|
De wet der dingenVorige Entr'acte
Je kunt wel zeggen: jij hebt het altijd over hetzelfde, maar wat gebeurt er dan ook anders in Nederland? En het is trouwens vandaag ook weer volop de moeite waard. Ik bedoel dat stukje - nou ja, stukje - van B.J. van der Vlies in de krant (NRC 19 mei 2001). Een betoog dat, op één punt na, en daar kom ik nog op, mijn volle instemming heeft. En dat bedoel ik werkelijk ernstig. Ook al had u misschien wel eens gedacht van mij dat mijn afstand tot het protestantse deel der natie en meer in het bijzonder haar meer rechtse part eerder tamelijk groot was. Van der Vlies stoort zich in hevige mate aan de aanmatiging en intolerantie van de liberale politici van VVD en D66. Dezen nemen het de christelijke zijde kwalijk dat zij zich heftig verzet tegen zaken als het homohuwelijk en de euthanasie-wet, juist zoals de imam dat op zijn manier deed. Maar, zo betoogt van der Vlies, zij, die liberalen, zijn zelf evengoed intolerant. Zij eisen gewoon instemming, op hooghartige en onverdraagzame wijze. Ik denk dat dat betoog sluit. Van der Vlies laat duidelijk zien dat er tegengestelde meningen bestaan en dat geen van beide partijen het vaandel strijkt voor de ander. Ik zie werkelijk niet in waarom De Graaf en Dijkstal op dit vlak meer recht van spreken zouden hebben dan Van der Vlies. Of de imam. Maar er is één onverdraaglijke zaak. Van der Vlies heeft natuurlijk wel in de gaten dat hij, net als de imam, de boot van de ontwikkeling der beschaving heeft gemist en nog steeds ergens tussen elf- en dertienhonderd staat te argumenteren. Hij moest alleen zijn tong afbijten dat hij durft zeggen dat zijn tegenstanders ook gewoon een eigen geloof hanteren. Iemand die beweert: gebruik je eigen verstand en ga niet af op andere mensen en hun verhalen, want die hebben dat allemaal bedacht met een verstand dat niet groter was dan dat van jou zelf, die zou ook zelf gedreven worden door een geloof. Dat zijn van die jij-bakken die je ook kunt horen bij de grootogige Andries Knevel in zijn eeuwige discussie met de evolutionisten. Een paar dagen geleden ook weer, toen zelfs de columnist Plasterk van Buitenhof aanschoof aan diens tafel. Vruchteloos gesprek. Waarom je toch altijd beroepen op iets wat niemand kan controleren of narekenen? Doe je dat, dan hanteer je typisch een geloof. Zeg je evenwel: denk nou eens gewoon even na man en vraag je eens af of het volgens je eigen gezonde verstand niet inhoudsloos en zonder grond is, dan argumenteer je allesbehalve uit een geloof. Dat is het verschil, het springende punt, het enige waar het om gaat. Het is typisch middeleeuws om je terug te trekken achter de vestingmuren van het geloof om daar, tot geen enkele originele gedachte in staat of bereid, al was het alleen maar uit gebrek aan moed of dwaze angst, je grote dwingende woorden over de wet der dingen te spreken. Dat plechtige woorden naar waarheid ruiken is ook zo'n rest uit de tijd dat we niet zelf na durfden denken. Maar beide kanten hebben het democratische recht op hun gedachte. Ook die imam. Er is dus een hoop werk aan de winkel. Natuurlijk mogen we de drager van achterlijke opvattingen, van de middeleeuwse geest van vrees, onzelfstandigheid, onderworpenheid en onzin, niet als mens minachten, straffen of het land uitzetten. Je moet concluderen dat er geen politiek te voeren is die de vrijheid beschermt tegen de dwingelandij zonder deze laatste te veroorzaken. In Israel argumenteren ze inmiddels met straaljagers. Onze eigen emotionele hoogtepunten zijn de zinnen die Kok spreekt op de tv. De een doet het wat waardiger dan de ander. Van der Vlies is een heel nette man, al begrijp ik werkelijk niet hoe hij alles durft zeggen. Wij meenden het al zo'n eind geschopt te hebben met onze vooruitgang. De eigen middeleeuwen die resten onder ons zijn al zo slecht te verdragen. En dan komt er nou ook nog al die middeleeuwse bagger van verre bij. We moeten gewoon weer vooraan beginnen. Dat valt wel tegen, als je het mij vraagt. Jan van Bakel, 19 mei 2001.
Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.
|