Jan van Bakel.



Het gemis

Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Terug naar Archief Entr'actes
Terug naar hoofdmenu.


«Alles wat zij schreef is doordrenkt van het besef dat al het bestaande - de grote en de kleine dingen, liefde en dood, onheil en geluk - een alomvattende eenheid vormt die je de kracht kan geven verlies, afscheid en gemis te verdragen.» Toen ik deze volzin uit hand en hoofd van Peter van Zonneveld, schrijvend over Maria Dermoût (NRC Boeken 1-11-2000), had gelezen leek mij al het nog volgende - en dat was bijna het hele opstel - verder overbodig. Zodanig dat ik deze regels ook schrijf voordat ik de rest had gelezen. Bij zulk een zin doet alles wat er staat in gelijke en toch telkens weer overtreffende mate ter zake. Ik zou graag hebben dat u even de tijd neemt om te zien of u het met me eens bent.

Al het bestaande wordt uiteengelegd in vooreerst de grote en de kleine dingen. Daarbij denken we niet aan gebeurtenissen maar aan statische grootheden met een onveranderlijke aanwezigheid. De dingen die de wereld maken waarin wij leven. Niet: waarin zij leeft maar inderdaad wij, ieder van ons, iedereen. Ze vormen dus geen levensdeel voor iemand in het bijzonder en ze zouden dus, wat hun werkzaamheid in het besef van mensen betreft, evenzeer ieder van ons als Maria Dermoût kracht tot verdragen van het leed moeten geven, gewoon door als dingen daar te zijn, beschouwd te worden, onder ogen gezien, ervaren. Grote en kleine dingen, werkelijk gezien naar hun ruimtelijke maten, van in onze handpalm bij wijze van spreken als strekkende tot aan verre horizonten. Alle ruimtelijke verschijnselen. Maar behalve die grote en kleine dingen omvat al het bestaande ook liefde en dood, onheil en geluk. Dat zijn geen dingen die in de wereld ervaren kunnen worden. Ze bestaan alleen in levende mensen, in dat deel van de wereld dus dat wijzelf zijn. Ik geloof niet dat hierbij aan gebeurtenissen gedacht moet worden. Natuurlijk kunnen we ons het menselijk leven niet voorstellen zonder de reeks van gebeurtenissen waarin het zich historisch realiseert, maar liefde en dood maken geen van beide deel uit van de geschiedenis van het leven maar eerder van het leven zelf, zoals ook het geluk en het onheil geen zaken zijn die bij voorbeeld gefotografeerd kunnen worden of in een filmbeeld vertraagd weergegeven. Ook hier betreft het dus, zoals bij de dingen, statische verschijnselen, altijd aanwezig voor onze waarneming en ervaring. Nogmaals: ze zijn wel gekoppeld aan gebeurtenissen, maar in wezen zijn ze daarvan onderscheiden.

In het besef van Maria Dermoût vormde al dat bestaande een eenheid. De eerste gedachte bij dat idee was voor mij: natuurlijk een eenheid. Zoals de kosmos een eenheid is, zoals het bestaan een eenheid is, zo moet ook al het bestaande een eenheid zijn, juist doordat het alles wat bestaat in zich bevat. Die eenheid kan niet problematisch zijn indien inderdaad al het bestaande aan de orde is. Men kan opwerpen dat de eenheid hier evenwel slechts bestaat in het feit dat al die dingen, elk voor zich en als totaliteit, aan de mens een bepaalde kracht schenken. De eenheid komt dan pas tot stand op het niveau van de mens die dat alles waarneemt. Ik geloof echter - en dat is mijn tweede gedachte - dat die allesomvattende eenheid wel degelijk uit zichzelf is en niet uit die mens. En dat er dus niets anders bestaat dan de dingen, de liefde, de dood, het onheil en het geluk. Al het andere is de ruis van de geschiedenis, de chaotische gebeurlijkheid, zaken die zich voordoen en vanzelfsprekend waargenomen kunnen worden, maar die evenzeer bijkomstig zijn als de schaduwen op de wanden van de grot bij Plato.

En van het besef dat die eenheid en die totaliteit van al het bestaande een bron is van kracht om verlies, afscheid en gemis te verdragen is al het werk van Maria Dermoût doordrenkt. Verdragen is wat een mens te doen heeft. Hij hoeft niet te verdragen wat is, hij verdraagt wat geschiedt. Verlies en afscheid zijn symbolisch voor wat zich in een leven voltrekt, je kunt ook zeggen: voor hoe het leven zich voltrekt. Raadselachtig is hier het woordje gemis, want dat duidt niet op een gebeurtenis. Ik denk dat het de aanduiding is voor het wezenskarakter van het leven.

Hoe kan een oeuvre anders overtuigen dan zoals Zonneveld dat karakteriseert?

Jan van Bakel, 11 november 2000.


janvanbakel.nl

Terug naar boven

Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.