|
Edicus, medicus, zedicusVorige Entr'acte Iets wat je makkelijk zelf kunt achterhalen moet je niet aan iemand anders vragen. Als je iemand over iets uitvraagt betekent dat dat je er op een andere manier niet achter kunt komen. Als we echt vastigheid zoeken gebruiken we de eedsritus. De eed schept natuurlijk geen zekerheid, maar we spreken af dat het zekerheid schept. Zo lossen we het waarheidsprobleem op. Bij de euthanasie gaat het niet om waarheid maar om goed of fout. Voor dat probleem is niet iets als een eed te bedenken om eruit te komen. Maar er is wel een oplossing voor. Je zoekt een boek en je zegt dat God het geschreven heeft en dan is alles opgelost. Daar staat immers in gij zult niet doden, dus klaar is kees. Maar wat te doen als je niet gelovig bent? De NRC heeft deze week uitvoerig aandacht besteed aan de kwestie. Donderdag een euthanasie-bijlage, vrijdag een hoofdartikel onder de titel Dood op verzoek en vandaag, zaterdag 25 november 2000, de afsluiting in de rubriek Van de week door Elsbeth Etty. De redactie stelt het duidelijk: De euthanasiewetgeving, gekenmekt door erkenning van het recht op zelfbeschikking, is bij uitstek een product van niet-confessioneel beleid. Twee statements dus: erkenning van zelfbeschikking en niet-confessioneel. Over dat tweede punt hoeven we niet te redetwisten. Of iemand nu op grond van a of b mening c verdedigt doet voor de politiek niet ter zake. Dat is alleen van belang voor het spelletje. Het spelletje? zult u zeggen. Welzeker. Dat blijkt klaar en duidelijk als je op het eerste punt ingaat. De minister zelf, evengoed als een meerderheid van de kamer, was het oneens met de de Haarlemse rechtbank die het geval-Brongersma had gebillijkt. Hun verzet betekent niets anders dan: zelfbeschikking ja, maar uitsluitend als wij vinden dat de keuze terecht is. Dat de arts dat mag beoordelen met het oog op zijn eigen rol ligt voor de hand. Nooit moet een arts euthanasie plegen. Je kunt niet de as van Adolf Eichmann in de Middellandse Zee verstrooien en dit van een dokter eisen. Maar dat je euthanasie en hulp bij zelfdoding in de strafwet laat staan betekent noodzakelijk dat er iemand is die er anders over kan denken en het beter kan weten. Wat de arts doet wordt altijd getoetst. Heel anders dan bij "andere" misdrijven. Alles wat er met kinderen in het geheim gebeurt laat je zijn gang gaan en je treedt op als er aangifte wordt gedaan. Niemand zal dat afkeuren want je kunt in de wereld nou eenmaal niet zoveel, ook al meen je nog zo sterk te staan. Bij wapengebruik van de politie gaat het al niet anders. Maar niet zo bij euthanasie. Weliswaar komt niet de officier van justitie in beeld - hoewel het wel een misdrijf betreft; zie de strafwet - maar een commissie van: een jurist, een medicus en een ethicus. Vroeger zouden ze het aan de pastoor gevraagd hebben, maar dat kan natuurlijk niet meer. Wat ze van zo iemand denken openbaart zich zijdelings bij Elsbeth Etty, die Marijnissen vergelijkt met een aftandse dorpspastoor. Maar nu hebben we daarvoor onder andere de ethicus. Waar die zijn vakspecifieke argumenten haalt blijft een raadsel, maar hij mag spreken zolang hij niet uit godsdienst redeneert. En wat brengt de jurist aan in de commissie? Beoordeelt die misschien of de doodswens juridisch correct was? En de medicus? Die kijkt toch zeker niet naar de techniek? Naar wat dan wel? Naar de juistheid van de procedure? Daar kun je toch beter een medische ambtseed voor gebruiken? De ethicus is in een zaak van moraal als de euthanasie wat de eed is in waarheidskwesties. Ik wil natuurlijk niet zeggen dat zo'n vakman niet deugt, net zomin als ik dat zou durven beweren van een jurist of een medicus. Maar de hele figuur van de controle-commissie drukt uit dat de gedachten over de menselijke vrijheid nog in niets veranderd zijn. Over aftands gesproken. Wat een kronkels, gesjoemel en gemarchandeer allemaal. Geen sprake van zelfbeschikking. Niet-confessioneel misschien wel maar wat doet dat ertoe? Wat een schijnheiligheid om al dat gedoe gedwee aan te zien en met instemming te commentariëren in plaats van het weg te honen als volksverlakkerij. Het wordt mij kil om het hart. Jan van Bakel, 26 november 2000.
Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.
|