet zonder woordenboek geformuleerd worden. Ze schieten, hoe geraffineerd ze ook geformuleerd zijn, mogelijkerwijs tekort zodra er een nieuw woord in gebruik komt.

Jan van Bakel, 15 juni 2000.


janvanbakel.nl

Terug naar boven

Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.