|
Bij de tijdVorige Entr'acte
Wat ik me afvraag is of andere mensen dat nou wél begrijpen. De krant schrijft dat Amerikaanse fysici een nieuw type klok hebben ontwikkeld dat aanzienlijk nauwkeuriger loopt dan met de huidige technologie mogelijk is. Deze atoomklok heeft een afwijking van één seconde in 15 miljard jaar - de leeftijd van het heelal. Dat is ongeveer duizend keer beter dan de huidige standaard (NRC 13-07-01). Vooreerst is moeilijk te begrijpen wat dit op zichzelf precies betekent. Heb je dan twee klokken, de ene van het oude type en een nieuwe, laat je die 15 miljard jaar lopen en stel je dan vast dat ze op precies één seconde na dezelfde tijd aangeven? Dat kan natuurlijk niet. Bijvoorbeeld al niet omdat je niet op de seconde na kunt weten wanneer er precies vijftien miljard jaar voorbij zijn. Goed, zult u denken, dan moet je zeggen : na ongeveer vijftien miljard jaar. Maar hoe precies je het moment ook kiest waarop je de stand van beide klokken gaat vergelijken, je zult wel een of ander tijdsmetend apparaat nodig hebben om te zien of het tijdstip voor de vergelijking van de twee klokstanden is aangebroken. Een andere oplossing is dat je de tijd van de twee klokken vergelijkt nadat ze precies één jaar gelopen hebben en vaststelt dat ze op één vijftienmiljardste seconde na dezelfde tijd aangeven. Maar dat kan natuurlijk ook niet, eenvoudig omdat je je niet kunt voorstellen hoe je dat vaststelt: één vijftienmiljardste seconde. En los daarvan blijft de vraag naar die derde benodigde klok onverkort dwingend. Of je neemt domweg de stand van de ene klok als uitgangspunt en praat alleen over het verschil met de andere. Maar dan blijft de nauwkeurigheid weer in de lucht hangen, omdat je niet kunt vaststellen of de tweede tijdsaanduiding beter is dan de eerste of andersom. Voor evaluering van het verschil is dus altijd een derde klok nodig. Maar als die derde klok als betrouwbaar beschouwd mag worden, dan heb je toch geen betere klok nodig? Mijn mankerend begrip zoekt naar de derde klok. Daarvoor kun je bijvoorbeeld astronomische machines kiezen : de draaiende beweging van ons melkwegstelsel, de omloop van de aarde om de zon, de wenteling van de aarde om haar as. Laten we dit laatste noemen : W. De waarde van de seconde is : W gedeeld door (24 maal 60 maal 60). Maar wat is W? Omdat die grootheid, net als alle andere waarden over astronomische bewegingen, veranderlijk is zoekt de wetenschap naar andere zonnestelseltjes die meer vastigheid laten zien. En zo zijn ze kennelijk terechtgekomen bij het kwik-ion. Zie hetzelfde krantebericht. De atoomfysici kunnen iets zeggen over de bewegingen en herhalingen in zo'n ion. Maar wat zeggen ze daarover? Er is geen alternatief voor : heel vlug ofwel zovaak in zoveel X. En dat is weer die eenheid van die andere klok. Wat de krant in een laatste alinea toevoegt omtrent de zin en de bruikbaarheid van de verbeterde techniek van tijdmeting staat weer gewoon op het niveau van goedkoop mediaal geblaat: Ook bij het met grote snelheid verzenden van gegevensbestanden, bijvoorbeeld via e-mail, kan de klok goede diensten bewijzen. O ja, zegt de burger, e-mail, dat weet ik wat dat is. Aan bespiegeling omtrent het verschil tussen een vijftienmiljoenste en een vijftienmiljardste seconde voor het bouwen van chips - want daarover moet het gaan en niet over e-mail - komt hij niet toe. Wat ik ook niet weet is of zo'n kwestie mijn vakantie nou opfleurt of bederft. Jan van Bakel, 14 juli 2001.
Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.
|