|
Het Hof van CassatieVorige Entr'acte
Is ook nu weer de lingologica in het spel, die moeder van onbegrijpelijke dingen die ons steeds verwarren? Een artikeltje in de krant onder de kop Omdat het geboren is krijgt het kind schadevergoeding (NRC 29-11-01) zal bij weinig abonnees ongelezen blijven. De case : een dokter is nalatig gebleven om de ouders van een ongeboren kind te vertellen dat het bij leven waarschijnlijk aan het syndroom van Down zou lijden. Het kind wordt geboren en heeft dat syndroom. Schadevergoeding voor de ouders ruim 300.000 gulden - de omrekening denk ik van één miljoen franse franc, want het speelt in Frankrijk. Daarbij zou je alleen al wegsmelten tot een plas van twijfels. Maar het is nog niks vergeleken bij het volgende. Op één of andere manier gaat het kind naar het Hof van Cassatie en wat blijkt? Het heeft zelf ook recht op schadevergoeding. Het moet schadeloos gesteld worden voor het leed, dat het resultaat is van zijn handicaps en dat veroorzaakt is door de gemaakte fouten. Wel te verstaan : de nagelaten abortus. Aldus het Hof. Maar hoe moet je dat begrijpen? De oorzaak van de handicaps zijn natuurlijk niet de ouders of de doktoren, maar het syndroom van Down in hoogst eigen identiteit. Als je zegt dat de ouders of de dokters er schuld aan hebben, kan dat alleen betekenen dat ze dat kind ten onrechte niet hebben gedood voordat het ter wereld kwam. Die nalatigheid zou schadeberokkening zijn. Als het kind toen al bestond vanzelfsprekend. Als het nog niet bestond kon het geen slachtoffer zijn van enige schadeberokkening. En als het al wel bestond droeg het de kwaadaardige oorzaak van zijn toekomstige ellende al onder de leden. Organisaties voor gehandicapten bespeuren onraad en zijn verontwaardigd. Volgens hen is het vonnis van het hof gebaseerd op het oordeel dat het beter is om dood te zijn dan gehandicapt. Maar met zulk een uitspraak wordt de put van de onpeilbare onzin alleen verder geopend. Als er iets is dat beter is dan iets anders, moet het door iemand ervaren worden, theoretisch vergeleken met dat andere - dat dan alleen in theorie bestaat - en beter bevonden. Dat ene zou de handicap zijn, dat andere de dood. Maar van de eigen dood kun je niet zeggen dat die beter voor jou is dan iets anders. Daarvoor immers zou hij werkelijkheid moeten zijn, praktisch ervaren en geëvalueerd moeten worden, en beter bevonden. Maar dat is kennelijk onmogelijk. Het hof zou dus iets onzinnigs bedoelen als het zou stellen dat de dood voor iemand beter is dan een handicap. Iemand kan trouwens ook niet dood zijn. Als we zeggen Jan is dood, spreken we over iemand in onze herinnering, die niet meer bestaat. En die toen hij bestond niet dood was. Het enige wat een zinnige uitspraak zou kunnen zijn is : iemand die gehandicapt is kan beter niet bestaan. Dat zou echter een evaluatie van een buitenstaander zijn en gelden niet voor hem, de gehandicapte, maar voor ons. Dat moet wel de interpretatie zijn van de geciteerde organisaties. Maar ik denk niet dat het hof dat bedoeld heeft. De dokter die adviseert het ongeboren kind te doden kan onmogelijk pretenderen dat kind te willen beschermen tegen leed. Het leed is fataliteit. Hij kan alleen zeggen: je moet zo'n kind niet willen. Anders gezegd: ongeboren kinderen met een handicap zijn ongewenst. Het hof maskeert die waarheid en vlucht weg achter de onzin dat het leed van het kind (indirect) veroorzaakt is door de dokters omdat ze dat leed toelaten. Over de superioriteit van onze beschaving een andere keer misschien. Jan van Bakel, 2 december 2001.
Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.
|