Jan van Bakel.



Gedachten op dinsdag

Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Terug naar Archief Entr'actes
Terug naar hoofdmenu.


  • Iedereen weet op zijn oude dag dat hij in zijn jeugd had moeten weten wat hij thans, op zijn oude dag, weet. Het is geenszins zo dat hij op zijn oude dag, redenerend van wat hij weet, tot de conclusie komt dat de veroudering alleen maar resulteert tot meer onzin in het hoofd. Hij weet wel degelijk dat wat hij thans weet verre superieur is aan wat hij in zijn jeugd wist en zelfs dat de tegenwoordige jeugd, als hij die zou toespreken, tot dezelfde overtuiging zou komen. Zodat het gegroeide inzicht eerder iets bovenindividueels lijkt te zijn, dat verloopt volgens de geschiedenis en zich meedeelt aan allen. Een soort van evolutionair verschijnsel of proces.

  • Interessant in een dorpse cultuur zijn de verwaarloosde tuinen. Ze laten zien dat ze ooit met overweging en toeleg geconstrueerd zijn. Alle struiken op hun juiste plaats, de paden zorgvuldig getrokken voor de voortbewegingen van de bouwer op momenten dat hij, vrij van de plicht tot arbeiden, er vierend doorheen wandelt. Maar alles is ten onder gegaan en overwoekerd door niets anders dan de tijd. Alles is blijven groeien en heeft onopgemerkt de wetten verlaten die het structureerden. Als je ernaar kijkt kun je zien dat je er niet meer bijhoort. Het heeft zich niet alleen van zichzelf maar ook van de wandelende toeschouwer verwijderd. Zoiets is de reden voor het zorgvuldige onderhoud van de kerkhoven, ook al weerhoudt het niet hun uiteindelijke overwoekering en ondergang. De kleine kerkhofjes hoog in de Alpen op hete zomerdagen verenigen beide, de verwaarlozing in het roest op de ijzeren hekken en het vruchteloze pogen tot behoud in een overvloed van plastic bloemen.

  • Al het schrijven over hoe de dingen zijn voert tot niets. Er wordt niet door bereikt dat andere mensen uit dat schrijfsel zouden begrijpen hoe de dingen zijn. Andere mensen kunnen trouwens pas bestaan als je eenmaal te weten bent gekomen hoe de dingen zijn. Bovendien, wat mensen begrijpen of niet begrijpen gaat anderen niet aan. Het is op zijn hoogst hun eigen zaak. Het maakt ook niemand anders gelukkig - als zoiets al zou bestaan. Evenmin als het iemand ongelukkig kan maken dat de bomen er niets van begrijpen. Het is wel van belang dat het ik het begrijpt. Ikzelf zou, denk ik, eindelijk tot rust en stilte vervallen als ik alles begreep. En wat zou beter kunnen zijn dan rust en stilte? Bij rust en stilte houdt het gebeuren op en iets beters is niet voorstelbaar. Waar niets meer gebeurt is eindelijk de ondergang gestelpt. Alles houdt op te worden en is eindelijk wat. Als ik zeg : eindelijk alles begrijpen, is dus niet het worden en het gebeuren bedoeld. Gebeuren en worden zijn niet te begrijpen omdat ze het inbegrip van de chaos vormen. Je kunt het geen toeval noemen, want dan zou je toeval moeten kunnen begrijpen temidden van een wereld die voor ons begrip niets anders is dan oorzaak van oorzaak en gevolg van gevolg. Begrepen zou moeten worden wat dat is wat daar steeds maar weer door tijd en geschiedenis wordt verhaspeld tot gebeurtenissen. Zulk begrip komt door het schrijven niet tot stand. Schrijven zou je misschien kunnen doen als het begrip is ontstaan. Maar dan is het niet alleen niet meer nodig maar ook onmogelijk geworden. Het echte begrip is de laatste gebeurtenis in de wereldgeschiedenis.

Jan van Bakel, 15 januari 2002.
janvanbakel.nl

Terug naar boven

Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.