|
Echt en valsVorige Entr'acte
Als je niet zou mogen schrijven over dingen die onduidelijk zijn zou het stil worden in de wereld. Ik zal u wat noemen. Een tijdje geleden kwam ik terecht op een Amerikaanse astronomische website genaamd: 2MASS Image Gallery - Two Micron All Sky Survey. (Ik heb er een link naar gelegd vanaf mijn huisblad.) Daar vind je 'n menigte van astronomische foto's over allerlei objecten, de ene nog mooier dan de andere. Een aantal daarvan, bijvoorbeeld van de open sterrenhoop Praesepe in de Kreeft, heb ik vergeleken met foto's die ik elders had. Het verrassende was dat ik geen overeenkomst tussen het 2-micron beeld en het "gewone" kon vaststellen. Enige tijd dacht ik dat het zou komen door een verschillende vergrotingsfactor, maar later realiseerde ik mij dat het ging om dingen die niet zichtbaar waren voor het menselijk oog. Dom van mij, dat had ik direct moeten weten. Ik kom daarop omdat in het laatste nummer van Zenit (juli - augustus 2001) op een schitterende dubbele middenpagina een reeks van acht opnamen, op golflengten uiteenlopend van het ultraviolet tot het infrarood, wordt gegeven van het stelsel NGC-1512 dat ook op de omslag figureert. Het bijgaande artikel van Eddy Echternach signaleert: De kleuren van de afzonderlijke opnamen zijn uiteraard niet 'echt' : ze geven slechts een indruk van de intensiteit van de straling bij de betreffende golflengte (blz 351). Voor alle astromomische amateurs bekende zaken. Er worden op een of andere manier opnamen gemaakt van een object in de frekwentie van een bepaald deel van het electromagnetische spectrum en die gevens worden op een of andere wijze vertaald naar dat stuk van het spectrum dat we met onze ogen kunnen waarnemen. Dat levert dus evenvaak als de golflengten verschillen andere 'zichtbare' beelden op. Maar ook hier weer valt de lezer al spoedig in een eindeloze put van verwarring en onzekerheid. Waarom zet Echternach (what is in a name?) dat echt tussen aanhalingstekens? Is echt dan niet echt echt? Wat is echt? Kennelijk wordt een afbeelding van enig object als echt beschouwd wanneer ze hetzelfde (?) beeld geeft als wat we met onze eigen ogen van dat object krijgen als we er in het echt naar kijken. Maar een kind kan begrijpen dat dat een vals soort van echtheid is. Echt echt is iets als het getrouw is niet naar menselijke waarneming met de ogen maar naar de werkelijkheid zelf. En je moet je dus afvragen wat de echtheidswaarde is van het beeld dat we via de ogen ontvangen en dat door onze hersens wordt geïnterpreteerd. Dat moet immers een evenzeer willekeurig karakter hebben als de vertaling van onzichtbare frekwenties naar zichtbare. Ofwel, als dat allemaal onaanvaardbaar is, moet je stellen dat de werkelijkheid er niet toe doet en dat echtheid gedefinieerd is als : onze beelden. Schaduwen op de muur in een donkere grot. Jan van Bakel, 14 juli 2001.
Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.
|