Jan van Bakel.



Baud gesproken

Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Terug naar Archief Entr'actes
Terug naar hoofdmenu.


Het Nederlandse Volk zit er maar mee. Destijds vonden ze het beter om toch maar liever te proberen wereldkampioen voetballen te worden in plaats van moeilijk te doen over een regime waar zelfs de Verenigde Staten van Noord-Amerika nog niet over gevallen waren. Maar nou gaat er een Oranje trouwen met een meisje die d'r vader in dat regime zat. En Oranjes mogen alles - daar zul je het Nederlandse Volk alleen af en toe achterbaks en achteraf over horen - maar op zo'n feest willen ze die pa niet zien. De Regering schakelt de hoogleraar Baud in, die een rapport schrijft waarin staat : die man wist dat er op grote schaal werd gezondigd tegen de mensenrechten. En daarom mag hij niet komen kijken als zijn dochter hier trouwt, zei de kamer. Gelukkig was dat de uitkomst, want anders had het Nederlandse Volk het Huwelijk niet kunnen toelaten zonder gevolgen voor de opvolging op de Troon. Dat dat meisje haar pa niet afvalt, dat is nogal wiedes. Ze vindt het jammer dat hij in dat regime zat, zei ze, maar haar respect is onverlet. En die Prins? Die heeft een hele familie dood aan het Nederlandse Volk, dus die staat ook niet te trappelen om hard te gaan roepen tegen zijn aanstaande schoonvader. Natuurlijk gewoon al niet omdat hij dan dat meisje misschien kwijt speelt. Dus als het erom gaat zegt hij zoiets van : ja, dat rapport van Baud dat is een mening. En toen was het Vaderland te klein. Dat kun je toch niet zomaar zeggen als een rapport door de hele Regering en de Volksvertegenwoordiging wordt overgenomen? Dan is het toch niet gewoon een mening meer?

En Baud komt onbezoldigd een duit in het zakje doen : De conclusies van het onderzoek zijn gebaseerd op een uitputtende studie van de beschikbare wetenschappelijke kennis, aangevuld met nieuw onderzoek en gesprekken met experts en tijdgenoten (NRC 21-01-2002). Nou en? Wat er op papier komt na onderzoek, zijn dat soms feiten? Feiten die je kunt zien zoals een auto onder een trein waar je bijstaat? Het zijn toch allemaal zinnen die uitgesproken zijn over iets wat de betrokkenen zelf alleen nog in hun herinnering tot hun beschikking hebben? En wat kan een uitgesproken zin anders zijn dan een mening van de schrijver dat dit of dat beschouwd moet worden als een onomstotelijk feit? En maakt het nog wat uit dat Baud dat zelf onder onze aandacht komt brengen? Als je eist dat zoiets niet meer beschouwd wordt als een mening, doe je precies hetzelfde als die paus in 1870, die met de rug tegen de muur in opperste angst schreeuwde: Ik ben onfeilbaar. Dat was ook gewoon (verachtelijke) politiek.

Jan van Bakel, 22 januari 2002.
janvanbakel.nl

Terug naar boven

Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.