|
Het gebeurenVorige Entr'acte Natuurlijk denk ik ook wel eens over mezelf na. Bijvoorbeeld waarom ik nooit iets schrijf over wat er in de wereld gebeurt. Bijvoorbeeld dat rare ongeluk in Engeland, waar die auto door allerlei oorzaken op één moment uit miljoenen via een onmogelijk gat tussen hout en vangrail het talud afschoot, beneden op de rails terecht kwam en daar een zwaar treinongeluk veroorzaakte met ik weet al niet meer hoeveel doden. Daar zul je bij mij dus niet over lezen. En waarom niet? Omdat er niets over te zeggen is. Je kunt wel trachten te analyseren waarom zoiets plaatsheeft. Waarom was die auto daar nou net op dat beroerde moment? Waardoor raakte die van de weg? Viel die man in slaap? Waarom viel die man in slaap? Er gaat een keten van grote en kleine oorzaken aan vooraf die allemaal met elkaar samenhangen en waaronder er niet één enkele is waarvan je moet vaststellen dat het eigenlijk een wonder was. Er gebeuren nooit wonderen. Alles heeft gewoon tot alles in z'n directe omgeving een tenslotte, als je lang genoeg doorzoekt, begrijpelijke relatie. Op ieder moment gebeurt altijd wat noodzakelijk gebeuren moest. Je kunt er wel over dubben of er ook iets anders had kunnen gebeuren, maar alleen zolang het moment van het gebeuren er nog niet is. Is het moment er eenmaal, en zeker als het gepasseerd is, stel je vast dat het inderdaad niet anders had gekund. Op heel kleine schaal - want alles wat gebeurt kan tot in milliseconden en op moleculair niveau worden uiteengeplozen - kom je bij je analyse terecht in dingen die alleen met statistische modellen beschreven kunnen worden. Als je wil weten waarom een chauffeur - ik heb het nou niet meer over Engeland - na het drinken van zoveel alcohol en na verloop van zo lange tijd in een situatie die zus en zo gekenmerkt is in slaap valt, moet je proberen een kwantitatieve analyse te plegen waardoor je de kansverdeling krijgt. Je doet dan proeven in een gecontroleerde situatie. Zo kom je te weten hoeveel kans je hebt dat X gebeurt. De principiële vraag blijft dan wat voor oorzaak er werkzaam is achter die kansverdeling. Iets begrijpen is nou eenmaal de oorzaak kennen. Iets zonder oorzaak laten wij in de wereld niet toe. Eenvoudig omdat er dan niks meer te begrijpen zou zijn. Het is gebruikelijk om te zeggen dat er toeval in het spel is als je proeven een zogenaamd boogje van Gauss laten zien, maar dat is niet veel anders dan een term. Toeval kan niets anders zijn dan een alternatief voor een oorzaak, wat betekent dat statistiek een alternatief is voor wetenschap. Maar bij nader inzien moeten we zeggen dat oorzaak eigenlijk iets even onbegrijpelijks is als toeval. We verbazen ons niet als een wijnglas op de stenen vloer aan scherven breekt, maar dat is natuurlijk even raadselachtig als wanneer het niet aan scherven zou breken. Het werkelijke verschil is dat beide verschijnselen een verschillende kansverdeling laten zien. Wat we zouden moeten begrijpen om alles op te lossen is dat in een volmaakt zuivere situatie een volmaakt zuivere knikker die langs een volmaakt zuiver berekende lijn op een volmaakt zuivere spijker valt niet uiteindelijk op die spijker blijft liggen. En als zoiets volmaakts en zuivers onmogelijk is, op welk niveau zulks aantoonbaar is. Komt dat doordat de materie niet tot in het oneindige deelbaar is? En helemaal tenslotte komen we natuurlijk terecht bij de kwestie van het pincipiële toeval dat de quantummechanica heeft geïntroduceerd. Maar ja, daar geloof ik dan weer niks van. In goed gezelschap overigens van Einstein. Jan van Bakel, 5 maart 2001.
Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.
|