|
Homo UniversalisVorige Entr'acte Een Fransman is universeel mens, en verder niks zet Pieter Kottman boven zijn artikel (NRC 20-3-01) en mooier en zuiverder kan het natuurlijk niet. Het gaat over de nieuwe burgemeester van Parijs, Bertrand Delanoë, die homoseksueel is maar wat volgens de allereerste volzin niets ter zake doet. Het enige dat ertoe doet, is of de burgemeester, behalve homo-, bi-, hetero- of anderszinsseksueel, ook een goede burgemeester is. Je ware emancipatie: slechts zijn daden worden beoordeeld. Inderdaad, allemaal zeer mooi en edel. Het enige wat eraan mankeert, denk je, is dat het toch maar weer eens gezegd moet worden. Als iets echt vanzelf spreekt spreekt niemand erover. U zult er mij in deze overpeinzing dan ook niet over horen. Wat mijn gedachten gaande maakt is een andere kwestie. Hoe zit dat eigenlijk met die twee niveaus of aspecten van een mens: dat wat hij is en dat wat hij doet? Hoe kun je weten wat iemand is als je niet zou mogen kijken wat hij doet? Of liever nog: hoe zou iemand iets kunnen zijn als hij niet iets doet? En als dat een probleem lijkt, hoe kan het verschil tussen het een en het ander dan zo zwaarwichtig zijn dat het een waterscheiding lijkt? Je zou geneigd zijn te denken dat het er tenslotte toch op neerkomt dat je wel kijkt naar de handelingen van deze of gene aard, maar niet naar andere. En ook bezien van de kant van de daden van een mens moet je je afvragen hoe je die kunt losdenken van dat wat hij is. Voor mezelf moet ik zeggen dat ik nog nooit iets gedaan heb - meen gedaan te hebben - dat niet met grote fataliteit voortkwam uit wat er nou een keer in dit hoofd zit. Er is helemaal niks waarvan ik denk dat het ook anders had kunnen gebeuren. Soms kan ik daar bijna paranoïde over lopen piekeren. Ik zit op de fiets en nader een punt waarvandaan ik op twee manieren verder naar huis kan en ik vraag me af: welke weg zal ik direct nemen? Niet: wat wil ik eigenlijk het liefst, maar: wat zal dit hoofd direct gaan kiezen uit de twee mogelijkheden. En als je dan dat punt voorbij bent rijst de vraag: waarom deed ik dat nou zo? Dat zijn en dat doen staan helemaal niet zo duidelijk tegenover elkaar. Dacht ik. Nergens, volgens mijn persoonlijke ervaring, komt die kwestie scherper en klemmender naar voren dan bij Arthur Schopenhauer in zijn De vrijheid van de wil en trouwens ook in zijn hoofdwerk, zoals hij het noemt: Die Welt als Wille und Vorstellung. In het bijzonder omdat de vraag naar de menselijke schuld daarbij aan de orde komt. Ik heb het altijd moeilijk te begrijpen gevonden, niet dat Schopenhauer de menselijke schuld voor zijn daden ontkent. Daaromtrent is zijn uiteenzetting onweerlegbaar. Omdat wij de motieven voor onze daden niet maken maar vinden kunnen we natuurlijk geen schuld dragen aan wat we doen. Maar wel dat andere punt: dat de mens schuldig is aan wat hij is. Heel moeilijk. Maar één vraagje aan Pieter Kottman: dat heeft toch allemaal niks te maken met een homo universalis? Jan van Bakel, 21 maart 2001.
Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.
|