|
De maan boven VaraderoVorige Entr'acte
Iemand 3053 dagen de kans geven om te antwoorden op een brief, is dat lang genoeg? Vandaag is het
exact zolang geleden dat ik het volgende schreef aan Harry Mulisch:
De maan in haar eerste
kwartier, d.w.z. precies half verlicht, komt echter op wanneer
de zon culmineert; in alle jongere schijngestalten komt ze
op terwijl de zon aan de hemel staat maar nog niet het zuiden
bereikt heeft. Op de dag waarom het gaat ging de maan in Varadero
(positie: ongeveer 81 graden westerlengte en 23 graden noorderbreedte)
een paar minuten na 3 uur UT onder (dat is met een verondersteld
tijdsverschil van 6 uur met west-Europa: even na 9 uur in
de avond). Ze was toen nog niet zuiver in haar eerste kwartier
maar pas voor 0.3 verlicht. Ze stond op de grens van de sterrenbeelden
Scorpio en Sagittarius. Het punt van ondergang was Azimut 58.04,
d.w.z. zuid--west ten westen. Ze had een hoekafstand tot de
zon van iets meer dan 70 graden. De zon ging op die dag ter
plaatse, met dezelfde aanname wat betreft het verschil met
middeleuropese tijd, even na vijven onder. Het punt van ondergang
was Azimut 83.43, een eind verder naar het westen dus dan de
maan (zuiver west is immers Azimut 90). Om U de waarheid
te zeggen vind ik het jammer dat Uw magistrale boek in dit
detail niet correct is. Het had mij een WAW-gevoel gegeven
als het geklopt had. Mijn vermoeden van een fout rees bij
eerste kwartier in combinatie met achterover
en was verrezen. Toen heb ik de situatie bekeken in
het astronomisch planetarium ASTRO voor de computer, dat ik
heb ontworpen. Ik weet niet of mijn geboortejaar 1927 al deze
gekkigheid kan verklaren.
Zoals u begrijpt was dat op 26 mei 1993. De inhoud spreekt voor zich. Op niet al te ernstige toon laat ik de schrijver weten van mijn waardering voor zijn oeuvre en wijs ik hem op zowel een storende drukfout als op een ernstige miskenning van de astronomische werkelijkheid op een dag die hij overigens zo nauwkeurig mogelijk in overeenkomst met de historische situatie beschrijft. Hij heeft daar dus niet op willen antwoorden. Dat is te begrijpen, want hij heeft natuurlijk genoeg aan zijn hoofd, ook al was de verfilming nog niet direct aan de orde. Nou zult u misschien zeggen: dat is gevlooi. Een kunstenaar kan met zijn artistieke vrijheid alle kanten op en hoeft zich van zulke details niks aan te trekken. Okee. Maar daar staat het volgende tegenover. Gesproken wordt over een maan in een schijngestalte, duidelijker gezegd in haar eerste kwartier. Ze komt volgens de auteur op en haar bolle rand is naar de horizon toe gekeerd. Zoals men kan weten is de bolle kant altijd naar de zon gericht. Maar een maan met haar bolle kant naar de zon komt niet in de avond op of in het westen, maar tegen de morgen en in het oosten. En kan dan dus niet in haar eerste kwartier zijn. Zodoende beschrijft Mulisch een onmogelijke gebeurtenis. Die drukfout is na jaren eindelijk verdwenen. De brief is dus wèl gelezen. Jan van Bakel, 4 oktober 2001.
Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.
|